Risico- en beschermende factoren mentale gezondheid jeugd
Er zijn verschillende risico- en beschermende factoren die (indirect) invloed kunnen hebben op de mentale gezondheid van de jeugd. Voor een gezonde ontwikkeling van kinderen, jongeren en studenten is het belangrijk om risicofactoren in de jeugd te beperken en beschermende factoren te bevorderen.
De aanwezigheid van risicofactoren vergroot de kans op het ontstaan van problemen. Beschermende factoren dragen juist bij aan een stevige basis waardoor een kind of jongere zich goed kan ontwikkelen. Daarnaast zijn beschermende factoren belangrijk om weerstand te kunnen bieden aan risico’s en problemen [1]. Voor een gezonde ontwikkeling is het dan ook van groot belang om risicofactoren in de jeugd te beperken en beschermende factoren te bevorderen.
Hieronder volgt een selectie van belangrijke risico- en beschermende factoren. Het overzicht is niet volledig en laat vooral zien dat er sprake is van een complex samenspel tussen risico- en beschermende factoren.
Individuele factoren
Kinderen en jongeren met een migratieachtergrond rapporteren vaker een laag emotioneel welbevinden dan kinderen en jongeren van wie beide ouders in Nederland zijn geboren. Ook voelen jongeren met een migratieachtergrond zich vaker eenzaam [2]. Van alle 0- tot 25-jarigen in Nederland heeft bijna 29% een migratieachtergrond [3].
Meisjes hebben vaker last van emotionele problemen dan jongens. Op de basisschool heeft 33% van de meisjes emotionele problemen, tegenover 14% van de jongens. Op het voortgezet onderwijs is dit bij meisjes 44% en bij jongens 13% [2]. Meisjes rapporteerden in 2021 voor het eerst meer hyperactiviteit/aandachtsproblemen dan jongens en evenveel gedragsproblemen.
Ruim 50% van de Nederlanders maakt minimaal één ingrijpende gebeurtenis mee in de jeugd [4]. Bijvoorbeeld een scheiding van ouders, kindermishandeling en huiselijk geweld [5]. Ervaringen zoals kindermishandeling zijn direct schadelijk voor het kind. Terwijl scheiding van ouders en huiselijk geweld indirect schadelijk zijn. De schade ontstaan dan als gevolg van spanning en stress in de leefomgeving. Kinderen ontwikkelen hierdoor minder goede coping-strategieën en kunnen minder goed omgaan met stressvolle situaties [6]. Het meemaken van ingrijpende gebeurtenissen hangt samen met mentale problemen: hoe meer ingrijpende gebeurtenissen iemand meemaakt, hoe groter de kans op mentale problemen zoals depressieve gevoelens [7].
Schermgebruik zoals sociale media gebruik en gamen kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor de mentale gezondheid van de jeugd. Het digitale balans model stelt dat het niet alleen van belang is hoeveel tijd achter een scherm wordt doorgebracht maar ook wat er gedaan wordt. Schermtijd kan bijvoorbeeld ontspanning opleveren en bijdragen aan meer sociale verbinding met anderen [8, 9]. Dit zijn beschermende factoren voor mentale gezondheid. Wanneer iemand echter zoveel tijd achter schermen doorbrengt dat andere belangrijke behoeften en activiteiten daardoor worden verdrongen, is er sprake van een digitale disbalans. Dit kan negatieve effecten hebben op de mentale gezondheid [10].
Sociaal-emotionele vaardigheden gaan over inzicht in en omgaan met emoties en gevoelens van jezelf en van de ander. Het gaat hierbij om vaardigheden gericht op zelfvertrouwen, omgaan met stress, conflicten oplossen en zelfreflectie. Het bevorderen van sociaal-emotionele competenties en vaardigheden vermindert stress en bevordert welbevinden [11]. Daarentegen verhogen bijvoorbeeld moeite met het uiten van emoties en ruminatie (het herhaaldelijk, langdurig nadenken over de betekenis en oorzaken van problemen en gevoelens) het risico op depressie [12].
Mentale problemen en verslavingsproblemen komen relatief vaak samen voor. Het verband tussen mentale problemen en verslavingsproblemen is complex en wederkerig. Verslavingsproblemen kunnen namelijk de oorzaak zijn van mentale problemen, maar mentale problemen kunnen ook de oorzaak zijn van verslavingsproblemen. Bovendien kunnen beide problemen elkaar versterken [13].
