Welke invloed heeft het drinkpatroon?

Het patroon waarin iemand drinkt is van invloed op de grootte van het risico op alcoholschade. We zien dat het risico toeneemt bij overmatige en zware drinkers. We zien dit ook bij jongvolwassenen die ‘indrinken’ en binge drinken. Drinkpatronen zijn vaak sterk cultuurgebonden.

Expertisecentrum Alcohol

Deze pagina is gemaakt door het Expertisecentrum Alcohol. Met wetenschappelijke kennis helpt het expertisecentrum professionals gezondheidsschade door alcohol terug te dringen. Op zoek naar informatie voor jezelf of een ander? Kijk op alcoholinfo.nl.

Blijf op de hoogte

Met de nieuwsbrief van het Expertisecentrum Alcohol:

E-mailadres(Vereist)
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Heeft u een vraag?

Stuur ons een mail
Expertisecentrum Alcohol

Hoeveel en hoe vaak iemand drinkt, ofwel het drinkpatroon, heeft invloed op de schade door alcoholgebruik. Iemand die af en toe een glaasje wijn bij het eten drinkt loopt minder risico dan iemand met een zwaarder drinkpatroon. Over het algemeen geldt: hoe meer iemand drinkt, hoe groter de kans op schade. (Lees in het dossier Alcohol in cijfers hoeveel Nederlanders gemiddeld gezien drinken.

Matig drinken 

Bij matig drinken wordt er meer gedronken dan het advies van de Gezondheidsraad (i.e. drink niet of in ieder geval niet meer dan één standaardglas alcohol per dag) en wordt er minder gedronken dan bij overmatig drinken: het drinken van 8-13 (vrouwen) / 8-20 (mannen) standaardglazen alcohol per week. Daarnaast geldt dat het alcoholgebruik verdeeld over de week wordt gedronken en het drinkpatroon niet gelijk is aan de definitie van zwaar drinken. 

Overmatig drinken

Overmatig drinken wordt gedefinieerd als meer dan 21 glazen alcohol per week voor mannen en meer dan 14 glazen alcohol per week voor vrouwen. Langdurig overmatig alcoholgebruik is gerelateerd aan schade aan organen, verhoogde kans op kanker en het ontwikkelen van verslaving. Overmatig alcoholgebruik komt met name voor bij 18- tot 25-jarigen. Maar ook tussen het 50ste en 70ste levensjaar komt het relatief veel voor.

Zwaar drinken

We spreken van zwaar drinken als iemand minstens één keer per week ten minste 4 (voor vrouwen) of ten minste 6 (voor mannen) glazen alcohol op één dag drinkt. Zwaar drinken is gerelateerd aan een verhoogd risico op directe of acute schade door alcohol, zoals alcoholvergiftiging, verkeersongevallen, agressie en een verhoogde kans op hersenschade [1].

Een drinker kan tegelijkertijd een overmatige en een zware drinker zijn. Deze combinatie zien we veel terug bij mensen met een alcoholafhankelijkheid (verslaving).

Indrinken en binge drinken

Indrinken of preloading is een drinkpatroon dat veel voorkomt bij jongvolwassenen [3]. Vóór het uitgaan beginnen ze thuis met drinken om daar vervolgens tijdens het uitgaan mee door te gaan. Een reden voor indrinken is de hoge prijs van alcohol in de horeca. Door het indrinken komt een deel van de uitgaanders al onder invloed aan in de horeca. En doordat ze soms onderweg dan al onder invloed aan het verkeer deelnemen, lopen ze ook meer risico op (het veroorzaken van) verkeersongevallen. Ook neemt het risico op dronkenschap en alcoholgerelateerde agressie in het uitgaansleven toe doordat ze uitgaan met een bloedalcoholconcentratie die vooraf al hoog is [5].

Indrinken hangt sterk samen met binge drinken (bij één gelegenheid 5 of meer glazen alcohol drinken). Dit drinkpatroon komt veel bij jongeren voor en hangt vaak samen met uitgaan. Bingen ze wekelijks of vaker, dan is er sprake van zwaar drinken en neemt de kans op schade toe.

