Blog |

De rauwe rafelrandjes van ecstasy | Deel 2: de ecstasy-vergiftiging

In enkele blogs reflecteert arts-epidemioloog Esther Croes, projectleider van de Monitor Drugsincidenten, op de medische gevolgen van ecstasygebruik. Dit is deel 2 in de miniserie over de rauwe rafelrandjes van ecstasy: de ecstasy-vergiftiging.

Volgens Nederlands onderzoek sterft elk jaar één op de 10.000 ecstasygebruikers en zoekt één op de 70 acuut medische hulp omdat het middel verkeerd valt. Is dat veel of weinig?, vraagt arts-epidemioloog Esther Croes zich af. Dit is deel 2 in de miniserie over de rauwe rafelrandjes van ecstasy. De serie wil de lezer van objectieve kennis voorzien die van belang is in de huidige maatschappelijke discussie over recreatief gebruik van ecstasy. Lees ook deel 1: dood, afschuwelijk en onvoorspelbaar.

Nederlandse drugssterfteregistratie is incompleet

Toxicoloog Raymond Niesink publiceerde in 2017 een informatief overzichtsrapport over de acute effecten van ecstasy waarin hij al op bladzijde 3 postuleerde: “In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht is de kans om aan een ecstasyintoxicatie te overlijden even groot als de kans om te overlijden aan recreatief gebruik van cocaïne of amfetamine.” Hij baseerde deze uitspraak op buitenlands onderzoek omdat in Nederland de registratie van drugsgerelateerde doden onvolledig is.

Eén van de redenen voor die onvolledigheid is bijvoorbeeld dat de gevolgen die tot de dood hebben geleid geregistreerd worden als primaire doodsoorzaak. Zoals de ecstasygebruiker die hyperthermie ontwikkelt en overlijdt aan het uitvallen van alle organen. In zo’n situatie zal multi-orgaanfalen vaak als doodsoorzaak worden geregistreerd en niet het drugsgebruik. Een tweede reden voor de onvolledigheid is dat drugsgebruik in veel gevallen niet wordt herkend. De overledene van wie het hart op hol werd gejaagd door ecstasy of cocaïne wordt, als er niet aan drugs als oorzaak wordt gedacht, geregistreerd als: hartaanval, een natuurlijke doodsoorzaak.

En dan is er natuurlijk nog de groep die overlijdt na het nemen van meerdere middelen. Alleen het middel dat als eerste staat genoteerd in de doodsoorzakenverklaring wordt geregistreerd als doodsoorzaak en de overige middelen uit de cocktail blijven buiten zicht. Deze voorbeelden illustreren dat er hoogstwaarschijnlijk veel meer ecstasy-gerelateerde doden zijn dan de 11 sterfgevallen waarvan het Centraal Bureau voor de Statistiek in 2021 als primaire doodsoorzaak psychostimulantia (de amfetamine-achtigen) vermeldde.

Ook cijfers van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) leveren geen compleet beeld. Het uitgebreide en daardoor dure onderzoek van het NFI wordt alleen ingezet als er een verdenking van een misdrijf is. In een rapport enkele jaren geleden toonden we aan dat bij de selectie aan overledenen die bij het NFI wordt onderzocht elk jaar in zo’n acht gevallen ecstasy tenminste had bijgedragen aan het overlijden, al dan niet in combinatie met andere drugs1Ook de kwestie wat nou de doodsoorzaak is bij combinatiegebruik komt vaak terug. Duidelijk is dat de effecten van combinatiegebruik van drugs nog ongewisser zijn dan van het gebruik van een enkele drug. De kans op ernstige complicaties en de dood stijgt bij combinatiegebruik. De effecten van de afzonderlijke drugs zijn daarin lang niet altijd te onderscheiden. Wanneer er een werkzame dosis van het middel in het lichaam aanwezig is, gaan we ervan uit dat het een bijdrage heeft geleverd aan het overlijden.. In de meeste overlijdensgevallen is er echter alleen een overleden festivalganger of thuisgebruiker zonder verdachte omstandigheden en überhaupt geen reden om enig onderzoek bij het NFI aan te vragen.

Een nieuw Speciaal Register Drugssterfte, initiatief van forensisch artsen, GGD Amsterdam en het Trimbos-instituut, moet in de toekomst completere Nederlandse cijfers gaan genereren. Tot die tijd blijft het gissen hoeveel mensen er in Nederland overlijden aan het gebruik van drugs.

