Ton van Balkom en Jolanda Meeuwissen in gesprek
Vragen?
Ton van Balkom, psychiater en hoogleraar evidence-based psychiatrie VU-MC/GGZinGeest, is voorzitter van de werkgroep die de zorgstandaard Angststoornissen heeft ontwikkeld. Jolanda Meeuwissen is, als wetenschappelijk onderzoeker en kwaliteitsontwikkelaar, vanuit de projectgroep van het Trimbos-instituut betrokken bij de ontwikkeling van de zorgstandaard. Zij bouwden voort op de jarenlange samenwerking met vertegenwoordigers van beroepsverenigingen en patiënten- en familieorganisaties rondom richtlijnontwikkeling voor angststoornissen.
Nieuwe zorgstandaard
Er is al een Multidisciplinaire richtlijn Angststoornissen en een NHG-Standaard Angst voor de diagnostiek en behandeling van angststoornissen. Waarom er nu ook een zorgstandaard is ontwikkeld, is een veelgehoorde vraag. Ton van Balkom en Jolanda Meeuwissen bespreken wat de nieuwe Zorgstandaard Angststoornissen toevoegt aan de huidige richtlijnen. ‘De zorgstandaard bouwt voort op deze richtlijnen’, zo geeft Van Balkom aan.
‘Meer dan de multidisciplinaire richtlijn beschrijft de zorgstandaard zorgprocessen in het gehele zorgcontinuüm, waarbij ook preventieve interventies voor angstklachten aan bod komen. Uitgebreider wordt ingegaan op de organisatie van zorg.’
Meeuwissen: ‘In de zorgstandaard staat ook vanuit het patiëntenperspectief beschreven wat de patiënt zelf kan doen in de behandeling en in het herstel en hoe naasten hierbij betrokken kunnen worden. De zorgstandaard legt veel nadruk op het informeren van de patiënt en op gezamenlijke besluitvorming. De zorgstandaarden, generieke modules en bijpassende richtlijnen vormen samen de kwaliteitsstandaarden voor goede zorg.’
Kwaliteitsverbeteringen
Van Balkom en Meeuwissen noemen belangrijke kwaliteitsverbeteringen die met de zorgstandaard kunnen worden gerealiseerd. ‘De zorgstandaard is ontwikkeld voor mensen met lichte of beginnende angst, maar ook voor mensen met een ernstige of therapieresistente stoornis. De zorgstandaard geeft adviezen voor alle categorieën van zorgzwaarte. Het is belangrijk dat patiënten de best passende zorg krijgen, niet te zwaar en niet te licht, op het juiste moment, voordat problemen onnodig verergeren’, geeft Van Balkom aan. Meeuwissen voegt toe: ‘De zorgstandaard maakt inzichtelijk waar deze zorg uit bestaat en hoe deze ingezet kan worden, aansluitend op de behandeldoelen. De zorgstandaard geeft aan met welke persoonlijke factoren zorgprofessionals rekening moeten houden, zoals de samenhang met somatische klachten en aandoeningen, interpersoonlijke of psychosociale problematiek, patiëntenvoorkeuren en eventuele bijwerkingen. De zorgstandaard maakt het mogelijk dat zorgaanbieders vanuit een met hulpverleners en patiënten gedeelde visie op goede zorg werken aan kwaliteitsverbetering in de zorg voor angststoornissen.’
Regionale samenwerking
‘Om de zorgstandaard toe te passen en de beoogde kwaliteitsverbeteringen te bereiken is het nodig dat de regionale samenwerking, ook tussen de echelons, goed is vormgegeven’, benadrukt Van Balkom. ‘Een vlotte verwijzing moet mogelijk zijn, zoals van de generalistische basis-ggz naar de gespecialiseerde ggz of voor een second opinion bij een supra-regionale instelling voor intensieve zorg. De behandeling soepel van elkaar kunnen overnemen en vlot terug kunnen verwijzen is dan belangrijk. Het gaandeweg de behandeling evalueren van de behandeluitkomsten met behulp van dezelfde evaluatie-instrumenten in alle echelons kan dit bevorderen. Bij uitblijven van de gewenste behandelresultaten voor de patiënt is dan een snelle wijze van overschakelen naar een meer passende behandeling (volgens de zorgstandaard of algoritmes) mogelijk, ook als dit plaatsvindt buiten het huidige echelon’.
Link
De Zorgstandaard Angststoornissen is gepubliceerd op de website van GGZ Standaarden.