Buitenshuisproject versterkt gezinnen met verslavings- of psychische problematiek

Ouders en professionals geven gemiddeld een 8 aan het Buitenshuisproject. Twee jaar geleden startte het Buitenhuisproject. Een project dat zich richt op kinderen van 0 tot 18 die ouders hebben met psychische problemen (KOPP), een verslaving (KOV) en/of licht verstandelijke beperking (KVBO), bij wie de thuissituatie onveilig is. Het betreft kinderen over wie zorgen zijn en/of waarbij een Veilig Thuis melding dreigt. Het doel is om het welbevinden van deze kinderen te vergroten en de kans op (latere) psychische problemen te verkleinen.

Dit wordt gedaan door het bieden van een veilige omgeving in de vorm van kinderopvang, buitenschoolse opvang (BSO) en voor de oudere kinderen huiswerkbegeleiding of een sportclub. Daarbij spelen ‘de linking-pins’ een belangrijke rol in het gezin. De linking-pins zijn de spin in het web tussen de hulpverlening, de gemeente en de opvang. Vaak zijn zij zelf iemand van de hulpverlening die al bekend is in het gezin.

(Vroegtijdig) signaleren van onveilige situatie

Het Buitenhuisproject zorgt voor een veilige omgeving voor de kinderen. Een deel van de kinderen die in aanmerking komen voor het Buitenshuisproject is nog niet bekend bij de hulpverlening. Daarom is de rol van instellingen binnen de geestelijke gezondheidszorg (GGZ), verslavingszorg (VZ), verstandelijk gehandicaptenzorg (VGZ) en Veilig Thuis in het aanmelden van de gezinnen erg belangrijk. Om te voorkomen dat KOPP/KOV/KVBO-kinderen te lang onder de radar blijven, is het van belang dat de zorgprofessionals bij hun cliënten nagaan of zij minderjarige thuiswonende kinderen hebben en hoe de zorg voor deze kinderen is geregeld. Dit staat bekend als de ‘Kindcheck’. Zo wordt voorkomen dat deze kinderen langer dan nodig in een stressvolle en mogelijk onveilige thuissituatie zitten en hier op latere leeftijd last van krijgen door het opgelopen trauma of verwaarlozing. Het Buitenhuisproject is een initiatief van Hester Diederich (landelijke coördinator implementatie Kindcheck) en het Trimbos-instituut.

Meer rust en ruimte voor ouder en kind

Dankzij het Buitenshuisproject kan er een last van de schouders van het hele gezin vallen. De kinderen zijn een aantal uur per week weg uit de stressvolle thuissituatie en kunnen weer helemaal kind zijn en ontspannen of spelen met leeftijdsgenootjes.

“Ik geloof daar heilig in, als kinderen echt een veilige plek hebben waar ze ook gewoon kind kunnen zijn. Ik geloof echt dat dat heel veel effect kan hebben.” – linking pin

Tegelijkertijd geeft dit de ouders meer tijd om aan zichzelf te werken en de thuissituatie te verbeteren. Hierdoor kan de stress bij zowel ouders als kinderen afnemen en het welbevinden hopelijk toenemen. Een goede samenwerking tussen de verschillende partners in het zorgnetwerk van de gezinnen is een essentiële voorwaarde bij het behalen van deze resultaten. Van het in beeld krijgen van de gezinnen tot het opzetten en uitvoeren van de ondersteuning waar de gezinnen bij gebaat zijn: het zorgnetwerk is belangrijk. Samen staan we sterker.

Meerderheid ouders beveelt Buitenhuisproject aan

Eerder dit jaar is er een tussentijdse analyse van de resultaten gedaan. Vanaf de zesde maand vragen we in de halfjaarlijkse meetmomenten wat de ouders, kinderen en professionals van het Buitenshuisproject vinden. Na een half jaar geven de ouders het project gemiddeld een 8,2, de kinderen geven een 6,9, de opvangmedewerkers een 7,5 en de linking pins een 8,2. Over het algemeen lijkt men dus tevreden te zijn met het project. De meeste linking pins en opvangmedewerkers geven ook aan het idee te hebben dat de gezinnen die zij begeleiden baat hebben bij het Buitenshuisproject. Ook de ouders blijken enthousiast. Meer dan 80% geeft na een half jaar aan dat het Buitenshuisproject hen ontlast. Ze hebben het gevoel meer rust en ruimte in hun leven te hebben. Een grote meerderheid zegt dan ook dat ze het project zouden aanbevelen aan andere ouders in een vergelijkbare situatie.

“Ik ben erg blij met de aangeboden hulp/mogelijkheden waar we gebruik van mochten maken.” – ouder

Buitenhuisproject verlengt

Inmiddels hebben tien gemeenten zich aangesloten bij het project. Gezamenlijk hebben deze gemeenten 60 gezinnen met in totaal 107 kinderen geworven die deelnemen aan het Buitenshuisproject.  Een deel van de gezinnen zijn al bijna klaar met het bijbehorende onderzoek en een aantal van deze gezinnen is net met het project gestart. Er worden dus nog steeds nieuwe gezinnen geïncludeerd. Ondanks de coronacrisis is het in alle gemeenten gelukt het project en het bijbehorende onderzoek door te laten lopen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het project met een jaar verlengt. Hierdoor kunnen wij de gemeenten tot eind 2021 begeleiden en meer data verzamelen.

Lees verder

Tessa van Doesum
Wetenschappelijk medewerker Mentale Gezondheid & Preventie