Sinds het laatste EXPLORE-onderzoek in 2008 is het middelengebruik binnen het praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs in 2019 behoorlijk gedaald. Deze daling is voor alle middelen zichtbaar, met uitzondering van het ooit gebruik van XTC in het praktijkonderwijs. Deze bevindingen zijn grotendeels in lijn met de ontwikkeling binnen het VMBO basis en kaderberoepsgerichte leerweg (VMBO-b).
Middelengebruik in praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs
Voor tabak, alcohol, cannabis en xtc geldt dat de prevalentiecijfers in het cluster 4-onderwijs beduidend hoger liggen dan in het praktijkonderwijs. Ook in vergelijking met VMBO-b leerlingen is het gebruik van tabak, cannabis en xtc hoger in het praktijkonderwijs. Alleen het prevalentiecijfer voor alcohol ligt in het VMBO-b onderwijs hoger dan in het praktijk- en cluster 4-onderwijs.
Roken
Rookgedrag naar onderwijstype
Van de scholieren van 12 t/m 16 jaar in het cluster 4-onderwijs heeft bijna één op de drie (31%) ooit gerookt. Dit is hoger dan de lifetime-prevalentie in het praktijkonderwijs (21%) en leerlingen van het VMBO-b (24%), maar het verschil met het VMBO-b is niet significant. Van de cluster 4-leerlingen heeft bijna één op de vijf in de afgelopen maand gerookt. Dit is (niet significant) hoger dan de maandprevalentie in het praktijkonderwijs (13%) en het VMBO-b (12%).
Trends roken
In 2019 is de lifetime-, maandprevalentie en het dagelijks roken gedaald ten opzichte van 2008. Deze daling is zowel in het cluster 4-onderwijs als in het praktijkonderwijs te zien. Ook onder VMBO-b leerlingen is de prevalentie van roken gedaald in 2019 ten opzichte van 2007.
Alcoholgebruik
Alcoholgebruik naar onderwijstype
Van de scholieren van 12 t/m 16 jaar in het cluster 4-onderwijs heeft bijna de helft (46%) ooit alcohol gedronken en een kwart (24%) in de afgelopen maand. Dit is hoger dan in het praktijkonderwijs (30% en 17%) en vergelijkbaar met het VMBO-b (50% en 29%).
Sterke daling alcoholgebruik
Het alcoholgebruik (ooit, afgelopen maand, binge drinken (5 of meer glazen drinken bij één gelegenheid)) is in de periode 2008-2019 sterk gedaald in zowel het praktijkonderwijs als cluster 4-onderwijs. De afname is vergelijkbaar met die in het VMBO-b in de periode 2007-2019. Alleen de daling in het binge drinken lijkt in het praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs wat sterker.
Cannabisgebruik
Cannabisgebruik naar onderwijstype
Van de cluster 4-scholieren heeft één op de vijf (20%) ooit cannabis gebruikt. Dit is tweemaal hoger dan de lifetime-prevalentie in het VMBO-b (10%) en bijna drie keer zo hoog als in het praktijkonderwijs (7%). Van de cluster 4-leerlingen heeft ruim één op de tien (12%) in de afgelopen maand cannabis gebruikt. Dit is tweemaal hoger dan in het VMBO-b (6%) en driemaal hoger dan in het praktijkonderwijs (4%).
Sterke daling cannabisgebruik
Het percentage leerlingen dat in de afgelopen maand cannabis heeft gebruikt, is in de periode 2008-2019 gedaald. In het praktijkonderwijs was sprake van een lichte, niet significante daling, maar de percentages liggen daar veel lager dan in cluster 4.
Harddrugs, paddo’s en lachgas
Lifetime-prevalentie van harddrugs en paddo’s
In de drie onderwijstypen is het gebruik van xtc het hoogst vergeleken met de andere harddrugs. Daarna volgen amfetamine en cocaïne. De lifetime-prevalentie van harddrugs en paddo’s is bij cluster 4-leerlingen het hoogst vergeleken met leerlingen in het praktijkonderwijs en VMBO-b. Met name xtc wordt door cluster 4-leerlingen (6,2%) vaker gebruikt dan door leerlingen van het praktijkonderwijs (2,6%) en VMBO-b leerlingen (2,3%)
Gebruik in de afgelopen maand
Onder cluster 4-leerlingen ligt het percentage gebruikers van XTC in de afgelopen maand drie keer hoger dan onder leerlingen van het VMBO-b. Vergeleken met leerlingen van het praktijkonderwijs hebben cluster 4-leerlingen bijna twee keer zo vaak in de afgelopen maand XTC gebruikt, maar deze verschillen zijn niet significant. Verder lijkt het gebruik van enige harddrug (XTC, cocaïne, amfetamine, heroïne, GHB, crack, LSD) ook hoger bij cluster 4-leerlingen (4,3%) dan bij leerlingen uit het praktijkonderwijs (2,6%) en VMBO-b (2,0%).
Lachgas
Van de scholieren van 12 t/m 16 jaar in het cluster 4-onderwijs heeft bijna één op de vijf ooit lachgas gebruikt. Dat is hoger dan bij leerlingen van het praktijkonderwijs (11%) en VMBO-b (13%), maar het verschil met VMBO-b is niet significant. Van de cluster 4-leerlingen heeft 7% in de afgelopen maand nog lachgas gebruikt. In het praktijkonderwijs en VMBO-b is dat respectievelijk 4,7% en 4,1%, maar de verschillen met cluster 4 zijn niet significant.
Elektronische sigaret en waterpijp
E-sigaret
Onder de scholieren van 12 t/m 16 jaar van het praktijkonderwijs heeft 27% ooit een elektronische sigaret (e-sigaret) gebruikt. Onder VMBO-b en cluster 4-scholieren is dit 37% en 34%. Van de scholieren die ooit een e-sigaret hebben gebruikt, gebruikte ongeveer één op de vijf leerlingen van het praktijkonderwijs (20%) en het cluster 4-onderwijs (22%) de e-sigaret ten minste wekelijks. Dit percentage ligt in het VMBO-b iets lager (14%).
Waterpijp
Ongeveer een kwart van de scholieren van 12 t/m 16 jaar heeft ooit waterpijp gerookt. Dit geldt voor elk van de drie onderwijstypen (praktijkonderwijs: 24%; cluster 4-onderwijs en VMBO-b: 26%). Voor alle onderwijstypen geldt dat ongeveer één op de tien scholieren de afgelopen maand waterpijp heeft gerookt (praktijkonderwijs en cluster 4-onderwijs: 11%; VMBO-b: 10%)