Blog |

Ouderenpsychiatrie: het vak van de toekomst

Het Integraal Zorgakkoord (IZA) heeft als doel de zorg voor de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. Om dit te bereiken zijn afspraken gemaakt tussen het ministerie van VWS en een partijen in de zorg. Hierin wordt gepleit voor passende zorg en ondersteuning, samen met de patiënt en op de juiste plek. Die zorg is in de ouderenpsychatrie al geruime tijd gemeengoed. Dat betogen Didi Rhebergen (o.a ouderenpsychiater bij GGZ Centraal) en Paul Naarding (o.a. psychiater bij Expertisecentrum Ouderen van GGNet). Waarom is ouderenpsychiatrie het vak van de toekomst? 

Over ouderenpsychiatrie bestaan soms nog wat misverstanden. Mensen denken soms dat het hier alleen gaat om de behandeling van mensen met dementie. Het tegendeel is waar. Problemen waarbij somberheid en angst centraal staan, komen ook veel voor bij ouderen zonder dementie. De problemen worden vaak  toegeschreven aan ouderdom, waardoor psychische klachten voor lief worden genomen en gerichte interventies uitblijven. Hierdoor blijven veel ouderen onder behandeld.

Het is tevens een patiëntengroep die wat onzichtbaar is. Ouderen nemen wat minder prominent deel aan het politieke of maatschappelijke debat. Er wordt veel ‘over’ maar minder ‘met’ ouderen  gesproken. Dit is ook zichtbaar in de GGZ. Ouderen zijn bijvoorbeeld minder vaak deelnemer aan cliëntenraden, en missen eigenlijk een duidelijk zichtbare woordvoerder.

Ouderenpsychiatrie: vak van de toekomst

Toch kan je nu – maar zeker ook in de toekomst- niet om de ouderenpsychiatrie heen. Op 1 januari 2023 telde Nederland 3.627.484 inwoners ouder dan 65 jaar. Dat is ongeveer 20% van de Nederlandse bevolking.

Als je uitgaat van het gegeven dat ongeveer 10% serieuze psychische problemen heeft,  hebben we het over een patiëntenpopulatie van zo’n 350.000 tot 400.000 mensen. Dit aantal zal met de jaren groeien. De vraag naar zorg op lichamelijk, maar dus ook psychiatrisch gebied stijgt mee.

Ouderenpsychiatrie is dus eigenlijk het werkveld van de toekomst. En niet alleen door de groei van het aantal ouderen. Ook de manier van werken binnen de ouderenpsychiatrie biedt inspiratie voor de toekomst.

Dé patiënt bestaat niet

Het overgrote gedeelte van de patiënten in de ouderenpsychiatrie komt binnen met klachten als somberheid en depressie. Het gaat om een hele afwisselende  groep van patiënten van midden-50 tot 90-plus. Sommige patiënten zijn fitte boomers, die midden in het leven staan.

Andere patiënten zijn wat kwetsbaarder en/of wonen in een verpleeghuis. Dé patiënt bestaat eigenlijk niet binnen de ouderenpsychiatrie. Ook de achterliggende problematiek kan heel verschillend zijn. Klachten kunnen bijvoorbeeld veroorzaakt worden door veranderingen in de gezondheid, afname van geheugen en/of afname van andere hersenfuncties. Maar ook door zaken als het stoppen met werken, het overlijden van belangrijke naasten of het niet meer kunnen uitvoeren  van hobby’s.

Elke patiënt is een puzzel

Het is daarom van groot belang eventuele problematiek vanuit een breed perspectief te benaderen. Om dit brede perspectief woorden te geven, werkt de ouderenzorg naast de DSM diagnostiek met een beschrijvende diagnose. Hierin schrijft de behandelaar onder andere op wat de aard van de klachten is. Welke factoren spelen hierin een rol? En hoe leidt dat op dit moment bij deze persoon tot een ontregeling?

Goede, brede diagnostiek aan de voordeur door specialisten is essentieel. Elke patiënt vormt een puzzel, elke keer moet je als behandelaar op zoek naar welke factoren een rol spelen in de voorliggende problematiek. Met deze informatie wordt samen met de patiënt een behandelvoorstel opgesteld. Hierin is, naast het bestrijden van de symptomen, oog voor zo goed mogelijk functioneren en welzijn, bij voorkeur in de eigen omgeving, noodzakelijk.

Specialistische teams en intensief contact met de omgeving

Ouderenpsychiatrie kenmerkt zich door intensieve samenwerking en korte lijntjes: het specialistische team staat als het ware om de patiënt heen. Oók na de behandeling. Na opname kunnen patiënten snel terecht bij de polikliniek en wordt er gezorgd voor een warme overdracht. Mocht er een terugval plaatsvinden dan kunnen patiënten in de regel vrij snel weer terecht bij de kliniek. De wachtlijsten zijn kort in de ouderenpsychiatrie.

Ook wordt er intensief contact onderhouden met de omgeving. Voor een goede behandeling is vaak een inspanning van zijn of haar informele netwerk, zoals partners of kinderen, nodig in combinatie met andere deskundigheid, zoals thuiszorg, fysiotherapie, maar ook dagactiviteitencentra. Niet alles zal door specialistische behandelteams opgelost kunnen en moeten worden.

Brede aanpak is een inspiratie

Het is juist deze brede aanpak die de ouderenpsychiatrie zo aantrekkelijk en inspirerend maakt. Er zijn best veel studenten die na een co-schap in de ouderenpsychiatrie, zo enthousiast worden over het vak, dat zij besluiten zich hierin verder te specialiseren. Het is een boeiend vak waarin de interactie met de lichamelijke aandoeningen maakt dat je dicht tegen de lichamelijke zorg aan werkt.

Dit alles samen maakt de ouderenpsychiatrie een voorbeeld voor waar we in de toekomst naar toe willen in de gezondheidszorg. Oog voor de hele mens en zijn of haar sociale omgeving. Gespecialiseerde behandeling met aandacht voor herstel en welzijn en een transdiagnostische aanpak waarbij samenwerken met de netwerkpartners vanzelfsprekend is.

Dit wordt de laatste jaren door verschillende bewegingen, maar recent ook binnen het Integraal Zorgakkoord (IZA), gepropageerd. Het feit dat de ouderenpsychiatrie al jaren zo werkt toont aan: De ouderenpsychiatrie is het vak van de toekomst!

Meer informatie

Didi Rhebergen is plaatsvervangend opleider en ouderenpsychiater bij GGz Centraal, en senior onderzoeker bij GGz Centraal en Amsterdam UMC/VUmc. Paul Naarding is ook opleider ouderenpsychiatrie en klinische geriatrie en werkzaam als psychiater bij Expertisecentrum Ouderen van GGNet.

Aanleiding van dit stuk is een opiniestuk van hen dat onlangs verspreid is onder de leden van het Nederlands Kenniscentrum Ouderenpsychiatrie waarin zij betogen dat binnen de ouderenpsychiatrie in Nederland de zorg die in het Integraal Zorgakkoord wordt voorgesteld al geruime tijd gemeengoed is.