Ouderenpsychiatrie en voltooid leven
De afgelopen jaren word ik als ouderenpsychiater toenemend geconfronteerd met verwijzingen van huisartsen van patiënten die hun leven voltooid achten en euthanasie wensen.
De vragen die ik dan als ouderenpsychiater moet beantwoorden gaan veelal over
- de wilsbekwaamheid ter zake en/of
- er een behandelbare psychiatrische aandoening is.
De wilsbekwaamheid ter zake de euthanasiewens is meestal niet het probleem. Maar als ik kijk naar een eventuele behandelbare medisch-psychiatrische aandoening, zoals milde depressiviteit en eenzaamheid, dan is die er regelmatig wel. Zeker als er ook breed bio-psycho-sociaal gekeken wordt. Zo zijn er bijvoorbeeld naast het behandelen van een depressie, aangrijpingspunten om de kwaliteit van leven van betrokkene te verbeteren, eenzaamheid te verminderen, aangrijpingspunten voor zingeving of om het eventuele lijden te verminderen. Lastig wordt het dan als de verwezen patiënt behandelinterventies niet (meer) wil, omdat hij of zij zijn of haar zinnen heeft gezet op hulp bij zelfdoding bij een voltooid leven. Het lijkt wel of de ouderdom, die met gebreken komt en met verliezen gepaard gaat, door de huidige generatie ouderen steeds minder wordt geaccepteerd. Soms voel ik mij onder druk gezet; alsof ik het groene licht moet geven voor de euthanasie. En ik heb zelf 1x een klacht gekregen omdat ik vond dat er sprake was van een behandelbare psychiatrische aandoening. Dat geeft te denken.
Ik vroeg mij af: Hoe vaak komt landelijk nu euthanasie voor bij ouderen met een opeenstapeling van ouderdomsklachten? Dat valt landelijk wel mee. In 2015 ontvingen De Regionale Toetsingscommissies Euthanasie (RTE) 5516 euthanasiemeldingen.
Slechts in 4 gevallen oordeelde de RTE dat de meldende arts niet aan alle zorgvuldigheidseisen had voldaan. Van de 5516 meldingen ging het in 1 % van de meldingen om mensen met een psychisch lijden en in 2% ging het om mensen met een (beginnende) dementie. Bij 183 meldingen (3,3%) was er sprake van een stapeling van ouderdomsaandoeningen.
De adviescommissie “Voltooid leven” onder voorzitterschap van Paul Schnabel komt begin 2016 tot de conclusie dat herziening van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (WTL) niet nodig en ook niet wenselijk is. Dat geldt ook voor relevante bepalingen in het Wetboek van Strafrecht (artikel 293 en 294). De adviescommissie ziet geen noodzaak om de juridische mogelijkheden voor hulp bij zelfdoding te verruimen. Het geeft mij als ouderenpsychiaters duidelijke kaders in mijn werk.
Ik ben benieuwd hoe de trend zich de komende jaren ontwikkelt m.b.t. euthanasie bij een voltooid leven. Wij hebben als ouderenpsychiaters bij GGZ Rivierduinen inmiddels besloten dat de ouderenpsychiater altijd bij verwijzingen i.v.m. euthanasie de casus bespreekt met een andere ouderenpsychiater gezien de vaak complexe casuïstiek en de ethische dilemma’s. Het overleg wordt ook vastgelegd in het EPD. Dat geeft steun, ook bij een latere klachtenprocedure, en houdt mij scherp.
Zo’n intercollegiale toetsing kan ik iedereen aanraden.
Renske de Reus
Ouderenpsychiater