Blog |

De keerzijde van afschrikkende voorlichting over drugs op school

/de-keerzijde-van-afschrikkende-voorlichting-over-drugs-op-school

Als scholen aan de slag willen met drugspreventie, hebben zij vaak al duidelijke ideeën over de invulling hiervan. Veel docenten die ik hierover spreek geven de voorkeur aan voorlichting die heftige emoties oproept bij de leerlingen. “Anders komt het niet binnen.” Hierbij wordt gedacht aan een ex-verslaafde, politieagent of nabestaande van een jongere die door een drugsincident om het leven is gekomen. Want: “als jongeren de heftige gevolgen inzien van drugsgebruik dan zullen ze wel twee keer nadenken voordat zij die joint of dat pilletje aanpakken.” Dit lijkt op het eerste gezicht een logische gedachte. Helaas pakt dit in de praktijk vaak anders uit.

De behoefte aan afschrikwekkende voorlichting is niet nieuw, maar lijkt door de coronacrisis wel toe te nemen. De afgelopen periode is voor veel jongeren stressvol geweest en er zijn signalen dat bepaalde jongeren hierdoor meer drugs zijn gaan gebruiken. Het is dus begrijpelijk dat veel gemeenten en scholen hier de komende tijd iets tegen willen doen. Maar deze goede bedoelingen leiden lang niet altijd tot een goed resultaat.

Bang maken werkt niet

De gedachte dat afschrikken helpt is op zichzelf begrijpelijk. Verschillende wetenschappelijke theorieën beschrijven dat mensen geneigd zijn om zich te wapenen tegen gevaren. Dit impliceert dat als jongeren zich bewust zijn van de gevaren van drugs, zij deze uit de weg zullen gaan. Helaas is de werkelijkheid complexer en is bang maken meestal niet effectief. Je wapenen tegen gevaren lukt namelijk alleen als je weet hoe je dit moet doen en er vertrouwen in hebt dat je dit ook kunt. Bij interventies gebaseerd op ‘afschrikken’ worden deze aspecten vaak vergeten, terwijl deze factoren essentieel zijn voor effectieve preventie.

Kennis alleen is onvoldoende

Voorlichting wordt gezien als de oplossing voor veel problemen. Van het naleven van coronamaatregelen tot het bestrijden van drugsgebruik. En dit is geen gekke gedachte, want als je iets niet weet dan kun je er ook niet naar handelen. Kennis is een noodzakelijke voorwaarde voor gedragsbeïnvloeding. Helaas houdt een groot deel van de preventie-inspanningen hier op. En dat is jammer, want tussen weten en doen zitten nog verschillende stappen die veel bepalender zijn. Zoals de ervaren normen uit de omgeving en het vertrouwen dat je in staat bent om het gewenste gedrag te vertonen. Zonder aandacht voor deze factoren is de kans op gedragsverandering klein.

Voorlichting op jonge leeftijd heeft geen effect

Bovendien is de timing van voorlichting erg belangrijk. Voorlichting moet idealiter worden gegeven vóórdat iemand ongewenst gedrag vertoont. Dus in het geval van drugspreventie voordat jongeren ervaring hebben met het gebruik van drugs. Helaas schieten sommige initiatieven daarin nogal door. Het is begrijpelijk dat je er op tijd bij wilt zijn, maar ‘hoe jonger hoe beter’ gaat hier niet op. Uit onderzoek weten we dat de meeste kinderen op jonge leeftijd gelukkig geen middelen gebruiken, dat hun houding ten opzichte van middelen vooral negatief is en dat voorlichting op te jonge leeftijd geen effect heeft.

Voorlichting kan ook ongewenste effecten hebben

Populaire preventiestrategieën schieten dus helaas nogal eens hun doel voorbij. Bovendien kan een goedbedoelde aanpak soms ongewenste gevolgen hebben. Er zijn verschillende voorbeelden van initiatieven waarbij uiteindelijk juist het tegenovergestelde werd bereikt dan beoogd, zoals de Amerikaanse Scared Straight aanpak waarbij jongeren bang werden gemaakt voor de gevolgen van crimineel gedrag. Ook voor voorlichting aan te jonge kinderen geldt dat er aanwijzingen zijn dat dit ongewenste effecten kan hebben. Wanneer kinderen nog een negatieve houding hebben kan voorlichting juist nieuwsgierig maken. Dus baat het niet? Het schaadt soms wel.

Helder op School is een integraal programma dat wél werkt

Dit wil natuurlijk niet zeggen dat scholen niets kunnen doen om drugsgebruik door leerlingen tegen te gaan. Er zijn alternatieven die beschermend werken zonder dat leerlingen bang worden gemaakt voor de gevaren van drugs. Het Helder op School programma werkt met de vier pijlers van de Gezonde School-aanpak (beleid, signaleren en begeleiden, educatie en omgeving/ouders). Het programma is wetenschappelijk onderbouwd en grondig onderzocht. Met dit integrale programma wordt gewerkt aan een veilige en gezonde schoolomgeving. Er worden lessen aangeboden die aansluiten bij de ontwikkelingsfase en het niveau van de leerlingen, waarbij naast voorlichting ook wordt gewerkt aan andere belangrijke factoren zoals ervaren sociale normen, vertrouwen en vaardigheden. Ouders worden betrokken bij de uitvoering van de lessen, omdat zij een belangrijke rol vervullen in het tegengaan van het middelengebruik van hun kind. Daarnaast worden docenten en ander schoolpersoneel getraind om problemen bij individuele leerlingen te herkennen, zodat snel kan worden ingegrepen. Deze aanpak sluit aan bij de Richtlijn Verslavingspreventie binnen het onderwijs, waarin is beschreven wat men het beste kan doen in verschillende leeftijdsfasen.

Wilt u aan de slag met middelenpreventie op school? Denk niet gelijk aan een ex-verslaafde of politieagent. Helder op School biedt wetenschappelijk onderbouwde alternatieven zonder dat leerlingen worden bang gemaakt voor de gevaren van drugs. Wilt u meer weten over Helder op School?

Ga naar helderopschool.nl

Over deze blog

Deze blog is geschreven door Simone Onrust (Projectleider Helder op School) en Daphne Visser (Wetenschappelijk Onderzoeker Helder op School). Voor vragen kunt u terecht bij Simone Onrust.

Nationaal Preventieakkoord

De Rijksoverheid heeft met een groot aantal maatschappelijke organisaties het Nationaal Preventieakkoord gesloten waarin zeer ambitieuze doelen zijn gesteld. Het is de bedoeling dat in 2040 jongeren onder de 18 jaar geen alcohol meer drinken of roken. Hiervoor is nog een lange weg te gaan. Het onderwijs kan hierin een belangrijke rol vervullen.

Simone Onrust
Senior Wetenschappelijk Medewerker