Nieuwe toolkit helpt depressie voorkomen bij aanstaande en pas bevallen moeders

Ieder jaar krijgen ruim 23.000 pas bevallen moeders een postpartum depressie. Depressie is daarmee de meest voorkomende complicatie bij de moeder na een bevalling. Organisaties in de geboortezorg en hun samenwerkingspartners kunnen vanaf nu de nieuwe toolkit inzetten om depressie te helpen voorkomen.

De toolkit ‘Preventie van postpartum depressie’ is ontwikkeld binnen het project ‘Depressiepreventie bij aanstaande en pas bevallen moeders’. Dit is een van de projecten van het Meerjarenprogramma Depressiepreventie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. We weten inmiddels dat effectieve preventie bij de moeders mogelijk is, toch gebeurt dit vaak nog niet in de praktijk. Daarom bevat de toolkit verschillende instrumenten waarmee de (zorg)professional effectieve depressiepreventie op kan zetten en kan uitvoeren.

Over de toolkit

Professionals die de toolkit kunnen gebruiken zijn zowel jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen in de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), verloskundigen en kraamverzorgenden als huisartsen, praktijkondersteuners huisarts GGZ (POHs-GGZ) en psychologen. Er zijn diverse praktische tools: een instructie voor screening, een stappenplan waarmee een regionaal zorgpad ingevuld kan worden en de e-learning ‘Preventie postpartum depressie’. Ook is onder andere een folder, poster en wachtkamerfilmpje voor de moeders : ‘Waar is de roze wolk?’.

Goede samenwerking is essentieel

Tijdens het project werkten teams in de geboortezorg in verschillende pilots nauw met elkaar samen binnen de ketenaanpak preventie postpartum depressie. Goede samenwerking is bij effectieve preventie een belangrijke voorwaarde. Samenwerking tussen verloskundigen, kraamverzorgenden, en de JGZ, waaronder jeugdverpleegkundigen en jeugdartsen. Maar ook met de GGZ, ziekenhuizen, en de huisartsen of POHs-GGZ. De GGD treedt vaak op als regievoerder.

De ketenaanpak betekent: tijdig depressieve klachten signaleren bij aanstaande en pas bevallen moeders (door een korte screening van iedere moeder, maar ook door professionals deskundig te maken in het signaleren van klachten); de moeders ondersteunen; en zo nodig doorverwijzen naar de juiste preventieve zorg of behandeling. Hiervoor moeten de professionals de sociale kaart goed op orde hebben en onderling duidelijke afspraken maken over overdracht, terugkoppeling en nazorg voor de moeders.

Goed voorbeeld: screening en samenwerking van de grond gekomen

GGD Hart voor Brabant is een van de pilotorganisaties geweest die de ketenaanpak heeft opgezet. Een van hun belangrijkste prestaties is dat iedere moeder die op het consultatiebureau komt een screeningslijst invult (de EPDS). Aan de hand van de antwoorden gaat de jeugdverpleegkundige of -arts in gesprek met de moeder.

Ze vroeg goed door, wat voor mij echt nodig is, aangezien ik snel de neiging heb te zeggen dat het goed gaat. Met de tips die ze gaf kon ik echt wat.”– Moeder over MamaKits Hart voor Brabant

Na de screening kan de moeder worden doorverwezen naar preventieve interventies zoals  Mamas@home (drie laagdrempelige online bijeenkomsten) of MamaKits (drie individuele gesprekken met aanstaande en pas bevallen moeders met milde psychische klachten). De GGD kan deze interventies zelf aanbieden. Voor MamaKits zijn GGD-medewerkers getraind door MamaKits GGZInGeest. Daarnaast kan via de huisarts verwezen worden naar zwaardere psychologische zorg. JGZ medewerkers zijn geschoold met de e-learning ‘Preventie van postpartum’ depressie en de jeugdverpleegkundige wijst de moeder op de folder ‘Waar is de roze wolk’.

Aan de slag

De toolkit is onderdeel van het nieuwe dossier ‘Mentale gezondheid en zwangerschap’ en is gratis te downloaden.

Vragen?

Heeft u vragen of wilt u meer informatie? Neem contact op met Merel Linthorst (GGD GHOR) of Linda Bolier (Trimbos-instituut).

Linda Bolier
Wetenschappelijk medewerker