Het aantal kinderen met een ouder met psychische problemen of een verslaving is gestegen
Veel kinderen groeien op in een gezin met één of twee ouders die een psychische aandoening of een alcohol- of drugsstoornis hebben. Deze kinderen, afgekort ook wel KOPP/KOV genoemd, lopen een verhoogd risico om op latere leeftijd zelf ook psychische problemen te ontwikkelen. Op basis van nieuwe berekeningen schat het Trimbos-instituut dat inmiddels meer dan een kwart van de kinderen in Nederland bij een ouder woont die het afgelopen jaar een psychische aandoening en/of een alcohol- of drugsprobleem had.
Vorig jaar bleek dat 3.3 miljoen volwassen Nederlanders het afgelopen jaar een psychische aandoening had. Nu is geschat dat er in Nederland 671.000 ouders met een psychische aandoening en/of drugs- of alcoholstoornis in het afgelopen jaar zijn. Zij hebben ongeveer 900.000 kinderen onder de 18. Dat betekent dat ruim een kwart (27,9%) van alle thuiswonende kinderen in Nederland een ouder heeft met psychische problemen of een verslaving (KOPP/KOV).
Beluister hieronder een korte toelichting op de nieuwe cijfers door Anouk de Gee, projectleider KOPP-KOV:
De nieuwe cijfers met betrekking tot KOPP/KOV zijn gebaseerd op gegevens uit de NEMESIS-3 studie, een langlopende landelijke studie naar de psychische gezondheid van volwassen Nederlanders. Op basis van deze gegevens is er een schatting gemaakt van het aantal ouders met een psychische aandoening of in het afgelopen jaar en het aantal kinderen in Nederland dat bij deze ouders woont.
Dieper de cijfers in
Het aantal kinderen met een ouder met twee of meer psychische aandoeningen in het afgelopen jaar is geschat rond 392.000. Verder hebben 59.000 kinderen een ouder met zowel psychische problemen als verslavingsproblemen, oftewel een dubbele diagnose. Meer dan de helft van de ouders in KOPP/KOV-gezinnen had het afgelopen jaar contact met een hulpverlener werkzaam in de algemene gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg voor hun psychische klachten.
“Dat een groot deel van de ouders in contact zijn (geweest) met een hulpverlener sterkt ons in het idee dat KOPP/KOV voor hulp en ondersteuning bereikt kunnen worden via de volwassenzorg. Tegelijkertijd is er een bijna net zo grote groep kinderen waar dit niet voor geldt. Voor deze kinderen is het nodig dat we andere manieren vinden om hen met KOPP/KOV preventie te kunnen bereiken.” – Anouk de Gee, Projectleider KOPP/KOV
Bekijk voor meer informatie over de cijfers onderstaande video:
Tot slot is het belangrijk om te melden dat wanneer we het hier hebben over ouders met een psychische aandoening of middelenstoornis, deze cijfers alleen betrekking hebben op ouders met een stemmingsstoornis (zoals een depressie), angststoornis, ADHD en/of een matige of ernstige drugs- of alcoholstoornis in het afgelopen jaar. Om de cijfers meer toe te spitsen op kinderen van ouders met een zwaardere ziektelast, zijn specifieke fobieën en milde middelenstoornissen buiten beschouwing gelaten. Andere psychische aandoeningen zoals borderline persoonlijkheidsstoornis, schizofrenie of eetstoornissen zoals anorexia zijn niet meegenomen in de studie waar deze cijfers op gebaseerd zijn.
Meer informatie
> Bekijk hier de cijferpagina in het KOPP/KOV dossier
> Lees hier meer over de cijfers in het blog van Anouk