Omgevingsfactoren
Voor een positieve emotionele en sociale ontwikkeling zijn veilige gehechtheidsrelaties belangrijk voor kinderen en jongeren. Ze kunnen daardoor beter omgaan met stress, hebben een hoger gevoel van eigenwaarde en een beter mentaal welbevinden op volwassen leeftijd [6]. Wanneer er veel stress en spanning is binnen een gezin, staan de opvoeding en de ouder-kind relatie vaak onder druk. Onveilige gehechtheidsrelaties hangen samen met een verhoogd risico op angst, depressie en andere psychische problemen [6].
Kinderen en jongeren die niet met beide ouders in één huis wonen hebben gemiddeld een lager mentaal welbevinden en meer mentale problemen dan kinderen en jongeren die wel met beide ouders in één huis wonen [2]. Kinderen en jongeren die niet met beide ouders in één huis wonen zijn minder positief over hun sociale relaties, ervaren minder steun van het gezin, geven minder vaak aan gemakkelijk met hun ouders over problemen te kunnen praten en ervaren meer schooldruk [2]. Ongeveer 20% van de kinderen in het basisonderwijs woont niet met beide ouders in één huis. In het voortgezet onderwijs is dit ongeveer 25% [2].
Kinderen en jongeren die niet thuis opgroeien, maar bijvoorbeeld in een pleeggezin of residentiële jeugdzorg, hebben een verhoogd risico op mentale problemen [14, 15]. Vaak hebben kinderen en jongeren die niet meer thuis kunnen wonen meerdere ingrijpende levensgebeurtenissen meegemaakt, wat een risicofactor is voor mentale problemen [14, 15]. Ook kunnen kinderen en jongeren in residentiële jeugdzorg mogelijk minder stabiele persoonlijke relaties opbouwen doordat zij te maken hebben met veel verschillende zorgverleners die werken in wisselende diensten op groepen met een groot aantal kinderen/jongeren per zorgverlener [15, 16].
Sociale steun van onder andere familie, vrienden en leerkrachten is belangrijk voor het welbevinden van kinderen en jongeren. De meerderheid van de kinderen en jongeren op de basisschool en in het voortgezet onderwijs ervaart veel steun van zowel hun gezin als van hun vrienden [2]. Het ervaren van sociale steun hangt samen met minder emotionele problemen en meer levenstevredenheid [17]. Kinderen en jongeren zijn veerkrachtiger en beter bestand tegen stressvolle omstandigheden wanneer zij ondersteunende netwerken om zich heen hebben [18]. Het ervaren van te weinig sociale steun van ouders en leeftijdsgenoten hangt daarentegen samen met een verhoogd risico op emotionele problemen [19, 20]. Ook bijvoorbeeld slachtoffer zijn van pesten in de jeugd hangt samen met depressieve klachten in de volwassenheid [21].
Jongeren uit gezinnen met een lage materiële welvaart rapporteren in het voortgezet onderwijs een lagere levenstevredenheid dan jongeren uit gezinnen met een hoge materiële welvaart [2]. Materiële welvaart is hierbij gemeten aan de hand van concrete bezittingen, kenmerken van het huis en het aantal keren dat het gezin in het afgelopen jaar naar het buitenland op vakantie is geweest. Daarnaast hebben kinderen en jongeren die opgroeien in armoede een hoger risico op het ontwikkelen van mentale problemen dan kinderen en jongeren die niet opgroeien in armoede [22]. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat financiële problemen kunnen leiden tot stress en tevens zorgen voor een gebrek aan psychologische hulpbronnen om met deze stress om te gaan, zoals het gevoel van regie over het eigen leven [23].
In Nederland groeien ruim 577.000 kinderen en jongeren onder de 18 jaar op met een ouder met psychische en/of verslavingsproblemen [24]. Deze kinderen, ook wel KOPP/KOV, genoemd, hebben 3 tot 13 keer meer kans om zelf een psychische stoornis en/of verslaving te ontwikkelen dan andere kinderen [6]. Deze verhoogde kans kan verklaard worden door de erfelijkheid van psychische aandoeningen, maar ook door sociale factoren. Mentale problemen bij ouders kunnen bijvoorbeeld de opvoedvaardigheden en de interactie tussen ouder en kind negatief beïnvloeden [25].