Ecstasysterfte bij de buren

Nederlandse onderzoekers publiceerden in 2020 een peer-reviewed artikel waarin zij een drugsdodenregistratie uit het Verenigd Koninkrijk gebruikten om de sterftekans van ecstasygebruikers te berekenen. Met gegevens uit 2017 becijferden zij dat in Engeland elk jaar één op de 10.000 ecstasygebruikers sterft2Voor alléén ecstasygebruik zonder gebruik van andere middelen die avond toonden zij voor zowel Engeland als Schotland aan dat één op de 33.000 pillen dodelijk was.. Volledig toepasselijk op Nederland? Vast niet. Maar zo heel veel zal dat nou ook weer niet schelen. Dat zou dan inhouden dat wij in Nederland, met ongeveer 430.000 ‘laatste jaar’ ecstasygebruikers, jaarlijks enkele tientallen ecstasygebruikers verliezen. Overleden door het gebruik van alleen ecstasy, of in combinatie met alcohol of andere drugs. Dat past beter bij de signalen die we bij het Trimbos-instituut krijgen.

Een jaarlijkse sterfte van één op de 10.000 ecstasygebruikers. Veel of weinig? Vergelijk het met een andere activiteit die we maar af en toe doen: een bezoek aan een pretpark. Als één op de 10.000 pretparkbezoekers een ritje achtbaan of schommelschip niet zou overleven, zou het pretpark zelf ook niet lang blijven bestaan. Een absolute no brainer.

Een vergiftiging met ecstasy

Tot zover de sterfte, en over naar de ‘mildere gezondheidsschade’ door ecstasygebruik. Met Nederlandse data is in hetzelfde artikel een schatting gemaakt van het aantal ecstasygebruikers dat acuut medische hulp zoekt na het gebruik van een pilletje. Want ecstasygebruik is niet altijd een feest. Niet kunnen plassen, abnormaal wijde pupillen, hartkloppingen, een verhoogde bloeddruk, hoofdpijn, tandenknarsen en kaakspieren die maar blijven malen, ongecontroleerd rollende ogen, misselijkheid en braken, korte termijn geheugenverlies: het zijn klachten bij ecstasygebruik die we, in de Monitor DrugsIncidenten (zie verderop), als lichte vergiftigingsverschijnselen categoriseren. Matige tot ernstige vergiftigingen geven problemen als pijn op de borst, versnelde ademhaling (die minder efficiënt is waardoor er te weinig zuurstof in het bloed komt), kaakklem (zo iemand kan je nauwelijks intuberen – een buisje in de keel plaatsen om te beademen als de patiënt dat zelf niet meer kan), desoriëntatie, verwardheid, hallucinaties, trekkingen of epileptische insulten, bewusteloosheid of juist agressie, verhoogde temperatuur en een snel dalende bloeddruk, zoals past bij een patiënt in shock. De meeste mensen die zich beroerd voelen na ecstasygebruik zieken de klachten thuis uit. Maar een deel van hen voelt zich zo belabberd dat ze acuut medische hulp zoeken, bij een EHBO op een festival, op de spoedeisende hulp (SEH) van een ziekenhuis of bij de huisartsenpost, of ze bellen een ambulance.

Sinds 2009 verzamelt de Monitor DrugsIncidenten (MDI) van het Trimbos-instituut systematisch anonieme gegevens over vergiftigingen met ecstasy en andere drugs waarvoor de gebruiker acuut medische hulp zoekt. De gegevens komen van zo’n 20-25 medische spoeddiensten (SEH’s van ziekenhuizen, ambulancediensten, EHBO’s op grootschalige evenementen en forensisch artsen) en van 14 SEH’s die zijn aangesloten bij het Letsel Informatiesysteem van VeiligheidNL. Op alle instellingen die acute zorg leveren is dit maar een heel beperkt aantal. Het is dus nadrukkelijk géén landelijk dekkend monitoringssysteem, maar wel een uitstekende bron om signalen op te vangen. Sinds de start zijn er meer dan 66.500 gezondheidsincidenten na drugsgebruik in de database opgenomen, waarvan er bijna 19.000 voorvielen na het gebruik van ecstasy. Bij 13.500 incidenten was ecstasy de enige gebruikte drug (naast eventueel alcohol) en bij 5.500 incidenten werden ook één of meer andere drugs gebruikt (ook hier eventueel met alcohol). Voor de duidelijkheid: het betreft uitsluitend de gezondheidsincidenten waarvan het aannemelijk is dat ze direct gevolg zijn van het middelengebruik, dus geen pleisters voor blaren of paracetamolletjes tegen hoofdpijn.

