Associaties tussen WHO-risicocategorieën voor alcoholgebruik en alcoholgerelateerde uitkomsten, mentale gezondheid en academische prestaties onder universitaire studenten
Onderzoekers uit de Verenigde Staten hebben onderzoek gedaan naar de associaties tussen WHO-risicocategorieën voor alcoholgebruik en alcoholgerelateerde uitkomsten, depressieve klachten en academische prestaties onder universitaire studenten. Baselinegegevens van studenten die niet abstinent waren en waren toegewezen aan de experimentele conditie van drie gerandomiseerde onderzoeken met controlegroep werden gebruikt (N = 1.436). De studenten werden op basis van hun alcoholgebruik volgens de WHO-risicocategorieën geclassificeerd als laag, matig, hoog of zeer hoog risico op (gezondheids)schade. Hierbij werd gerekend met zowel het aantal eenheden alcohol per drinkdag als het aantal eenheden alcohol per dag. Een drinkpatroon met een laag risico op (gezondheids)schade (i.e. mannen: 1 tot 40 gram ethanol per dag en vrouwen: 1 tot 20 gram ethanol per dag) werd gehanteerd als de referentiecategorie. In Nederland bevat 1 eenheid of standaardglas alcohol 10 gram ethanol.
Uit dit onderzoek blijkt dat categorisatie op basis van eenheden alcohol per drinkdag resulteert in een gelijkmatige verdeling van studenten over de risicocategorieën, terwijl bij categorisatie op basis van eenheden alcohol per dag de meeste studenten in de laagrisico-categorie terechtkomen. Bij beide definities vielen meer vrouwen dan mannen in de WHO-categorie voor een zeer hoog risico op (gezondheids)schade door alcoholgebruik. Verder bleek dat studenten in de WHO-categorie ‘laag risico’ verschilden van studenten in de categorieën voor ‘matig’, ‘hoog’ en ‘zeer hoog’ risico in het positief screenen op riskant drinken (vastgesteld met behulp van de Alcohol Use Disorders Identification Screening Test: AUDIT), piekdrinken en gevolgen. Op depressieve klachten werden geen verschillen gezien tussen de risicocategorieën. De academische prestaties, uitgedrukt in het gemiddelde rapportcijfer, verschilden niet consistent tussen de risicocategorieën.
De onderzoekers concluderen dat de WHO-risicocategorieën voor alcoholgebruik indicatief zijn voor het alcoholgebruik en de gevolgen daarvan en daarom veelbelovend zijn voor klinisch gebruik én voor het kwantificeren van afnames in alcoholgebruik onder universitaire studenten.
Meer lezen over dit onderwerp:
Gerelateerde berichten
Bijna 8 op de 10 volwassenen drinkt weleens alcohol. Minder dan de helft (43,5%) van de volwassen Nederlanders houdt zich aan het advies van de Gezondheidsraad “Drink geen alcohol of in ieder geval niet meer dan één glas per dag”. Tussen 2014 en 2020 is het aandeel volwassen Nederlanders dat zich aan dit advies houdt […]
Lees meer
Mannen ervaren vaker agressie, ruzie en vernielingen door het alcoholgebruik van anderen, terwijl vrouwen vaker een vervelende benadering ervaren, bijvoorbeeld seksueel. Jongvolwassenen (18-29-jarigen) en hbo- en wo-opgeleiden ervaren het vaakst negatieve gevolgen door het alcoholgebruik van anderen, mogelijk doordat zij vaker in een omgeving zijn waar gedronken wordt, zoals het uitgaansleven. Ook volwassenen die zelf […]
Lees meer
