Hoe vaak komen gedwongen spoedopnames voor in de GGZ?
In 2014 werden naar schatting ruim 8.300 personen met psychiatrische problemen met spoed gedwongen opgenomen in een GGZ-instelling. Dit blijkt uit een rapport dat het Trimbos-instituut heeft opgesteld in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Een gedwongen spoedopname gebeurt via een zogeheten lastgeving tot inbewaringstelling (IBS). Om een IBS af te kunnen geven dient er sprake te zijn van onmiddellijk dreigend gevaar, voor de persoon zelf of voor anderen. Daarbij moet er een ernstig vermoeden zijn dat het gevaar door een psychiatrische stoornis wordt veroorzaakt.
Het aantal gedwongen spoedopnames in de GGZ lag in de jaren 2011 tot met 2013 hoger dan in 2014, met een piek in 2013 (respectievelijk ongeveer 8.500, 8.500 en 8.800). In circa de helft van de gevallen ging het om personen die reeds (vrijwillig) waren opgenomen. In de andere helft van de gevallen betrof het personen die in de eigen thuissituatie verbleven, of elders (bijvoorbeeld op het politiebureau of bij een crisisdienst).
Naast het aantal gedwongen spoedopnames, gaat het rapport in op:
- De tijd die betrokken actoren, waaronder psychiaters, burgemeesters en ambulancepersoneel, besteedden aan respectievelijk het aanvragen, toekennen en tenuitvoerleggen van een lastgeving tot IBS.
- Karakteristieken (leeftijd, geslacht, diagnoses en gevaarscriteria) van de personen voor wie een lastgeving tot IBS werd aangevraagd.
Er werd gebruik gemaakt van gegevens van het registratiesysteem BOPZ-online uit de periode 2011-2014.
De bevindingen van dit rapport zijn tevens gebruikt voor een kostenevaluatie van de uitvoering van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz). Hierover is een aparte publicatie verschenen: Kostenevaluatie van de wet Bopz
Lees in de bijlage het rapport
Lastgevingen tot inbewaringstelling in de GGZ in de periode 2011-2014
Meer informatie
Stuur een bericht aan contactpersoon Jasper Nuijen
of bel +31 (0)30 – 2959(431)