Risico- en beschermende factoren
Contact
Vragen over dit dossier?
Op deze pagina:
- Wat verstaan we onder risico- en beschermende factoren van mentale gezondheid?
- Leefstijl en mentale gezondheid
- Leefstijl en depressie
- Lichamelijke gezondheid en de mentale gezondheid
- Hechte relaties en de mentale gezondheid
- Ageism en mentale gezondheid
- Demografische factoren en mentale gezondheid
Wat verstaan we onder risico- en beschermende factoren van mentale gezondheid?
De mentale gezondheid kan door veel factoren worden beïnvloed (1). Bijvoorbeeld door een stressvolle of verdrietige situatie zoals het verlies van een partner. Wanneer deze factoren de mentale gezondheid verslechteren, vormen ze risicofactoren. Ook bepaalde levensomstandighedenkunnen zorgen voor een lagere mentale gezondheid. Bijvoorbeeld weinig geld hebben. Andere dingen kunnen zorgen voor een betere mentale gezondheid, bijvoorbeeld meer bewegen. Dat zijn beschermende factoren.
Voor ouderen komen sommige risico- en beschermende factoren op een andere manier voor dan bij volwassenen op jongere leeftijd. Sommige factoren komen vaker of juist minder vaak voor bij ouderen in vergelijking met andere leeftijdsgroepen. Een risicofactor voor mentale gezondheid is bijvoorbeeld de kans om alleen te wonen. Deze is het grootst bij ouderen boven de 70 (2). Sommige factoren zijn wel hetzelfde bij ouderen en andere leeftijdsgroepen, maar hebben een ander effect op de mentale gezondheid. Zo verliezen mensen ouder dan 75-jaar vaker hun partner (3) en kan er sprake zijn van een opeenstapeling bij het verlies van meerdere naasten. Daarnaast is er een aantal factoren dat specifiek is voor de oudere levensfase, zoals het ervaren van ouderengericht ageisme (leeftijdsdiscriminatie), met pensioen gaan of kleinkinderen krijgen. Niet al deze factoren zijn risicofactoren, maar life-events zoals met pensioen gaan, kunnen de mentale gezondheid wel beïnvloeden. Daarnaast zien we dat bijvoorbeeld meer bewegen juist moeilijker kan worden naarmate iemand ouder wordt. Terwijl dit een beschermende factor is voor mentale gezondheid.
“(Slechts) 39,8% van de 65-plussers voldoet aan de beweegrichtlijn. Dit terwijl voldoende bewegen beschermt tegen depressie (5).”
Leefstijl en mentale gezondheid
Roken, alcoholgebruik, te veel of ongezond eten, slaap- en bewegingsniveau hebben allemaal invloed op de mentale gezondheid, ook op oudere leeftijd (4). Veel ouderen voldoen niet aan richtlijnen die over leefstijl gaan. Zo voldoet maar 39,8% van de 65+’ers aan de beweegrichtlijn en drinkt 8,4% van de 65- tot en met 74-jarigen overmatig alcohol (meer dan 21 glazen per week) (5). Daar komt bij dat 54,2% van de 65+’ers overgewicht heeft.
Leefstijl en depressie
Gezond leven beschermt ouderen onder andere tegen het ontstaan van een depressieve stoornis. Minder bewegen op oudere leeftijd is een risicofactor voor depressie (6–8), net als meer stilzitten (8). Daarnaast lijkt het eten van minder gezonde voeding ook een risicofactor voor depressie (9), evenals roken, drugs- en alcoholgebruik.
Lichamelijke gezondheid en de mentale gezondheid
Als mensen ouder worden, krijgen ze vaker problemen met hun lichamelijke gezondheid. Uit onderzoek (Doetinchemse Cohort Studie) blijkt dat het fysieke functioneren over de jaren afneemt (10). Daarnaast worden nieuwe generaties volwassenen minder gezond dan de eerdere generaties. Er zijn meer mensen met overgewicht, obesitas, diabetes en een hoge bloeddruk.
Wanneer het lichaam kwetsbaarder wordt, neemt ook de kans op mentale problemen toe. Zo hebben ouderen met een zwakke lichamelijke gezondheid meer kans op depressie (8,11,12). Gelijktijdig wordt de kwaliteit van leven minder bij fysieke kwetsbaarheid (13). Mensen met een medische aandoening hebben een hogere kans op pogingen tot suïcide (14). Wie meerdere medische aandoeningen heeft, heeft vaak meer angst om te vallen (15), meer kans op posttraumatisch stresssyndroom (16) en meer kans op depressie (8).
Hechte relaties en de mentale gezondheid
De sociale omgeving is erg belangrijk voor de mentale gezondheid. Eenzaamheid, zowel sociaal als emotioneel, is een graadmeter voor mentale gezondheid en kan ook leiden tot depressie. Als mensen ouder worden, vallen relaties steeds meer weg. Dit komt bijvoorbeeld doordat het lastiger wordt om elkaar te bezoeken of omdat naasten overlijden. Minder sociale contacten en sociale steun en het alleen komen te staan of wonen, zijn risicofactoren voor het ontstaan van eenzaamheid. Vooral het verlies van een partner of andere belangrijke relaties vergroot dit risico. Steun van familie of vrienden helpt mensen in moeilijke tijden en is goed voor hun mentale gezondheid (17).
