Onze geschiedenis
Kees Trimbos
Het Trimbos-instituut ontstond in 1996 uit een fusie van het Nederlands Centrum Geestelijke Volksgezondheid (NcGv) en het Nederlands Instituut voor Alcohol en Drugs (NIAD). Het Trimbos-instituut is vernoemd naar psychiater Kees Trimbos (1920-1988), die van 1977 tot 1988 voorzitter was van het NcGv.
Voorvechter en toegankelijke GGZ
Kees Trimbos speelde vanaf de jaren vijftig een belangrijke rol in de ontwikkeling van de (katholieke) ambulante geestelijke gezondheidszorg. Hij was voorvechter van openheid over seksualiteit, acceptatie van homoseksualiteit en vrouwenemancipatie.
In 1968 werd Kees Trimbos benoemd tot hoogleraar in de preventieve en sociale psychiatrie aan de net opgerichte Medische Faculteit van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Als hoogleraar aan de Erasmus Universiteit en actief psychiater zette hij zich in voor een toegankelijke geestelijke gezondheidszorg. Zo pleitte hij voor minder psychiatrische instellingen en meer ambulante geestelijke gezondheidszorg.
Ook hechtte Kees Trimbos groot belang aan de preventie van geestelijke gezondheidsproblemen. In een interview voor het tv-programma Markant in 1976, zei hij daarover: ‘[…] vanuit die hoek bedrijf ik de psychiatrie, dat je beter de preventie – als je iets weet dat voorkomen kan worden – kan doen en dan een heleboel mensen helpt, dan dat je datzelfde geld, als je zou moeten kiezen, alleen maar besteedt aan het behandelen, het cureren van mensen die al vastgelopen zijn.’
Ontstaan van het Trimbos-instituut
Als onderdeel van zijn functie als hoogleraar kreeg Kees Trimbos de taak om een instituut op te bouwen dat gericht zou zijn op sociaalwetenschappelijk onderzoek naar de oorzaken en verspreiding van psychische problemen en de mogelijke preventie daarvan. Kees Trimbos werd in 1977 voorzitter van het Nationaal Centrum voor Geestelijke Volksgezondheid. In 1996 fuseerde het NCGV met het Nederlands Instituut voor Alcohol en Drugs (NIAS). Het nieuwe instituut dat toen ontstond draagt sindsdien zijn naam; het Trimbos-instituut.
Denkbeelden
In 2019-2021 is Kees Trimbos in de media in verband gebracht met het beleid van gedwongen afstand van kinderen van ongehuwde moeders in de vijftiger en zestiger jaren. In verschillende functies, onder andere als praktiserend psychiater en als lid van de Centrale Adoptieraad, heeft hij zich beziggehouden met het vraagstuk rond ongehuwde moeders en hun kind. Hij is één van de eersten geweest die wees op de noden van de kinderen van ongehuwde moeders. Dat was vooral ingegeven door zijn praktijkervaring dat ongehuwde moeders en zeker ook hun kinderen veel ellende te wachten stond. Ze werden niet zelden door familie en omgeving verstoten en moreel gebrandmerkt. Ook waren er vaak financiële problemen omdat men in die tijd nog geen beroep kon doen op sociale wetgeving. Opvang in tehuizen was dan de enige mogelijkheid.
Volgens Trimbos waren de liefde, de aandacht en de kwaliteit van zorg die het kind in zijn vroegste jaren ontvangt van cruciaal belang voor de ontwikkeling van het kind en zijn toekomstige geestelijke gezondheid. Hiervoor was de permanente en continue beschikbaarheid van de moeder en de aanwezigheid van de vader in een gezin noodzakelijk. Trimbos meende dat een positieve opvoeding ten opzichte van liefde en het huwelijk de beste preventie vormde tegen toekomstige psychische schade en om ongewenste zwangerschappen te voorkomen.
Vanuit die opvatting en vooral in het belang van het kind verdedigde hij onder bepaalde omstandigheden de wenselijkheid en soms de noodzakelijkheid van afstand en adoptie. Dit was mede ingegeven door zijn standpunt dat de ‘geestelijke gezondheidstoestand van de ongehuwde moeder in het algemeen ernstig te wensen overlaat’ en dat ongehuwd moederschap moest worden gezien als een uiting van “iets anders”. Wel stelde hij nadrukkelijk dat de ongehuwde moeder ‘zelf zo veel mogelijk ingeschakeld’ moest worden bij de beslissing over de toekomst van het kind. Trimbos betoogde dat ‘een gulden regel’ was dat men zich niet moest vastklampen aan starre regels en dat elk geval van ongehuwd moederschap individueel behandeld moest worden. Het bleef dan wel noodzakelijk om de ongehuwde moeder in een zo vroeg mogelijk stadium te begeleiden, zodat zij een verantwoordelijke beslissing kon nemen. Daarbij moesten de maatschappelijk werk(st)ers opletten de ongehuwde moeder niet te veel te beïnvloeden in de richting van het behouden of afstand doen van haar kind.
Wij distantiëren ons als instituut van het beleid en de praktijk van het gedwongen afstand doen van kinderen en de denkbeelden die daarover bestonden in die tijd. We vinden het belangrijk dat het leed van deze moeders en hun kinderen wordt erkend. Het is dan ook terecht dat er momenteel door de Commissie onderzoek ‘Binnenlandse Afstand en Adoptie’ (CBAA) onderzoek wordt gedaan naar de verhalen van afstandsmoeders en afstandskinderen en de rol van betrokken organisaties en de sociale omgeving zoals familie en hulpverleners.
Overlijden Kees Trimbos
Kees Trimbos overleed op 26 april 1988 op 68 jarige leeftijd.