Tabaksaccijns: tactieken van de tabaksindustrie
Het verhogen van tabaksaccijns is in theorie een effectieve maatregel als het gaat om tabaksontmoediging. De tabaksindustrie gebruikt echter al jaren slimme prijsstrategieën om de verkoopprijs niet te veel te laten toenemen. Een pakje sigaretten wordt dus niet altijd duurder. Hierdoor hebben accijnsverhogingen op tabak niet altijd het gewenste effect. Welke strategieën gebruikt de tabaksindustrie? En wat kan de overheid daar aan doen? Heike Garritsen legt dat in dit blog uit.
Onderzoek laat zien dat het verhogen van tabaksaccijns effectief is. Het ontmoedigt jongeren om te beginnen met roken en motiveert volwassenen om te stoppen met roken. De laatste accijnsverhoging was 1 april 2023: de prijs van een standaard pakje sigaretten is toen één euro duurder geworden. In 2024 verwachten we een verder stijging. Maar een accijnsverhoging van bijvoorbeeld één euro betekent niet automatisch dat je ook één euro meer betaalt voor je pakje sigaretten. Dit komt doordat de tabaksindustrie verschillende prijsstrategieën gebruikt zodat mensen die roken minder merken van de accijnsverhogingen.
Voorbeelden van prijsstrategieën van de tabaksindustrie
Een voorbeeld van een prijsstrategie is onderbelasting (undershifting). Hoewel overheden meestal de hoogte van accijns bepalen, beslist de tabaksindustrie over de uiteindelijke prijs die de klant in de winkel moet betalen. Er is sprake van onderbelasting wanneer de industrie de verkoopprijs van tabaksproducten minder laat stijgen dan de accijnsverhogingen. Redenen hiervoor zijn het behouden van klanten en het aantrekken van nieuwe rokers. Vooral jongeren zijn prijsgevoelig.
Een andere strategie is prijsafvlakking (price smoothing). Om te voorkomen dat ze consumenten verliezen door prijsstijgingen als gevolg van accijnsverhogingen, past de tabaksindustrie prijsafvlakking toe. Dit betekent dat er in plaats van enkele grote prijsstijgingen, kleinere frequentere prijsstijgingen door worden gevoerd. Deze geleidelijke overgang zorgt ervoor dat mensen die roken minder snel geneigd zijn te stoppen met roken vanwege prijsstijgingen.
Een derde voorbeeld van een prijsstrategie is gericht op het feit dat de meeste landen verschillende accijnstarieven voor verschillende soorten tabaksproducten hanteren, zoals sigaretten en sigaren. Deze tarieven zijn gebaseerd op productkenmerken, zoals het type product, de lengte of het gewicht, of op basis van het productieproces. De tabaksindustrie brengt soms wijzigingen door in de productkenmerken of het productieproces in een poging om onder een lager accijnstarief te vallen. Bijvoorbeeld cigarillo’s. Dit zijn dunne sigaartjes die in hun productsamenstelling sterk op sigaretten lijken. En op sigaren wordt in Nederland minder accijns geheven.
Beleidsmaatregelen tegen de prijsstrategieën van de industrie
Gelukkig staan overheden niet machteloos tegenover deze tactieken. Diverse beleidsmaatregelen kunnen worden ingevoerd om de effectiviteit van accijnsverhogingen te waarborgen. Zo kan het invoeren van een minimumprijs de industrie de mogelijkheid van onderbelasting ontzeggen. Tabaksproducten mogen dan niet onder een bepaalde prijs verkocht worden. Om prijsafvlakking tegen te gaan kunnen overheden onaangekondigde accijnsverhogingen invoeren. Hierdoor krijgt de tabaksindustrie geen gelegenheid om zich voor te bereiden op de verhogingen.
Tot slot kunnen uniforme accijnstarieven voorkomen dat fabrikanten de eigenschappen van een product aanpassen om onder een lager accijnstarief te vallen. Dit zou betekenen dat één uniform accijnstarief wordt toegepast op alle merken en soorten van een specifiek tabaksproduct. Er geldt dan bijvoorbeeld één vast accijnstarief voor sigaretten, ongeacht de verschillende kernmerken die op sigaretten van toepassing kunnen zijn (zoals grootte, met of zonder filter, etc.).
Mogelijke aanvullende beleidsmaatregelen voor Nederland
Maar hoe staan we er nu voor? Een aantal beleidsmaatregelen zijn al door de Nederlandse overheid ingevoerd, zoals uniforme accijnstarieven voor de productcategorieën sigaretten, shag en sigaren. Maar niet alle beleidsmaatregelen zijn eenvoudig te implementeren in Nederland. Dit komt deels doordat ons land verbonden is aan de “Richtlijn betreffende de structuur en de tarieven van de accijns op tabaksfabrikaten” van de Europese Unie. EU-lidstaten mogen bijvoorbeeld geen minimum- of maximumprijzen voor tabaksproducten hanteren.
Wat kan de overheid nog doen?
Op dit moment wordt er in Nederland bij het vaststellen van de tabaksaccijns nog geen rekening gehouden met inflatie en inkomensgroei. Een haalbare aanvullende maatregel voor de Nederlandse overheid is dan ook om de accijnzen op tabaksproducten verder te verhogen, waarbij ten minste rekening wordt gehouden met inflatie en inkomensgroei. Dat laatste is belangrijk omdat uit een recent onderzoek van de Universiteit van Maastricht is gebleken dat de relatieve betaalbaarheid van sigaretten in Nederland tussen 2010 en 2020 vrijwel onveranderd is gebleven. Om ervoor te zorgen dat de verkoopprijs van tabaksproducten hoog genoeg blijft om roken te ontmoedigen, zouden toekomstige accijnsverhogingen dus groot genoeg moeten zijn en op regelmatige basis – bij voorkeur jaarlijks – plaatsvinden.
Meer lezen?
Meer lezen over de prijsstrategieën van de tabaksindustrie? Download de Notitie Prijsstrategieën van de tabaksindustrie om het effect van accijnsverhogingen te beïnvloeden.