Nieuws |

Groepsvorming van invloed op alcohol-, drugs- en tabaksgebruik studentenverenigingen

Alcohol-, drugs- en tabaksgebruik onder studenten wordt met name beïnvloed door groepvorming die plaatsvindt tijdens de studententijd. Zo lijken studenten die lid zijn van een vereniging meer alcohol te drinken dan studenten die geen lid zijn. De sterke band tussen studenten bij verenigingen biedt tegelijkertijd ook kansen voor preventie van problematisch middelengebruik. Dat en meer blijkt uit het Trendspotter-onderzoek dat vandaag is gepubliceerd.

Beluister hier een korte toelichting van Michelle van der Horst:

Alcoholgebruik blijft onverminderd hoog onder studenten. Zo bleek uit de Monitor Mentale Gezondheid en Middelengebruik Studenten (MMMS) 2023 dat bij relatief veel studenten in het hoger beroepsonderwijs (hbo) en wetenschappelijk onderwijs (wo) het alcoholgebruik overmatig (10%), zwaar (16%) of riskant (39%) is. Verder gebruikt 29% van de studenten cannabis, 14% xtc, 8% psychedelica en 7% cocaïne.

Maar bij welke studentengroepen is het risico op problemen rondom alcohol- en drugsgebruik groter? Dat is een vraag die leeft bij onderwijsinstellingen en instellingen voor verslavingszorg.  Het beeld bestaat dat alcohol- en drugsgebruik een grotere rol speelt bij studenten die lid zijn van een studentenvereniging (een gezelligheids-, studie-, sport- of cultuurvereniging) dan bij studenten die geen lid zijn. Het Trimbos-instituut onderzocht of dit daadwerkelijk het geval is. Dit deden we samen met preventiewerkers, medewerkers van hbo- en wo-instellingen, de onderwijskoepels en studenten.

De invloed van de omgeving van de student

Uit het onderzoek blijkt dat studenten die lid zijn van een studentenvereniging meer alcohol drinken en afhankelijker zijn van alcohol dan studenten die geen lid zijn. Op basis van dit onderzoek is geen eenduidig beeld te schetsen over het verschil in roken en drugsgebruik tussen studenten die lid zijn en studenten die dit niet zijn. Wel zien we dat over het algemeen het middelengebruik van vrienden en anderen in de omgeving van studenten invloed heeft op het eigen gebruik. Dit wordt ook wel groepsinvloed genoemd. Ook heeft het invloed in hoeverre middelengebruik gangbaar is bij bepaalde sociale activiteiten. Ten slotte gebruiken mensen die uitwonend zijn meer middelen dan mensen die nog thuis wonen.

“We zien vooral dat het feit dat er groepsvorming plaatsvindt bij deze studenten van invloed is op het middelengebruik. Dat ligt niet zozeer aan de verenigingen zelf, maar hangt meer samen met de groepsprocessen die er plaatsvinden tijdens de studententijd. Denk bijvoorbeeld aan hoe gangbaar het is in de groep om een middel te gebruiken.” – Michelle van der Horst, projectleider Studenten en Middelengebruik bij het Trimbos-instituut

Problemen bespreekbaar maken

Bij verenigingen is er vaak binding tussen een grote groep studenten. Leden wisselen op een laagdrempelige manier informatie uit over studie en wonen, maar ook over (het voorkomen van risico’s bij) alcohol- en drugsgebruik. “Dit kan kansen bieden voor preventie van problematisch middelengebruik en de gevolgen daarvan,” aldus Michelle van der Horst. “Om dit te bereiken kunnen verenigingen samenwerken met de lokale instellingen voor verslavingszorg. Studenten kunnen bij hen altijd terecht voor vragen.”

De inzichten van het onderzoek bieden handvatten om problematisch alcohol- en drugsgebruik te verminderen bij studenten. Het is belangrijk om in te zetten op alle factoren om zo effectief te werken aan het voorkomen van problematisch gebruik en problemen als gevolg van het gebruik. Dit kunnen we realiseren door integraal samen te werken met onder andere preventiewerkers van de verslavingszorg, studentenverenigingen, studenteninitiatieven, medewerkers van onderwijsinstellingen, gemeenten, de overheid, horecaeigenaren en festivalorganisatoren. Hierbij is het vooral belangrijk om met de student aan tafel te zitten en deze mee te nemen in alle plannen en samenwerkingen. Een voorbeeld hiervan is het programma Studentenwelzijn Stijn.

Over het onderzoek
De data binnen dit onderzoek zijn verzameld door middel van focusgroepen met preventiewerkers, medewerkers van hbo- en wo-instellingen, de onderwijskoepels en studenten. Daarnaast zijn data van de Monitor Mentale Gezondheid en Middelengebruik 2023 en gegevens van Stichting Lieve Mark gebruikt

 Meer informatie

 

Michelle van der Horst
Wetenschappelijk medewerker en projectleider Studenten & Middelengebruik