Drinkpatronen per cultuur

Drinkpatronen kunnen sterk verschillen per cultuur. Alleen al binnen Europa zien we sterke verschillen tussen regio’s. In het zuiden van Europa heerst een mediterrane drinkcultuur, waarbij alcohol vaak in combinatie met eten wordt genuttigd, terwijl in het noorden en oosten van Europa een sterke wodka- of binge-cultuur heerst. De Midden-Europese landen zijn meer gericht op het drinken van bier maar de drinkcultuur is er zeker ook te omschrijven als een 'natte‘ binge-cultuur [2]. In ‘natte drinkculturen’ is alcohol een onderdeel van het dagelijks leven. In ‘droge drinkculturen’ is alcoholconsumptie minder geaccepteerd en wordt alcoholconsumptie beperkt door wetten en sociale druk.

Werkt matig alcoholgebruik beschermend? 

In wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van alcoholgebruik voor de gezondheid worden soms resultaten gevonden die suggereren dat matig alcoholgebruik vergeleken met geen alcoholgebruik het risico op enkele ziekten bij bepaalde groepen mensen verkleint. Bij het drinken van grotere hoeveelheden alcohol, zoals bij overmatig drinken en zwaar drinken, neemt het risico op deze ziekten juist weer toe. Als we dit in een grafiek uitzetten, geeft dit een zogenaamde ‘J-curve’ [6] (zie figuur 1). Deze curve heeft de vorm van een letter J: het risico daalt eerst, om daarna weer te stijgen. De J-curve is onder onderzoekers een bekend fenomeen en wordt gezien bij enkele ziekten, zoals bij de relatie tussen alcohol en ischemische hart- en vaatziekten, de relatie tussen alcohol en dementie en de invloed van alcohol op diabetes. De J-curve lijkt erop te wijzen dat matig alcoholgebruik beschermend werkt tegen deze ziekten bij bepaalde groepen mensen. Toch is dit niet met zekerheid te zeggen. Mogelijk is dit zelfs onjuist en worden deze resultaten veroorzaakt door tekortkomingen in de onderzoeksmethodes. 


Figuur 1: J-curve. De linkerkant van de pijl staat voor de geheelonthouders en de ‘bodem’ van de pijl voor de lichte en matige drinkers. Het vervolg van de pijl: hoe verder naar rechts, hoe hoger de alcoholconsumptie (en hoe hoger het risico op ziekten).

Geheelonthouders

Eén mogelijke verklaring is de samenstelling van de groep ‘geheelonthouders’. Om de effecten van alcoholgebruik op de gezondheid te onderzoeken worden lichte tot matige drinkers veelal vergeleken met geheelonthouders. In eerste instantie denk je bij deze groep aan mensen die geen alcohol drinken en/of dit nooit hebben gedaan. Maar in de groep geheelonthouders zitten ook mensen die om gezondheidsredenen zijn gestopt met het drinken van alcohol en die in de periode daarvoor wel (veel) alcohol hebben gedronken (ook wel ‘sick quitters’ genoemd). Het kan dus zijn dat geheelonthouders als geheel ongezonder zijn dan lichte tot matige drinkers en dus een hoger risico lopen op ziekten [7,8,9]. 

Verstorende factoren

Een andere mogelijkheid is dat er bij het uitvoeren van de onderzoeken niet altijd voldoende rekening gehouden is met zogenaamde ‘verstorende factoren’. Dit zijn andere risicofactoren van ziekten, zoals de aanwezigheid van erfelijke aanleg. Dit kan komen omdat de methode om de gegevens te analyseren in veel onderzoeken onvoldoende ruimte biedt om hier rekening mee te houden [10,11,12].

