Blog |

Middelenpreventie op school: zó pakt u dat aan

In 2006 werden onze jongeren de ‘zuipschuiten van Europa’ genoemd door Trouw. Dit soort alarmerende berichten over het middelengebruik van de Nederlandse jeugd zorgde ervoor dat er meer aandacht kwam voor middelenpreventie. Jongeren en hun ouders werden aangesproken via voorlichtingscampagnes vanuit de Rijksoverheid en door middel van preventie op scholen. De aandacht hiervoor is nu gedaald en dat terwijl het middelengebruik van jongeren de afgelopen jaren niét meer daalt. Het is belangrijk dat hier verandering in komt.

Van daling naar stagnatie
De aandacht voor preventie leek vruchten af te werpen.* Het aantal jongeren (12-16 jaar) dat wel eens rookte daalde flink (van 54% in 1999 naar 23% in 2015). Ook het aantal jongeren dat ooit alcohol had gedronken daalde (van 72% in 1999 naar 45% in 2015). Daarnaast zakte het percentage leerlingen dat ooit had geblowd (van 17% in 1999 naar 10% in 2015). Sinds 2015 heeft alleen de daling van het aantal rokers licht doorgezet. Alcoholgebruik en blowen zijn sinds 2015 gelijk gebleven (resp. 47% en 10%). En lachgas gebruik is zelfs gestégen tussen 2015 (8%) en 2019 (10%). Al deze cijfers komen uit het Peilstationsonderzoek, afgenomen onder scholieren van 12 tot en met 16 jaar.

*Er is geen bewijs dat de daling door de voorlichtingscampagnes en preventieprogramma’s komt, maar het is wel aangetoond dat de daling in middelengebruik onder jongeren inzette toen de campagnes en programma’s werden uitgevoerd.

Scholen vinden middelenpreventie een belangrijk thema, maar naast middelenpreventie zijn er nog veel meer andere thema’s en bijkomende taken die een beroep doen op onderwijsprofessionals. Kortgezegd: er ligt druk op het onderwijs. Middelenpreventie wordt mede daarom niet meer altijd planmatig en structureel aangepakt, en zogenaamde ‘quick fixes’ worden steeds verleidelijker. En dat is spijtig. Uit onderzoek (EMCDDA, 2019; Newton e.a., 2017; Tobler e.a., 2000) blijkt namelijk dat middelenpreventie in het onderwijs alleen effectief is als lessen over roken, alcohol en drugs structureel zijn ingebed in een breder geheel van activiteiten voor leerlingen, ouders en het onderwijspersoneel. Ga daar maar eens aanstaan met alle andere maatschappelijke thema’s.

Focus op primaire onderwijstaken tijdens corona

Daarbovenop kregen we allemaal te maken met de coronacrisis. De crisis heeft een behoorlijke impact op het onderwijs. Het is logisch dat scholen zich toen voornamelijk richtten op de primaire onderwijstaken. Maar de coronacrisis kan ook impact hebben op het middelengebruik van jongeren. Sociale contacten en gebrek aan perspectief zorgen voor angst en somberheid. Deze gevoelens zorgen op hun beurt voor een vergroot risico op problematisch middelengebruik. Ook zorgt de crisis voor verveling, waardoor roken, alcohol drinken en blowen verleidelijk zijn.

Hoe het middelengebruik van (minderjarige) jongeren zich precies heeft ontwikkeld is nog niet bekend, maar er is weinig reden om te verwachten dat Nederlandse scholieren in de afgelopen periode minder middelen zijn gaan gebruiken. De daling van het middelengebruik was namelijk al gestagneerd vóór de crisis. Op het moment dat het onderwijs weer haar oude vorm krijgt, is het belangrijk dat middelenpreventie (op)nieuw leven in wordt geblazen. Hierbij is een planmatige aanpak met activiteiten voor verschillende doelgroepen een must. De vraag die nu natuurlijk blijft liggen is: ‘hoe gaan we dat aanpakken?’

