KOPP/KOV (voorheen KOPP/KVO) staat voor Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP) en Kinderen van Ouders met een Verslaving (KOV). Het kan gaan om één of beide ouders. Nederland telt jaarlijks 405.000 ouders met een psychische stoornis en/of verslaving.
Heeft u vragen?
Meer informatie
In deze infographics wordt informatie rondom KOPP/KOV duidelijk en schematisch weergegeven.
Omvang KOPP/KOV-groep
Nederland telt jaarlijks 405.000 ouders met een psychische stoornis en/of verslaving volgens DSM-IV criteria (classificatiesysteem voor psychiatrische aandoeningen). Deze ouders hebben tezamen 577.000 kinderen onder de 18 jaar (KOPP/KOV-kinderen). Daarvan zijn 423.000 kinderen 12 jaar of jonger.
Per 10.000 inwoners hebben naar schatting 350 kinderen onder de 18 jaar een ouder met een psychische stoornis en/of een verslaving.
> Meer informatie over deze cijfers
Groter risico psychische problemen en/of verslavingsproblematiek
KOPP/KOV-kinderen lopen een groter risico om vroeg of laat psychische problemen en/of een verslaving te krijgen dan kinderen van ouders zonder psychische en/of verslavingsproblemen.
Risicogroepen
Binnen de totale KOPP/KOV-groep is het risico op een stoornis het grootst bij:
- meisjes en vrouwen
- kinderen van wie beide ouders een psychische stoornis hebben
- kinderen van ouders die op jonge leeftijd een depressie en/of angststoornis kregen
- kinderen uit een minder goed functionerend gezinssysteem
Risicofactoren
Naast deze risicogroepen zijn er nog een aantal risicofactoren. Deels vallen deze onder de risicogroep ‘kinderen uit een minder goed functionerend gezinssysteem’.
Beschermende factoren
De beïnvloedbare beschermende factoren kunnen helpen bij de preventie van problemen en zorg voor het KOPP/KOV-kind.
Uiting problemen
Hoe KOPP/KOV-kinderen (voorheen KOPP/KVO-kinderen) problemen uiten is afhankelijk van de leeftijdsfase. Bij baby’s en peuters kunnen zich separatieangst, eet- en slaapproblemen ontwikkelen. Kinderen in de basisschoolleeftijd cijferen zich soms helemaal weg of vertonen agressief gedrag. Adolescenten ontwikkelen soms sterke schuld- en schaamtegevoelens en een extreem verantwoordelijkheidsgevoel. En op volwassen leeftijd kunnen er problemen ontstaan op relationeel gebied.