Onderzoek: waarom werkt cognitieve gedragstherapie bij depressieve jongeren?

Onderzoek: waarom werkt cognitieve gedragstherapie  bij depressieve jongeren?

Depressieve jongeren blijken vaak baat te hebben bij Cognitieve Gedragstherapie. Maar waarom werkt het? Door daar onderzoek naar te doen, kunnen hulpverleners doelgerichter en efficiënter werken.

Eén op de vijf jongeren heeft wel eens last van depressieve gevoelens. Soms kunnen deze gevoelens zich verder ontwikkelen tot een depressieve stoornis met daarbij problemen zoals schoolverzuim, slechte schoolprestaties, sociaal isolement, middelenmisbruik en zelfs suïcide. Depressiepreventie is daarom hard nodig onder middelbare scholieren om deze problemen te voorkomen.

Gelukkig zijn er veel behandelingen beschikbaar die depressie mogelijk kunnen voorkomen. De meeste behandelingen zijn gebaseerd op Cognitieve Gedragstherapie (CGT). Dit is een therapievorm waarbij de focus ligt op het veranderen van gedachten en gedrag, en daarmee ook gevoel.  Het wordt vaak gebruikt om somberheid bij jongeren te verminderen en te voorkomen, en blijkt voor veel jongeren ook écht te werken.

Cognitieve Gedragstherapie is blackbox

Maar eigenlijk weten hulpverleners vaak niet waarom het nu precies werkt, met andere woorden; welk gedeelte zorgt er nu voor dat het werkt? Tot nu toe is vooral gekeken of de hele behandeling werkt, maar niet welk gedeelte. Om te weten welk gedeelte maakt dat een behandeling werkt en wat werkt voor wie, is het STARr-project opgezet.

STARr staat voor ‘Solve, Think, Act, Relax and repeat’. In dit project screenen we middelbare scholieren op mogelijke sombere gevoelens en gedachten. Jongeren die hoger scoren dan gemiddeld, bieden we een preventieve groepstraining aan op school die is gebaseerd op CGT (de STARr-training). In de STARr-training leren jongeren vaardigheden om makkelijker met dingen om te gaan. De training bestaat uit vier veelgebruikte onderdelen binnen CGT, die worden aangeboden als losse modules:

  • SOLVE (probleem oplossen): Jongeren leren hoe ze problemen op een goede manier kunnen oplossen.
  • THINK (cognitieve herstructurering): Jongeren leren niet-helpende gedachten op te sporen en te herkennen. Vervolgens leren ze gedachten bedenken die wél helpen.
  • ACT (gedragsactivatie): Jongeren leren dat we ze doen invloed heeft op gevoel. Door activiteiten te doen die een goed gevoel geven, ervaren ze dat de stemming verandert.
  • RELAX (ontspanning): Jongeren leren omgaan met stress door middel van ontspanningsoefeningen.

Doelgerichter en efficiënter werken

Middels vragenlijsten en interviews worden de jongeren gevolgd gedurende de training, zodat we kunnen onderzoeken welk gedeelte maakt dat CGT werkt en wat werkt voor wie. Ook bekijken we of de volgorde uitmaakt waarin de jongeren de verschillende onderdelen krijgen. Met meer informatie over welk gedeelte nu specifiek werkt en bij wie deze het beste werkt, kunnen hulpverleners doelgerichter en efficiënter werken.

Meer over dit thema

Consortium Angst en Depressie

Het STARr-project wordt uitgevoerd door het Trimbos-instituut in Utrecht, in samenwerking met de Universiteit Utrecht. Het wordt gefinancierd door ZonMW. Het project is onderdeel van het ZonMW-consortium Angst en Depressie – programma Effectief werken in de jeugdsector. 

Meer info