Alcohol heeft effect op alle hersenfuncties, van de motoriek tot de zintuigen. In kleine hoeveelheden lijkt alcohol je losser te maken. Dit komt doordat alcohol de hersenfuncties beïnvloedt die je gedrag reguleren, waardoor je je vrijer en minder geremd gaat voelen. Bij grotere hoeveelheden alcohol worden de effecten steeds sterker. Uiteindelijk werkt alcohol ook in op vitale hersenfuncties, zoals de ademhaling, met mogelijk de dood tot gevolg.
Prikkeloverdracht en neurotransmitters
Alcohol beïnvloedt de prikkeloverdracht in de hersenen. Bij deze prikkeloverdracht spelen bepaalde stoffen een rol: de neurotransmitters. Deze stoffen kunnen zowel een remmend als een stimulerend effect hebben op de werking van het centrale zenuwstelsel. Intoxicatie door alcohol ontstaat doordat alcohol de prikkeloverdracht in het centrale zenuwstelsel beïnvloedt. Er zijn veel verschillende neurotransmitters, maar in dit verband zijn vooral GABA (gamma-aminoboterzuur) en glutamaat van belang [1].
- GABA remt
GABA is de meest voorkomende, remmende neurotransmitter in de hersenen. Alcohol activeert de werking van GABA en dat leidt vervolgens tot een afname van de activiteit van andere zenuwcellen. In alle delen van de hersenen bevinden zich zenuwcellen die gevoelig zijn voor GABA. Dat verklaart waarom alcohol effect heeft op alle hersenfuncties.
- Glutamaat stimuleert
Glutamaat is de meest voorkomende, stimulerende neurotransmitter in de hersenen. Glutamaat stimuleert de activiteit van zenuwcellen. Door alcohol wordt glutamaat minder actief, waardoor het stimulerende effect op de zenuwcellen afneemt.
Alcohol werkt verdovend
Het effect van alcohol op zowel GABA als glutamaat heeft tot gevolg dat er minder prikkels worden overgedragen. In beide gevallen veroorzaakt alcohol dus een verdovend effect. Als de hoeveelheid alcohol in de hersenen toeneemt, zal ook dit verdovende effect toenemen en zal het hele brein minder goed werken. Dit heeft vele gevolgen.
- Verslechterde motoriek
- Verminderde sensorische waarneming
- Afname van geheugenfuncties en beoordelingsvermogen
- Stemmingsproblemen
Er is een grote variatie in wat je kunt ervaren na het drinken van alcohol. We omschrijven de meest voorkomende effecten in relatie tot het aantal gedronken glazen [2].
We gaan in dit overzicht uit van ‘ervaren’ drinkers. Mensen die niet regelmatig drinken én jongeren kunnen al bij veel minder glazen drank een veel sterker effect verwachten. Bij jongeren neemt met name het ongeremde gedrag sterker toe, omdat een bepaald deel van de hersenen - de prefrontale cortex - bij hen nog niet volledig is ontwikkeld. Jongeren hebben wel minder snel last van verstoring van de coördinatie en de motoriek.
De hoeveelheid alcohol die gedronken wordt speelt een belangrijke rol: hoe hoger de concentratie van alcohol in het bloed, het promillage (de bloedalcoholconcentratie of BAC), hoe ernstiger de ervaren effecten. Met een glas wordt een standaardglas [CdJ1] bedoeld (10 gram alcohol).
1-3 glazen (0 tot 0,5 promille): ontspannen – licht ontremd
Je polsslag en ademhaling versnellen. Je krijgt een warm gevoel. Je smaak, reuk en gezichtsvermogen gaan achteruit en je voelt minder pijn. Je eetlust neemt toe en je moet vaker plassen.
3-7 glazen (0,5 tot 1,5 promille): aangeschoten
Je stemming en gedrag veranderen duidelijk. Je overschat jezelf. Je geheugen, reactiesnelheid en coördinatie (bijvoorbeeld evenwicht) verminderen en je kunt situaties minder goed inschatten. Je ziet steeds minder aan de randen van je gezichtsveld (tunneleffect) en je rijvaardigheid is zichtbaar minder.
7-15 glazen (1,5 tot 3 promille): zat - dronken
Alle tot nu toe genoemde effecten worden nog sterker. Ook ga je je overdreven emotioneel gedragen en je zelfkritiek verdwijnt. Je gezicht wordt rood, zwelt op en je pupillen vergroten. Je kan misselijk worden en moeten braken. Ook kan je agressief worden.
15-20 glazen (3 tot 4 promille): laveloos
Je zintuigen verdoven en je bent in de war en afwezig; wat je hoort en ziet dringt nauwelijks tot je door.
20-25+ glazen (4 promille en hoger): knock-out (alcoholvergiftiging)
Je ademhaling en polsslag vertragen zo sterk dat je in coma kunt raken en zelfs kunt doodgaan: je ademhaling stopt of je krijgt een hartstilstand.
Lees hoe de opname en afbraak van alcohol in het lichaam precies verloopt.
De afbraak van één standaardglas alcohol door de lever duurt ongeveer anderhalf uur. Dat betekent dat een hoeveelheid van meer dan zes drankjes, geconsumeerd tussen 23.00 en 2.00 uur, bij het opstaan om 7.00 uur nog niet geheel uit het lichaam is verdwenen. De afbraaksnelheid van alcohol is constant, en versnelt niet door bijvoorbeeld slaap of eten. Wel kan het afbraaksysteem bij snelle alcoholinname overbelast raken waardoor afvalstoffen zich ophopen resulterend in een kater [3].