Een onverwachte bevinding

Met deze gegevens, en de cijfers uit de Nationale Drug Monitor over het gebruik van ecstasy, gingen de al genoemde onderzoekers rekenen. Zij begonnen met de aanname dat de MDI één derde van alle acute hulpvragen voor drugsincidenten in ons land registreert (daar valt over te discussiëren maar dat maakt voor hun eindconclusie niet uit; daarover later). Vervolgens deelden zij dat aantal incidenten door het aantal ‘laatste jaar’ gebruikers en vonden dat elk jaar één op de 70 ecstasygebruikers een beroep doet op de acute zorg. Meestal gaat dat over de lichte klachten, zoals paniek, angst, hartkloppingen of braken. Maar bij één op de 700 gebruikers gaat het goed mis: bij hen is er sprake van acuut ernstige gevolgen waarin de zorg soms knetterhard moet werken om ze in leven te houden. Afgelopen zomer trokken enkele spoeddiensten aan de bel vanwege de wissel die deze acute zorg voor recreatieve drugsgebruikers trok op het overbelaste zorgsysteem. Ook vele lezers van het vorige blog herkenden zich hierin.

Voor de matige en ernstige acute gezondheidsgevolgen van ecstasy becijferden de Nederlandse onderzoekers nóg iets interessants. Zij vergeleken het risico van ecstasy met dat van cocaïne, een drug die bij de meeste mensen terecht géén onschuldig imago heeft. Ze gebruikten dezelfde bronnen en deden dezelfde aanname over de dekkingsgraad van de MDI (en daarom maakt het niet uit of ze hier een onder- of overschatting van de dekkingsgraad gebruikten3Als projectleider van de MDI denk ik dat minder dan 33% van de landelijke incidenten in de database is opgenomen. Daarmee zou het werkelijke aantal incidenten in Nederland hoger liggen en de risico’s voor de gebruiker ook. Een landelijk dekkende registratie is echter op dit moment niet haalbaar.). Hun conclusie was onverwacht: het risico op een matige of ernstige intoxicatie is twee keer hoger voor een dosis ecstasy dan voor een dosis cocaïne. Hier zijn de lichte vergiftigingsverschijnselen als hartkloppingen en braken dus niet meegenomen. Ofwel: een ecstasypilletje leidt twee keer zo vaak tot een serieuze vergiftiging als een snuif coke…

Om af te ronden: de Nederlandse wetenschappelijke studie concludeert dat ongeveer 1 op de 70 ecstasygebruikers jaarlijks een beroep doet op acute zorgverleners en dat 10% van hen een ernstige ecstasyvergiftiging heeft. Je kunt je de vraag stellen: is dit nu veel of weinig? Eerlijk gezegd had ik me nooit gerealiseerd dat ecstasy jaarlijks bij één op de 700 gebruikers leidt tot een (levens)bedreigende situatie. Er zijn weinig activiteiten waarvan we zo’n risico accepteren. Ik hoop van harte dat ecstasy in alle andere gevallen echt doet wat het belooft: het brengen van warme gevoelens, verdieping en intensivering. Want de flipcoin van dat ‘gewenste effect’ is een arsenaal aan onvoorspelbare gezondheidsrisico’s. En die zou je bij een lovedrug niet zo vermoeden.

Meer lezen

Meer informatie

Heb je vragen over drugsgebruik of maak jij je zorgen over jezelf of iemand anders? Bel de Drugsinfolijn op 0900-1995 of ga naar www.drugsinfo.nl

Risico’s van drugsgebruik beperken

Het gebruik van een hoge dosering, combineren met andere middelen zoals alcohol of drugs en onvoldoende afkoeling vergroten de risico’s van ecstasygebruik. Het Trimbos-instituut geeft informatie, onder andere via drugsinfo, drugs en uitgaan en de Drugs Infolijn: 0900 – 1995. Het Trimbos-instituut coördineert het Drugs Informatie en Monitoring Systeem – DIMS, waar drugs getest worden. Ook hebben alle lokale verslavingszorginstellingen een ruim aanbod aan preventie, adviezen en hulp. Kijk voor meer informatie over drugsmonitoring en drugstesten op drugs-test.nl

Voetnoten

  • 1
    Ook de kwestie wat nou de doodsoorzaak is bij combinatiegebruik komt vaak terug. Duidelijk is dat de effecten van combinatiegebruik van drugs nog ongewisser zijn dan van het gebruik van een enkele drug. De kans op ernstige complicaties en de dood stijgt bij combinatiegebruik. De effecten van de afzonderlijke drugs zijn daarin lang niet altijd te onderscheiden. Wanneer er een werkzame dosis van het middel in het lichaam aanwezig is, gaan we ervan uit dat het een bijdrage heeft geleverd aan het overlijden.
  • 2
    Voor alléén ecstasygebruik zonder gebruik van andere middelen die avond toonden zij voor zowel Engeland als Schotland aan dat één op de 33.000 pillen dodelijk was.
  • 3
    Als projectleider van de MDI denk ik dat minder dan 33% van de landelijke incidenten in de database is opgenomen. Daarmee zou het werkelijke aantal incidenten in Nederland hoger liggen en de risico’s voor de gebruiker ook. Een landelijk dekkende registratie is echter op dit moment niet haalbaar.
Esther Croes
Arts-epidemioloog Tabak