Soms kan alcoholgebruik ook tot ondergewicht leiden, bijvoorbeeld bij mensen met ‘drunkorexia’ of een alcoholverslaving.
Expertisecentrum Alcohol
Deze pagina is gemaakt door het Expertisecentrum Alcohol. Met wetenschappelijke kennis helpt het expertisecentrum professionals gezondheidsschade door alcohol terug te dringen. Op zoek naar informatie voor jezelf of een ander? Kijk op alcoholinfo.nl.
Blijf op de hoogte
Met de nieuwsbrief van het Expertisecentrum Alcohol:
Heeft u een vraag?
Stuur ons een mail
Overmatig en zwaar drinken kan leiden tot gewichtstoename en obesitas. Maar bij sommige mensen kan het juist leiden tot gewichtsverlies of ondergewicht. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij mensen met een stoornis in het gebruik van alcohol (alcoholverslaving) of mensen met ‘drunkorexia’.
Drunkorexia
Mensen met drunkorexia drinken veel alcohol en proberen de kilocalorieën daarvan te compenseren. Dit doen zij bijvoorbeeld door niet te eten, maaltijden over te slaan, overmatig te sporten of expres over te geven. Drunkorexia komt vooral voor bij jongeren en jongvolwassenen, waaronder studenten, vanwege sociale druk om alcohol te drinken, angst om aan te komen, de wens om slank te blijven of af te vallen of door een laag zelfbeeld of psychische problemen, zoals depressie of angst [1-3]. Drunkorexia is geen officiële medische diagnose [4].
Risico’s van drunkorexia
Drunkorexia brengt verschillende gezondheidsrisico’s met zich mee. Doordat mensen met drunkorexia veel alcohol drinken én weinig of helemaal niet eten, krijgt het lichaam te veel schadelijke stoffen en onvoldoende belangrijke voedingsstoffen binnen. Dit kan leiden tot vermoeidheid, een zwak immuunsysteem en schade aan organen, zoals het hart of de lever. Daarnaast komt alcohol sneller in het bloed als je drinkt op een lege maag. Dat betekent dat je sneller dronken wordt, en dat vergroot het risico op alcoholintoxicatie (alcoholvergiftiging). Te weinig voeding en te veel alcohol kan ook de hersenontwikkeling verstoren. Vooral jongeren en jongvolwassenen lopen een verhoogd risico, aangezien de hersenen nog tot het 25e jaar in ontwikkeling zijn. Bovendien hebben mensen met drunkorexia vaker psychische problemen. Tenslotte vergroot drunkorexia het risico op verkeersongelukken en geweld [1-5].
Alcoholverslaving en ondergewicht
Ook mensen met een stoornis in het gebruik van alcohol kunnen ondergewicht hebben. Dit kan verschillende oorzaken hebben, bijvoorbeeld verwaarlozing en het overslaan van maaltijden. Ook kan de werking van de darmwand veranderd zijn onder invloed van de alcohol, waardoor er minder voedingsstoffen kunnen worden opgenomen [6]. Daarnaast kan een eetstoornis een rol spelen. Een deel van de mensen met een eetstoornis ontwikkelt in de toekomst namelijk ook een stoornis in het gebruik van alcohol [7].
Referenties
- Ciechowska, K., & Polaniak, R. (2022). Drunkorexia–knowledge review. Psychiatria. Polska, 56(5), 1131-1141.
- Pérez-Ortiz, N., Andrade-Gómez, E., Fagundo-Rivera, J., & Fernández-León, P. (2024). Comprehensive management of drunkorexia: a scoping review of influencing factors and opportunities for intervention. Nutrients, 16(22), 3894.
- Speed, S., Ward, R. M., Haus, L., Branscum, P., Barrios, V., Budd, K. M., ... & Humenay, E. (2022). A systematic review of common drunkorexia measures: examining gender differences across scales. American Journal of Health Education, 53(5), 342-359.
- Thompson-Memmer, C., Glassman, T., & Diehr, A. (2019). Drunkorexia: a new term and diagnostic criteria. Journal of American College Health, 67(7), 620-626.
- Simons, R. M., Hansen, J. M., Simons, J. S., Hovrud, L., & Hahn, A. M. (2021). Drunkorexia: normative behavior or gateway to alcohol and eating pathology?. Addictive Behaviors, 112, 106577.
- Bode, C., & Bode, J. C. (2003). Effect of alcohol consumption on the gut. Best Practice & Research Clinical Gastroenterology, 17(4), 575-592.
- Franko, D. L., Dorer, D. J., Keel, P. K., Jackson, S., Manzo, M. P., & Herzog, D. B. (2005). How do eating disorders and alcohol use disorder influence each other?. International Journal of Eating Disorders, 38(3), 200-207.