Er bestaat veel discussie over de J-curve bij onderzoekers [13]. De J-curve is zeker geen reden om alcohol te gaan drinken met als doel om ziekten te voorkomen. De mogelijke positieve effecten van licht tot matig drinken op enkele ziekten bij bepaalde groepen mensen kunnen namelijk worden weggestreept tegen de negatieve effecten van alcoholgebruik op ziekten bij de algemene bevolking, zoals het verhoogde risico op kanker. Daarom stelt de Wereldgezondheidsorganisatie dat er geen ‘veilige’ hoeveelheid alcohol is om te drinken [14] 

Gerelateerde pagina's

Referenties

  1. Deutsche Hauptstelle für Suchtfragen e.V. (DHS) (2008) Binge Drinking and Europe. Hamm: DHS
  2. Järvinen, M. & Room, R. (2007). Youth drinking cultures. European experiences. Aldershot: Ashgate.
  3. Monshouwer, K., Pol, P. van der, Drost, Y.C. & Laar, M.W. van (2016). Het Grote Uitgaansonderzoek 2016. Uitgaanspatronen, middelengebruik en preventieve maatregelen onder uitgaande jongeren en jongvolwassenen. Utrecht: Trimbos-instituut.
  4. Laar, M.W. van et al (2017) Nationale Drugs Monitor Jaarbericht 2017 Utrecht: Trimbos-instituut
  5. Hughes, K., Anderson, Z., Morleo, M., and Bellis, M.A. (2008) Alcohol, nightlife and violence: The relative contributions of drinking before and during nights out to negative health and criminal justice outcomes. Addiction, 103, 61–65.
  6. Sheikh, A., & GBD 2016 Alcohol Collaborators. (2018). Alcohol use and burden for 195 countries and territories, 1990–2016: a systematic analysis for the Global Burden of Disease Study 2016. The Lancet, 392(10152), 1015.
  7. Sarich, P., Gao, S., Zhu, Y., Canfell, K., & Weber, M. F. (2024). The association between alcohol consumption and all‐cause mortality: An umbrella review of systematic reviews using lifetime abstainers or low‐volume drinkers as a reference group. Addiction, 119(6), 998-1012.
  8. Stockwell, T., Zhao, J., Clay, J., Levesque, C., Sanger, N., Sherk, A., & Naimi, T. (2024). Why do only some cohort studies find health benefits from low volume alcohol use? A systematic review and meta-analysis of study characteristics that may bias mortality risk estimates. Journal of studies on alcohol and drugs, jsad-23.
  9. Knott, C., Bell, S., & Britton, A. (2015). Alcohol consumption and the risk of type 2 diabetes: a systematic review and dose-response meta-analysis of more than 1.9 million individuals from 38 observational studies. Diabetes care, 38(9), 1804-1812.
  10. Visontay, R., Mewton, L., Sunderland, M., Chapman, C., & Slade, T. (2024). Is low‐level alcohol consumption really health‐protective? A critical review of approaches to promote causal inference and recent applications. Alcohol: Clinical and Experimental Research, 48(5), 771-780.
  11. Roerecke, M., & Rehm, J. (2012). The cardioprotective association of average alcohol consumption and ischaemic heart disease: a systematic review and meta‐analysis. Addiction, 107(7), 1246-1260.
  12. Wiegmann, C., Mick, I., Brandl, E. J., Heinz, A., & Gutwinski, S. (2020). Alcohol and dementia–what is the link? A systematic review. Neuropsychiatric Disease and Treatment, 87-99.
  13. Costanzo, S., de Gaetano, G., Di Castelnuovo, A., Djoussé, L., Poli, A., & van Velden, D. P. (2019). Moderate alcohol consumption and lower total mortality risk: Justified doubts or established facts?. Nutrition, Metabolism and Cardiovascular Diseases, 29(10), 1003-1008.
  14. Anderson, B. O., Berdzuli, N., Ilbawi, A., Kestel, D., Kluge, H. P., Krech, R., ... & Ferreira-Borges, C. (2023). Health and cancer risks associated with low levels of alcohol consumption. The Lancet Public Health, 8(1), e6-e7.