In het basisonderwijs ervaart 19% van de jongeren (nogal) veel druk door schoolwerk. In het voortgezet onderwijs is dit 47%. Deze percentages zijn de laatste jaren toegenomen: het percentage kinderen en jongeren dat veel druk door schoolwerk ervaart is tussen 2001 en 2021 verdrievoudigd [2]. Druk door schoolwerk hangt sterk samen met emotionele problemen en een lagere levenstevredenheid [16].
Meer informatie effecten van de leefomgeving
Voor meer informatie over de effecten van de leefomgeving, bekijk het kennisdossier 'sociale determinanten van mentale gezondheid'.
Aanvullende factoren bij studenten
Voor studenten in het hoger onderwijs is nog een aantal andere risicofactoren bekend. Zo blijkt uit de Monitor Mentale gezondheid en Middelengebruik Studenten hoger onderwijs dat psychische klachten vaker voorkomen bij voltijdsstudenten, internationale studenten en studenten die zich identificeren als LHBTQ+. Andere factoren die samenhangen met het mentaal welbevinden van studenten op omgevingsniveau zijn onder andere: sociale steun, verbondenheid, groepsdruk, eenzaamheid en uitsluiting. Op individueel niveau spelen stress, prestatiedruk, veerkracht en ontspanning een rol.
- De Haan, A., Keij, M., & Lammers, J. (2021). Handreiking: Bevordering mentale gezondheid jeugd. Utrecht: Trimbos-instituut & Pharos. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af1853-handreiking-bevordering-mentale-gezondheid-jeugd/
- Boer, M., Van Dorsselaer, S., De Looze, M., De Roos, S. A., Brons, H., Van den Eijnden, R., Monshouwer, K., Huijnk, W., Ter Bogt, T., Vollebergh, W., & Stevens, G. (2022). HBSC 2021: Gezondheid en welzijn van jongeren in Nederland. Utrecht: Universiteit Utrecht. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af2022-hbsc-2021/
- Nederlands Jeugdinstituut. (2023, 13 februari). Cijfers over jeugd met een migratieachtergrond. Geraadpleegd van https://www.nji.nl/cijfers/jeugd-met-een-migratieachtergrond#:~:text=In%202021%20was%2015%2C4,voor%20de%20Statistiek%2C%202022).
- Bussemakers, C., Kraaykamp, G., & Tolsma, J. (2019). Co-occurrence of adverse childhood experiences and its association with family characteristics: A latent class analysis with Dutch population data. Child Abuse & Neglect, 98, 104185. https://doi.org/10.1016/j.chiabu.2019.104185
- Vink, R. M., van Dommelen, P., van der Pal, S. M., Eekhout, I., Pannebakker, F. D., Velderman, M. K., Haagmans, M., Mulder, T., & Dekker, M. (2019). Self-reported adverse childhood experiences and quality of life among children in the two last grades of Dutch elementary education. Child Abuse & Neglect, 95, 104051. https://doi.org/10.1016/j.chiabu.2019.104051
- Shields-Zeeman, L., Van Bon-Martens, M., & Smit, F. (2021). Samen werken aan een mentaal gezonde samenleving: Bouwstenen voor mentale gezondheidsbevordering en preventie. Utrecht: Trimbos-instituut. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af1931-samen-werken-aan-een-mentaal-gezonde-samenleving/
- Merrick, M. T., Ports, K. A., Ford, D. C., Afifi, T. O., Gershoff, E. T., & Grogan-Kaylor, A. (2017). Unpacking the impact of adverse childhood experiences on adult mental health. Child Abuse & Neglect, 69, 10-19. https://doi.org/10.1016/j.chiabu.2017.03.016
- Van Rooij, A. J., Doze, I., Tuijnman, A., & Kleinjan, M. (2020). Factsheet digitale balans jongvolwassenen. Netwerk Mediawijsheid, Trimbos-instituut, Campagnebureau BKB, No Ties. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/ex024-factsheet-digitale-balans-jongvolwassenen/
- Trimbos-instituut. (z.d.). Welke voordelen heeft gamen? Geraadpleegd van https://www.gameninfo.nl/voordelen/voordelen-gamen
- Boer, M. (2022). #ConnectedTeens: Social media use and adolescent wellbeing. [Dissertation]. Utrecht University Repository
- Durlak, J. A., Weissberg, R. P., Dymnicki, A. B., Taylor, R. D., & Schellinger, K. (2011). The impact of enhancing students’ social and emotional learning: A meta-analysis of school-based universal interventions. Child Development, 82(1), 474-501. https://doi.org/10.1111/j.1467-8624.2010.01564.x
