Leerlingen VMBO-b, praktijkonderwijs en cluster-4 onderwijs
Actuele situatie
Het verband tussen middelengebruik en schooltype ligt genuanceerd, het verschilt per middel en per specifiek schooltype. Ook wordt in het praktijkonderwijs en het speciaal onderwijs het middelengebruik minder vaak gemonitord waardoor ontwikkelingen minder goed te volgen zijn.
In het algemeen geldt wel dat het middelengebruik op het VMBO-b, het praktijkonderwijs en het cluster-4 onderwijs iets hoger ligt dan in andere vormen van onderwijs.
Het EXPLORE-onderzoek uit 2019 geeft een actueel beeld van het middelengebruik in de afgelopen maand per schooltype. In de tabel hieronder worden deze cijfers vergeleken met het de cijfers over het gebruik in de afgelopen maand uit het Peilstationsonderzoek uit 2019:
Schooltype | Tabak | Alcohol | Cannabis | Lachgas | Xtc |
---|---|---|---|---|---|
VMBO-b | 12% | 29% | 6% | 4% | 1% |
Praktijkonderwijs | 13% | 17% | 4% | 5% | 2% |
Cluster 4-onderwijs | 19% | 24% | 12% | 7% | 3% |
Landelijk gemiddelde regulier voortgezet onderwijs | 9% | 30% | 7% | 3% | 1% |
Ongeveer 3 op de 100 leerlingen in het voortgezet onderwijs gaat naar het VMBO-b (30.910 leerlingen in 2022-2023). De groep die naar het praktijkonderwijs gaat is ongeveer even groot (29.090 leerlingen in 2022-2023). Er zijn geen aparte cijfers beschikbaar voor het cluster 4-onderwijs, maar in 2022-2023 gingen er in totaal 63.770 leerlingen naar cluster 3 (auditieve of communicatieve beperkingen) of cluster 4 (ernstige ontwikkelingsstoornissen, lichamelijke of verstandelijke beperking). Alhoewel het om relatief kleine aantallen gaat is het belangrijk om middelenpreventie rondom deze schooltypen goed te organiseren.
Indicatoren op gemeentelijk niveau
Er zijn geen lokale cijfers beschikbaar over het middelengebruik van leerlingen per schooltype. Ook wordt het speciaal onderwijs doorgaans niet meegenomen in de Jeugdmonitor van de GGD. Wel helpen onderstaande bronnen bij het zicht krijgen op het aantal leerlingen per schooltype in de gemeente.
De VNG biedt relevante cijfers op lokaal niveau via het dashboard Onderwijs op www.waarstaatjegemeente.nl
Dashboard - Onderwijs - Aa en Hunze (waarstaatjegemeente.nl)
Meer gedetailleerde informatie over het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs per gemeente is te vinden bij het CBS:
StatLine - Vo; leerlingen, onderwijssoort, leerjaar, woonregio (cbs.nl)
Cijfers op regionaal niveau over het aantal leerlingen in het (V)SO cluster 3 en 4 zijn te vinden via:
StatLine - Leerlingen op speciale scholen; herkomst, woonregio (cbs.nl).
Staat van de Jeugd geeft een overzicht van het aantal leerlingen in het speciaal onderwijs per gemeente
Indicator | (staat-van-de-jeugd.nl)
Naast bovengenoemde cijfers kan ook via de scholen zelf uiteraard meer informatie achterhaald worden over deze doelgroep.
Achtergrondinformatie
Het VMBO-b staat voor basisberoepsgerichte leerweg waarbij ongeveer de helft van de schoolweek (zo’n 12 uur) bestaat uit beroepsgericht onderwijs. Het bereidt leerlingen voor op de basisberoepsopleidingen (niveau 2) van het mbo.
Praktijkonderwijs (PrO) maakt deel uit het regulier voortgezet onderwijs en heeft als doel leerlingen toe te leiden naar werk of een vervolgopleiding. Het onderscheidt zich van andere onderwijstypen door maatwerk en gepersonaliseerd leren. Het praktijkonderwijs richt zich daarmee op leerlingen van 12 t/m 18 jaar die moeite hebben met leren op de traditionele manier. In het praktijkonderwijs leren zij vooral door te doen.
Het (Voortgezet) Speciaal Onderwijs ((V)SO) maakt geen onderdeel van het reguliere onderwijs, maar is een vorm van specialistische ondersteuning. Sinds de invoering van de Wet passend onderwijs in 2014 werken scholen regionaal samen om aan de zorgplicht te voldoen om aan elk kind een passende onderwijsplek te bieden. Deze zorgplicht geldt voor leerlingen die al op de school zitten en leerlingen die worden aangemeld. Wanneer een leerling extra begeleiding of ondersteuning nodig heeft, zoekt de school in overleg met de ouders een passende plek. Leerlingen kunnen op het (V)SO blijven tot en met het schooljaar dat zij 20 worden, dit kan iets langer zijn als daarmee de kans op een diploma of passende plek op de arbeidsmarkt vergroot wordt. De uitstroom kan gericht zijn op regulier vervolgonderwijs, de arbeidsmarkt of dagbesteding. Samen met de ouders stelt de school het ontwikkelingsperspectief en bijbehorende uitstroombestemming vast. Dit wordt jaarlijks geëvalueerd.
De wet passend onderwijs is in 2020 geëvalueerd. Volgens deze evaluatie is de organisatie van de ondersteuning van leerlingen en studenten verbeterd. Knelpunten zitten onder meer in de bureaucratie, afstemming met jeugdhulp en het nog steeds hoge aantal 'thuiszitters'.
Voorbeelden van interventies
Gericht op: opvoedvaardigheden, inzicht en vaardigheden in relatie tot middelengebruik en gamen, signalering en toeleiding door professionals.
Binnen Helder op School zijn er speciale lesprogramma’s voor het voortgezet speciaal onderwijs (Be Wise, Think Twice en educatief theater Cool Zeker!) en voor het praktijkonderwijs (Keuzebaas)
Gericht op: Opvoedvaardigheden, inzicht en vaardigheden in relatie tot middelengebruik en gamen, signalering en toeleiding door professionals