Iedere nieuwe moeder wordt gescreend op hoge bloeddruk, waarom niet ook op depressie?

Doorbraakproject voor betere hulp bij depressie rond zwangerschap

Postpartum depressie is de meest voorkomende aandoening bij nieuwe moeders. Toch worden de symptomen vaak gemist door zorgprofessionals die de moeders voor of na de geboorte zien. En vanwege het grote taboe wat hierop rust, lijden aanstaande en pas bevallen moeders vaak in stilte.

Uit het promotieonderzoek van Angarath van der Zee blijkt dat screenen op depressie na de bevalling door de jeugdarts op het consultatiebureau helpt om dit taboe te doorbreken en de moeders minder kans hebben een depressie te ontwikkelen.

Depressie van moeder kan verstrekkende gevolgen hebben

In Nederland krijgt naar schatting zo’n 13% van de moeders die zwanger zijn of bevallen zijn, een depressie. Dit gaat ieder jaar om ruim 23.000 vrouwen. Depressieve klachten komen nog vaker voor: ongeveer 1 op de 5 zwangere vrouwen heeft angstige of sombere gevoelens tijdens de zwangerschap. Zij lopen een verhoogde kans op de ontwikkeling van een postpartum depressie. De gevolgen kunnen verstrekkend zijn. Zo kunnen moeders  langdurig depressief raken en is een veilige hechting in het geding. Daarnaast hebben hun kinderen een grotere kans om achter te raken in hun cognitieve, sociale en emotionele ontwikkeling.

Toch is het geen dagelijkse praktijk in de geboortezorg om systematisch naar de mentale gezondheid van een zwangere of pas bevallen vrouw te vragen of een screeningslijst af te nemen. Ter vergelijking: de fysieke conditie van moeder en kind wordt bij iedere controle uitgebreid gecheckt. Dat vinden we natuurlijk heel normaal, maar soms gaat het om aandoeningen, zoals hoge bloeddruk en diabetes, die nog minder vaak voorkomen dan een depressie.

Effecten van screening

Dat het effect van screening nut heeft, bewijst het onderzoek van Angarath van der Zee van de Academische Werkplaats Jeugd in Twente en de Universiteit Twente. Afgelopen vrijdag 9 april promoveerde zij met haar proefschrift ‘Screening for postpartum depression by Preventive Child Health Care’. Zij heeft in een van haar studies onderzocht of screening in de postpartum periode vanuit de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) effectief is in het voorkomen van postpartum depressie. De moeders in de experimentele groep kregen op drie momenten (1, 3 en 6 maanden na de bevalling) een korte screeningslijst om in te vullen: de Edinburgh Postnatal Depression Scale (EPDS).

‘Elk verhaal van een moeder is uniek. Aan de hand van de antwoorden op een screeningslijst vraag je nét iets verder dan ‘Hoe gaat het met je?’. Je zoomt echt in op wat er aan de hand is.’ – Jeugdarts Angarath van der Zee tijdens haar verdediging

Daarna kregen ze van de jeugdarts advies en zo nodig doorverwijzing naar de juiste zorg. 9 maanden na de bevalling waren deze moeders minder vaak depressief in vergelijking met de controlegroep. Dit ging om een middelgroot effect. Na 12 maanden werd ook gezien dat deze groep moeders minder angstig waren, scoorden ze hoger op algemeen welbevinden en hadden ze meer vertrouwen in de eigen opvoedingsvaardigheden.

Meer aandacht nodig voor preventie van depressie en angstklachten

Het onderzoek van Van der Zee laat zien dat screening op postpartum depressie in de JGZ effectief én haalbaar is. Maar er is ook nog een wereld te winnen:

  • Screening op depressie zou een standaard onderdeel moet worden van de consultatiebureaus in de JGZ: zij zien in het eerste jaar na bevalling zo’n 95% van alle vrouwen en dit biedt een uitgelezen mogelijkheid van herhaalde, systematische screening.
  • Angst heeft bij de moeders ook aandacht nodig, los van depressie. Angst komt ook zeer veel voor tijdens en na de bevalling en in een andere studie uit het proefschrift bleek dat de gevonden risicofactoren voor angst en depressie elkaar gedeeltelijk overlappen, maar ook van elkaar verschillen. Hierdoor zal de signalering en aanpak wat anders zijn dan die van depressie.
  • In Nederland is meer aandacht nodig voor het aanbod aan preventie en zorg na screening, om de mentale gezondheid van de moeder te ondersteunen tijdens en na de bevalling. Uit de bevindingen bleek dat maar een beperkt deel van de moeders die depressie ervaarden, ondersteuning of behandeling voor hun klachten heeft ontvangen.
  • Verder pleit Van der Zee voor meer aandacht voor mentaal welbevinden van de moeder na maar ook tijdens de zwangerschap, dus in de hele keten van de geboortezorg. Verloskundigen en gynaecologen zouden bijvoorbeeld ook systematisch kunnen screenen op depressie en angst.

Project ‘Depressiepreventie aanstaande en pas bevallen moeders’

In het project ‘Depressiepreventie aanstaande en pas bevallen moeders‘ werken verschillende partijen – waaronder GGD GHOR Nederland, het Trimbos-instituut, de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) en het Nederlandse Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) – aan versterking van de ketensamenwerking in de geboortezorg, implementatie van systematische screening en verbetering van het stepped care aanbod van preventieve ondersteuning en zorg (licht indien mogelijk, zwaardere zorg indien nodig).

Onze ervaring is dat veel vrouwen het fijn vinden als gevraagd wordt hoe het met hén gaat en dat aan de hand van een korte screening er open over hun gemoedstoestand en eventuele mentale klachten gepraat kan worden. En dat niet iedere klacht weg gerelativeerd wordt onder het mom van ‘ach dat hoort erbij, dat zijn de kraamtranen’. Er rust zo’n enorm taboe op psychische klachten bij nieuwe moeders. Daar zou veel meer aandacht voor moeten zijn.

Contact: Merel Linthorst (GGD GHOR Nederland) Mlinthorst@ggdghor.nl, Linda Bolier (Trimbos-instituut)

Lees verder

Literatuur

  • Browne P.D., Bossenbroek R., Kluft A., van Tetering E.M.A., de Weerth C. (2020). Prenatal Anxiety and Depression: Treatment Uptake, Barriers, and Facilitators in Midwifery Care. Journal of Women’s Health. Epub ahead of print.
  • Poel, A. van der, Duivis, H., Laghaei, F., Lokkerbol, J., Smit, F., Boon, B. (2014). Depressiepreventie – Gerichte aanpak risicogroepen. Pas bevallen moeders, jongeren, huisartspatiënten, chronisch zieken, mantelzorgers en werknemers. Utrecht: Trimbos-instituut.
  • Zee-van den Berg, A. van der (2021). Screening for postpartum depression by Preventive Child Health Care (dissertation). Enschede: University of Twente.
Linda Bolier
Wetenschappelijk medewerker