- Ciarrochi, J., Scott, G., Deane, F. P., & Heaven, P. C. (2003). Relations between social and emotional competence and mental health: A construct validation study. Personality and Individual Differences, 35(8), 1947-1963. https://doi.org/10.1016/S0191-8869(03)00043-6
- Jellinek. (z.d.). Verslaving en psychische problemen. Geraadpleegd van https://www.jellinek.nl/behandelingen/behandeling-volwassenen/verslaving-en-psychische-problemen/
- Kerns, S. E., Pullmann, M. D., Putnam, B., Buher, A., Holland, S., Berliner, L., Silverman, E., Payton, L., Fourre, L., Shogren, D., & Trupin, E. W. (2014). Child welfare and mental health: Facilitators of and barriers to connecting children and youths in out-of-home care with effective mental health treatment. Children and Youth Services Review, 46, 315-324. https://doi.org/10.1016/j.childyouth.2014.09.013
- Campos, J., Barbosa-Ducharne, M., Dias, P., Rodrigues, S., Martins, A. C., & Leal, M. (2019). Emotional and behavioral problems and psychosocial skills in adolescents in residential care. Child and Adolescent Social Work Journal, 36, 237-246. https://doi.org/10.1007/s10560-018-0594-9
- Bakermans‐Kranenburg, M. J., Steele, H., Zeanah, C. H., Muhamedrahimov, R. J., Vorria, P., Dobrova‐Krol, N. A., Steele, M., Van IJzendoorn, M. H., Juffer, F., & Gunnar, M. R. (2011). Children without permanent parents: Research, practice, and policy: III. Attachment and emotional development in institutional care: Characteristics and catch up. Monographs of the Society for Research in Child Development, 76(4), 62–91. https://doi.org/10.1111/j.1540-5834.2011.00628.x
- Kleinjan, M., Pieper, I., Stevens, G., Van de Klundert, N., Rombouts, M., Boer, M., & Lammers, J. (2020). Geluk onder druk? Onderzoek naar het mentaal welbevinden van jongeren in Nederland. Den Haag: Unicef. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af1785-geluk-onder-druk/
- Nederlands Jeugdinstituut. (2022, 22 september). Cijfers over sociale steun. Geraadpleegd van https://www.nji.nl/cijfers/sociale-steun
- Stice, E., Ragan, J., & Randall, P. (2004). Prospective relations between social support and depression: Differential direction of effects for parent and peer support? Journal of Abnormal Psychology, 113(1), 155. https://doi.org/10.1037/0021-843X.113.1.155
- Garnefski, N., & Diekstra, R. F. W. (1996). Perceived social support from family, school, and peers: Relationship with emotional and behavioral problems among adolescents. Journal of the American Academy of Child & Adolescent Psychiatry, 35(12), 1657-1664. https://doi.org/10.1097/00004583-199612000-00018
- Winding, T. N., Skouenborg, L. A., Mortensen, V. L., & Andersen, J. H. (2020). Is bullying in adolescence associated with the development of depressive symptoms in adulthood? A longitudinal cohort study. BMC Psychology, 8, 1-9. https://doi.org/10.1186/s40359-020-00491-5
- Devenish, B., Hooley, M., & Mellor, D. (2017). The pathways between socioeconomic status and adolescent outcomes: A systematic review. American Journal of Community Psychology, 59(1-2), 219-238. https://doi.org/10.1002/ajcp.12115
- Van Baar, J., Bos, N., Kramer, J., & Shields-Zeeman (2022). Sociale determinanten van mentale gezondheid: Een kennissynthese. Utrecht: Trimbos-instituut. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af2006-sociale-determinanten-van-mentale-gezondheid/
- Van Doesum, T., de Gee, A., Bos, C., & van der Zanden, R. (2019). KOPP/KOV. Een wetenschappelijke onderbouwing van de cijfers. Utrecht: Trimbos-instituut. Beschikbaar via: https://www.trimbos.nl/aanbod/webwinkel/af1666-factsheet-kopp-kvo/
- Reedtz, C., Lauritzen, C., Stover, Y. V., Freili, J. L., & Rognmo, K. (2019). Identification of children of parents with mental illness: A necessity to provide relevant support. Frontiers in Psychiatry, 9, 728. https://doi.org/10.3389/fpsyt.2018.00728