“Eenzaamheid is veelvoorkomend: 7,2% van de 65- tot 74-jarigen voelt zich sterk eenzaam, bij 75-plussers stijgt dat naar 9,4%. Daarnaast voelt 26,8% van de 65-74-jarigen en 34,3% van de 75-plussers zich enigszins eenzaam”
Uit cijfers van het CBS uit 2022 komt naar voren dat zo’n 7,2% van de mensen van 65-74 jaar zich sterk eenzaam voelt. Daarnaast voelt 26,8% van deze groep zich enigszins eenzaam. Het gaat hierbij zowel om sociale eenzaamheid (bijvoorbeeld: ‘er zijn onvoldoende mensen met wie ik mij nauw verbonden voel’) als emotionele eenzaamheid (bijvoorbeeld: ‘ik mis mensen om me heen’) (18). Uit onderzoek komt naar voren dat een gebrek aan steun van familie of een kleiner sociaal netwerk hebben, voor ouderen voorspellers van depressie zijn (8,19). Ook zijn een sociaal isolement, een klein sociaal netwerk en weinig sociale steun ontvangen voorspellers van gedachten over suïcide (14,20).
Er komen steeds meer eenpersoonshuishoudens in Nederland, onder andere omdat er steeds meer alleenstaande ouderen zijn (21). Ouderen hebben vaak geen kinderen meer inwonen, of zijn hun partner verloren. Alleen wonen is een voorspeller van mentale ongezondheid bij ouderen. Ook is het een risicofactor voor het hebben van gedachten over zelfmoord (14,20).
Ageism en mentale gezondheid
“Ageism (leeftijdsdiscriminatie) komt voor, ook in de zorg. Het leidt tot een lager welbevinden en wordt gelinkt aan depressie.”
Ageism (leeftijdsdiscriminatie) is een vorm van discriminatie op basis van leeftijd. Ouderen kunnen hierbij actief worden buitengesloten van activiteiten, niet serieus genomen of oneerlijk behandeld. Soms gebeurt dit ook onbewust door de ouderen zelf, doordat mensen de negatieve opvattingen die ze hebben over ouderen op zichzelf toepassen (zelf-stereotypering) (22). Deze negatieve opvattingen bestaan vaak al een leven lang. Zelf-stereotypering kan leiden tot een verminderd zelfbeeld en lagere verwachtingen van de eigen mogelijkheden naarmate men ouder wordt. Uit onderzoek blijkt dat het ervaren van leeftijdsdiscriminatie een voorspeller van depressie is (23), lager welbevinden en een lagere kwaliteit van leven (23,24). Daarbij komt dat ageism ook in de (geestelijke) gezondheidszorg voorkomt. Therapeuten verwachten bijvoorbeeld dat oudere mensen minder geschikt zijn voor veranderingsgerichte psychotherapie omdat ze als meer rigide worden gezien (25). Ook wordt bij oudere patiënten een minder goede prognose verwacht dan bij jongere patiënten (26). Stemmings- en angststoornissen worden minder goed herkend, zowel door anderen als door ouderen zelf. Dit heeft invloed op zowel diagnostiek als behandeling (lees hier meer over in ons dossier ‘stemmingsstoornissen’).
Demografische factoren en mentale gezondheid
Demografische factoren zijn alle factoren waarmee je een groep mensen kunt beschrijven. Bijvoorbeeld iemands leeftijd, etniciteit, gender en burgerlijke staat. In de meeste studies worden deze factoren uitgevraagd. Daardoor is er vaak veel geschreven over de relatie tussen deze factoren en mentale gezondheid. Uit verschillende studies blijkt bijvoorbeeld dat een hogere leeftijd geassocieerd is met een lager mentaal welbevinden, en dat ouder worden bijdraagt aan een hoger risico op sommige mentale problemen en psychische aandoeningen.
Het lijkt erop dat vrouwen over het algemeen meer risico lopen op mentale problemen dan mannen. Oudere vrouwen hebben bijvoorbeeld een hoger risico op depressie (11), PTSD (16), een angststoornis (27) en angst om te vallen (15) dan oudere mannen. Uit cijfers blijkt dat oudere vrouwen in Nederland bijna twee keer zoveel kans hebben op een depressie of angststoornis als mannen.
“Oudere vrouwen lopen bijna twee keer zoveel risico op een depressie of angststoornis als mannen.”
Op oudere leeftijd lijkt ongetrouwd zijn vaak een risicofactor voor mentale problemen, hoewel de resultaten wisselen. Zo is gevonden dat alleenstaanden, gescheiden of weduwe/weduwnaar zijn risicofactoren voor depressie zijn (9,28).
Er zijn verschillende definities van sociaaleconomische status (SES). Wij gebruiken voor dit kennisdossier de definitie van Miech & Hauser uit 2001. Hierin staat dat de sociaaleconomische status de mate aangeeft waarin personen, gezinnen of huishoudens de mogelijkheid hebben om maatschappelijk gewaardeerde goederen te creëren of consumeren (29). Traditioneel gezien wordt iemands SES bepaald aan de hand van diens werk, inkomen en opleiding.
Uit cijfers van het CBS (2023) blijkt dat 2,4% van de mensen met een pensioen een inkomen heeft onder de lage-inkomensgrens (30). In 2021 betekende dit minder dan 1130 euro per maand. Van de gepensioneerde echtparen had 0,9% minstens één jaar een inkomen onder deze grens. Vroeger stopten veel mensen na de basisschool met leren. Daardoor heeft 41% van de 65- tot en met 75-jarigen alleen de basisschool afgerond, of een opleiding vergelijkbaar met vmbo of mbo-1 (31).
In enkele onderzoeken naar depressie bij ouderen werd gekeken naar de algehele relatie met sociaaleconomische status. Daarin werd gevonden dat een lagere sociaaleconomische status een risicofactor voor depressie is (8,9,11,32). Ook een lager opleidingsniveau is een risicofactor voor depressie op oudere leeftijd (8,9,11,28). Uit verkennend onderzoek van Pharos (2021) is gebleken dat ouderen met een lage SES of een migratieachtergrond een hoger risico hebben op het ervaren van eenzaamheid (33).