Blog |

Experts roepen op: urgentie voor ambitieus preventiebeleid

Deze week debatteert de Tweede Kamer over leefstijlbeleid. Een cruciaal moment, gezien de haperingen en uitdagingen van ons zorgstelsel. In 2018 waarschuwden wij, Ninette van Hasselt, Marc Willemsen, Jaap Seidell, vanuit onze rol als experts aan de thematafels van het Nationaal Preventieakkoord voor de gevolgen van preventiebeleid dat zich beperkt tot voorlichting en interventies gericht op het individu. Hoewel zulk beleid gemakkelijk politieke bijval krijgt, gaat het voorbij aan wetenschappelijke inzichten over effectief beleid. Het heeft weinig impact en maskeert dat de meest relevante beleidsmaatregelen uitblijven. Die oproep lijkt opnieuw relevant.

Dat de doelen van het Nationaal Preventieakkoord voor een gezondere leefstijl in 2040 bij lange na niet gehaald gaan worden, voorspelde het RIVM in 2018, en onlangs werd dat opnieuw vastgesteld in een nieuwe RIVM-doorrekening. Opmerkelijk was dat daar weinig ophef over ontstond. Want steeds duidelijker tekent zich af wat de gevolgen zijn van onvoldoende investeren in gezondheid. Het resulteert in een minder gezonde beroepsbevolking, terwijl de druk op de beroepsbevolking met de toenemende vergrijzing snel toeneemt. De gezondheidsverschillen nemen verder toe. De zorgkosten stijgen verder, terwijl de begroting van VWS nu al een forse hap is uit de rijksbegroting. De urgentie voor ambitieus preventiebeleid is dus sinds 2018 alleen maar groter geworden.

In artikel 22 van onze grondwet staat dat de overheid maatregelen moet nemen ter bevordering van de volksgezondheid. Bijna het gehele budget wordt echter besteed aan de zorg voor mensen die al kampen met gezondheidsproblemen. Slechts een paar procent is beschikbaar voor preventief beleid om te zorgen dat mensen gezond blijven. Die schrale budgetten staan iedere kabinetsperiode weer ter discussie. Hierdoor wordt er onvoldoende geïnvesteerd in de expertise en professionele netwerken die nodig zijn voor het opbouwen en onderhouden van een effectieve nationale preventie-infrastructuur.

Verminderen van prikkels tot ongezond gedrag

Minstens de helft van de chronische ziekten is tegenwoordig het gevolg van de ongezonde leefstijl, die met de toename van onze welvaart gepaard ging. Of het nu gaat om ongezonde voeding, alcohol of roken, Nederlanders worden dagelijks gebombardeerd met prikkels die verleiden tot ongezonde keuzes. De mens is eenvoudigweg niet goed bestand tegen zo veel verlokkingen. Niet verrassend dus dat het verminderen van die prikkels verreweg het meest effectief is. Een daadkrachtig preventiebeleid is dan ook alleen mogelijk met maatregelen die leiden tot minder marketing, hogere prijzen voor tabak, alcohol en ongezonde voeding en minder beschikbaarheid van deze producten. En het aantrekkelijker (goedkoper, meer beschikbaar) maken van de gezondere keuze.

Tekenend is het grote verschil in de voortgang van het tabaksbeleid in vergelijking met alcohol en voeding. Er wordt steeds minder gerookt (ook gaat die afname minder snel dan beoogd). Nederland is op het gebied van tabaksbeleid weer een door de WHO erkend gidsland. De verschillen in voortgang hangen onmiskenbaar samen met het feit dat de industrie niet kon aanschuiven aan de tabakstafel vanwege een internationaal verdrag over beïnvloeding van beleid door de tabaksindustrie.

Er is meer nodig dan ambitie

Het in 2018 gesloten Nationaal Preventieakkoord markeerde het begin van ambitieuzer preventiebeleid. Wat is er nodig om te zorgen dat het niet bij ambities en beperkte voortgang blijft?

Allereerst is van belang dat er continuïteit komt in het preventiebeleid, zodat maatschappelijke organisaties die al met veel inzet bijdragen aan het behalen van de preventiedoelen blijvend steun van de overheid krijgen. Zij zijn hard nodig voor opschaling van de inspanningen voor preventie. Die opschaling is cruciaal, maar alleen mogelijk met substantieel meer budget voor preventie dan de 1 à 2 procent van de begroting van VWS die daar nu aan wordt besteed. De meeste meters die met preventie kunnen worden gemaakt vragen niet enkel om een groter preventiebudget, maar ook om wettelijke maatregelen. Maatregelen gericht op minder marketing, hogere prijzen en minder beschikbaarheid roepen echter veel weerstand op bij partijen die belang hebben bij de verkoop van deze producten. De afgelopen jaren hebben ons geleerd dat er goed moet worden gekeken naar de invloed van commerciële partijen op de volksgezondheid. Volksgezondheidsbeleid dient niet te worden ontwikkeld in samenwerking met partijen die belang hebben bij de verkoop van ongezonde producten. Bij de uitvoering van het beleid kan best rekening worden gehouden met private partijen, maar de scheiding tussen beide moet scherper zijn en de ruimte voor lobby ingeperkt.

Er is veel wetenschappelijke kennis over welk preventiebeleid het meest effectief is om ongezond gedrag te veranderen. Het probleem ligt niet in het ontbreken van deze kennis, maar in de beperkte toepassing ervan in de vorm van beleid. Het gebruik van wetenschappelijke inzichten over preventie is als varen met een kompas; het biedt richting en vergroot de kans om de gewenste bestemming te bereiken. Het zorgt onmiskenbaar voor meer gezonde levensjaren. En dat betekent meer kwaliteit van leven, een gezondere beroepsbevolking, en minder druk op de zorg. Het wordt dus hoog tijd om dit kompas ter hand nemen.

Ninette van Hasselt, Marc Willemsen, Jaap Seidell.

Bron: https://www.trimbos.nl/kennis/alcohol/alcoholbeleid-en-wetgeving/
Ninette van Hasselt
Programmamanager Alcohol
Marc Willemsen
Programmahoofd Tabak