Helder op School begeleidt leerkrachten stap voor stap

Het is een hele mond vol: een integrale benadering van middelenpreventie, waarbij lessen over roken, alcohol en drugs structureel zijn ingebed in een breder geheel van activiteiten. Positieve effecten zonder deze aanpak zijn onwaarschijnlijk. Een tijdsinvestering is dan ook onoverkomelijk als het gaat om middelenpreventie. Des te belangrijker dus om een effectief programma in te zetten. Een programma die de tijdsinvestering waard is. Al meer dan 30 jaar implementeren, verbeteren en onderzoeken we het preventieprogramma Helder op School. Helder op School werkt met de Gezonde School-aanpak, waarin vier pijlers centraal staan: beleid, signaleren en begeleiden, educatie en schoolomgeving (ouders). Voor iedere pijler is materiaal beschikbaar om gestructureerd aan de slag kunnen met het terugdringen van middelengebruik onder leerlingen. Ja, dit is een investering. Maar als we het middelengebruik onder jongeren verder willen terugdringen is dit noodzakelijk. Het uitvoeren van een losse les of activiteit heeft namelijk geen zin.

Goed beleid is de basis

Een goed beleid is de basis van middelenpreventie. Het gaat hierbij om heldere afspraken, die bij iedereen bekend zijn, onder andere over de te hanteren regels, de handhaving, de voorlichting aan leerlingen en het betrekken van ouders.

“Op het moment dat wij signaleren dat er middelengebruik is, hetzij drugs, hetzij alcohol, dan staat in ons beleid dat wij de ouders hierover informeren. En dat we hierover een gesprek aangaan met de leerling. En bij dealen, als het nog weer een stap verder gaat, dan schakelen we de altijd de politie in.” – Zorgcoördinator

Problemen zo vroeg mogelijk signaleren

Het liefst willen we problemen bij individuele leerlingen zo vroeg mogelijk herkennen. Signaleren en begeleiden is daarom essentieel. Dit is in de huidige coronacrisis misschien nog wel belangrijker geworden, omdat er steeds vaker signalen zijn dat jongeren middelen gebruiken uit verveling of om angst en somberheid weg te drukken.

Lessen moeten aansluiten op de leerlingen

Helder op School bevat verschillende lespakketten. Elke leeftijdsfase kent zijn eigen uitdagingen. Preventiestrategieën die hierop aan sluiten zijn het meest effectief. Daarom sluiten de Helder op School lesprogramma’s aan bij het specifieke ontwikkelingsstadium waar de leerling zich op dat moment in bevindt. Alle lespakketten van Helder op School zijn wetenschappelijk onderbouwd, afgestemd met verschillende docenten en getest op verschillende scholen.

“De meerwaarde van het lesmateriaal is dat wij hiermee een programma kunnen introduceren waarbij er rekening wordt gehouden met het (sociaal) ontwikkelingsniveau van het kind. Ook het belang wat wordt gehecht aan de ondersteuning van leerkrachten in het geven van deze lessen, door middel van trainingen vooraf en een gedetailleerde docentenhandleiding, is voor ons een belangrijk onderdeel van het programma.” – Zorgcoördinator

Schoolomgeving betrekken

Het is belang rijk om de schoolomgeving te betrekken bij preventie. Gedrag van anderen heeft een grote invloed op gedrag van jongeren. Het helpt dus als medewerkers, ouders en bezoekers op school het goede voorbeeld geven door niet te roken of geen alcohol te drinken. Om deze reden is het voor alle scholen verplicht om een rookvrij schoolterrein te hebben. Daarnaast heeft onderzoek herhaaldelijk aangetoond dat lesprogramma’s veel effectiever zijn als de ouders hierbij worden betrokken.

Ga aan de slag met Helder op School

Nationaal Preventieakkoord

De Rijksoverheid heeft met een groot aantal maatschappelijke organisaties het Nationaal Preventieakkoord gesloten waarin zeer ambitieuze doelen zijn gesteld. Het is de bedoeling dat in 2040 jongeren onder de 18 jaar geen alcohol meer drinken of roken. Hiervoor is nog een lange weg te gaan. Het onderwijs kan hierin een belangrijke rol vervullen.

Over deze blog

Deze blog is geschreven door Simone Onrust (Projectleider Helder op School) en Daphne Visser (Wetenschappelijk Onderzoeker Helder op School). Voor het schrijven deze blog zijn onderdelen gebruikt uit het artikel ‘Helder op School’ van Simone Onrust en Marianne Maat in het tijdschrift OnderWijsTijd (jaargang 1, nummer 2).