Van Ooijen vindt dat er structurele financiering voor preventie moet worden geregeld in kabinetsformatie
In de rijksbegroting van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport (VWS) staat dat er geschrapt wordt in de subsidies voor ‘preventie van schadelijk middelengebruik’. Zo wordt het beschikbare geld voor preventie van schadelijk middelengebruik gehalveerd (van 30 miljoen euro in 2023 naar rond de 16 miljoen in 2028).
De daling in 2024 van deze post betreft een fout in de begroting van VWS. De bijdrage van VWS in 2024 aan het programma schoolmaaltijden is “per abuis op preventie schadelijk middelengebruik geboekt”. Er dient dus in 2024 €5,5 miljoen bij de post te worden opgeteld. Dan is er voor 2024 geen sprake van een korting op het budget voor preventie van schadelijk middelengebruik. Dit zal op het eerst mogelijke moment, namelijk in de voorjaarsnota, worden hersteld.
De daling in de gelden voor gezondheidsbevordering vanaf 2026 komt omdat de kabinetten Rutte III en IV alleen de incidentele financiering voor onder andere het Nationaal Preventieakkoord hebben geregeld. Er is geen structureel geld verplicht.
Demissionair staatssecretaris Maarten van Ooijen van VWS pleit voor meer structureel geld voor preventie. Het nieuwe kabinet moet het geld daarvoor regelen. Het Nationaal Preventieakkoord loopt door tot 2040. Daarom moet er volgens Van Ooijen in de komende kabinetsformatie een structurele oplossing voor de financiering van gezondheidsbevordering gevonden worden.
Meer lezen over dit onderwerp: