Verbetering ondersteuning mensen met dubbele problematiek: dit is er nodig
Een deel van de mensen met een psychische aandoening gebruikt ook middelen (‘dubbele problematiek’). Uit eerder onderzoek komt naar voren dat dubbele problematiek in beschermd wonen veel uitdagingen met zich meebrengt. Wat is er op dít moment nodig om de ondersteuning van mensen met dubbele problematiek te verbeteren?
Uitdagingen die in eerder onderzoek naar voren kwamen: de samenwerking met behandelaren uit de ggz en de verslavingszorg is niet altijd optimaal, er ontbreekt kennis over dubbele problematiek bij woonbegeleiders en het is zoeken naar passende woonvormen. Het Trimbos-instituut heeft een kleinschalig verkennend onderzoek gedaan als update van dit eerdere onderzoek. Niet om een volledig beeld te geven van de huidige situatie maar om in beeld te brengen wat er nodig is om de ondersteuning van mensen met dubbele problematiek te verbeteren.
Herstelgericht werken wordt breed omarmd
De benadering van mensen met dubbele problematiek is in de afgelopen tien jaar behoorlijk veranderd. De visie van herstel- of krachtgericht werken wordt breed omarmd. In de begeleiding ligt de nadruk steeds meer op verbetering van de kwaliteit van leven: door middel van dagbesteding, zingeving en sociale relaties. Het accent ligt daardoor steeds minder op beheersing van het middelengebruik. Deze aanpak komt terug in de nieuwe visiedocumenten, beleidsplannen en handelingsprotocollen van de instellingen. De implementatie ervan is in volle gang.
Wachtlijsten, gebrek aan kennis en gedeelde visie
Naast deze positieve ontwikkelingen zijn een aantal knelpunten van tien jaar geleden nog niet opgelost. Zo zijn de krapte op de woningmarkt en de wachtlijsten in de ggz alleen maar toegenomen, wat de mogelijkheden in wonen en behandelen beperkt. Verder leidt personeelstekort tot krapte in bezetting. Dit maakt teams kwetsbaar en beperkt de mogelijkheden voor bijscholing en kennisdeling.
Daarnaast zijn er nog steeds grote verschillen tussen hoe begeleiders naar middelengebruik kijken (attitude). Ook de kennis over middelengebruik en de wisselwerking met psychische problematiek schiet nog vaak tekort. De opleidingen voorzien hier nog onvoldoende in. Het gebrek aan kennis en een verdeelde visie zorgen ervoor dat begeleiders niet altijd weten hoe te handelen op de werkvloer. Waardoor bewoners onduidelijkheid en ongelijkheid ervaren in (handhaving van) de regels. Dit gebrek aan houvast kan leiden tot (wederzijdse) gevoelens van onveiligheid en onrechtvaardigheid. Ook in de samenwerking met ketenpartners zoals de huisarts, ggz en verslavingszorg vallen mensen met dubbele problematiek soms nog tussen wal en schip. Verder worden begeleid wonen cliënten met dubbele problematiek niet altijd als graag geziene buren gezien. Wat integratie en participatie in de weg staat, terwijl dat juist belangrijk is voor de verbetering van kwaliteit van leven.
Behoeften van professionals in begeleid wonen
De professionals hebben behoefte aan meer (toepasbare) kennis over en handvatten voor de begeleiding van bewoners met dubbele problematiek. Zoals over de manier waarop psychische aandoeningen en middelengebruik elkaar beïnvloeden. En over veiligheid, autonomie en bevoegdheden.
“Bij middelengebruik zijn de psychische problemen vaak ook meer aanwezig. Het heeft invloed op elkaar, je zit dan meer op gedrag reguleren. In je achterhoofd denk je: komt dit wel/niet door gebruik. Is het gebruik of de psyche die op de voorgrond staat? Daar zou ik wel meer handvatten in willen.” – Professional Begeleid wonen
Ook willen professionals in begeleid wonen graag duidelijke(re) afspraken met ketenpartners over de samenwerking en regie.
“[…] We zouden ook wel meer ondersteuning vanuit de verslavingszorg willen krijgen. Voorbeeld: iemand in detox komt na 4 dagen alweer terug, wij verwachten dat verslavingsarts in gesprek gaat om plan te maken: wat gaan we dan doen en voorkomen dat je terugval krijgt. Dat plan is er soms niet.” – Professional Begeleid wonen.
Professionals hebben de wens actief te werken aan een gezamenlijke gedragen visie ten aanzien van middelengebruik en dilemma’s rond zorg, veiligheid en autonomie. De inzet van ervaringskennis is hierin een belangrijke sleutel.
“In de ideale situatie heb je een gedragen gezamenlijk visie waarbij sancties en straffen helemaal verdwijnen. We werken niet meer vanuit het beheersmatige, maar vanuit de herstel gedachte, we hebben oog voor elkaar, we zien naar elkaar om. […].” – Professional Begeleid wonen
Het werkveld is in beweging
De vele creatieve nieuwe initiatieven ten aanzien van dubbele problematiek zijn hoopgevend. Zo zijn er intervisieavonden waarbij bewoners en professionals open met elkaar over middelengebruik praten, interne expertiseteams met (verslavings)ervaringsdeskundigheid, een leernetwerk dubbele diagnose in oprichting en succesvolle allianties met buurtkamers en participatieprojecten. Op woonplekken waar de geïntegreerde en herstelgerichte aanpak echt wordt omarmd, zijn bewoners tevreden over de begeleiding. Niet alleen door de grotere ‘vrijheid’ ten aanzien van het gebruik, maar vooral doordat eerlijkheid en realistische verwachtingen een vertrouwensband scheppen. Dit schept de zo noodzakelijke basis voor veilig wonen, leven en persoonlijke ontwikkeling.
Wat er nog nodig is
Wat professionals in het beschermd wonen nog nodig hebben om de ondersteuning bij dubbele problematiek verder te verbeteren:
- In open dialoog een gezamenlijk gedragen visie ontwikkelen ten aanzien van middelengebruik, autonomie en veiligheid en werken aan de attitudes;
- Deze visie vertalen in concrete handvatten voor dagelijks handelen, waarbij ook de bewoners worden betrokken;
- Deze visie aanhoudend uitdragen en (blijven) toetsen aan de attitudes;
- Structureel meer tijd nemen voor intervisie in het team, met daarbij nadrukkelijk aandacht voor de onderwerpen middelengebruik, autonomie en veiligheid;
- Toegankelijk maken van kennis en praktische handvatten over de combinatie van middelengebruik en psychische problematiek;
- Werken aan verbetering van de samenwerking door duidelijke(re) rolverdeling met ketenpartners;
- Aansluiting zoeken met de woonomgeving.
Over de quickscan
Drie organisaties voor beschermd wonen deden mee: één geïntegreerde ggz-instelling en twee bovenregionaal werkende RIBW’s, verdeeld over het land. Er is gesproken met bewoners (5), teamleiders/beleidsmedewerkers (6) en woonbegeleiders (8)3 , waaronder ook ervaringsdeskundige zorgprofessionals. De bevindingen zijn voorgelegd in een online werkbijeenkomst met een deel van de geïnterviewde zorgprofessionals.