Nieuws |

Flakka, feit of fictie? Trimbos-instituut legt uit

Flakka

Het Trimbos-instituut is de afgelopen weken veelvuldig door het verslavingsnetwerk, medisch personeel, politie, algemeen publiek en journalisten gebeld over de nieuwe drug flakka. Dit mede naar aanleiding van het persbericht van het Albert Schweitzerziekenhuis in Dordrecht waarin artsen afgelopen dinsdag hebben gewaarschuwd voor deze drug. Het ziekenhuis heeft twee patiënten op de spoedeisende hulp behandeld die volgens de berichtgeving onder invloed waren van flakka.

DIMS en flakka
Het persbericht is afgelopen dinsdag breed opgepakt door de media en online doken allerlei krantenkoppen op met ’zombiedrug’ in Nederland, ondersteund door afschrikwekkende filmpjes van onder andere de Amerikaanse FBI met gebruikers onder invloed van flakka. Het Drugs Informatie en Monitoring systeem (DIMS) van het Trimbos-instituut is diezelfde dag veel gebeld met vragen of het gebruik van flakka in Nederland toegenomen is, en waarom het Trimbos-instituut hier niet eerder voor heeft gewaarschuwd? De roep aan het Trimbos-instituut voor meer duiding en feitelijke informatie werd groter.

Meten is weten
Het Trimbos-instituut heeft contact opgenomen met het ziekenhuis na het persbericht te hebben gelezen. Ook is contact geweest met de politie en het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) om helder te krijgen wat de situatie is. Het DIMS monitort de drugmarkt al jaren en ontvangt wekelijks tussen de 150 en 200 drugssamples van de testlocaties en tot nu toe heeft niemand een als flakka aangekocht sample ingeleverd. Het DIMS en het Meldpunt Nieuwe Drugs volgen de gebruikersfora en online media op de voet, hieruit is niet te herleiden dat flakka veelvuldig in omloop is of dat er sprake van een ‘nieuwe trend’ is. Het is gebruikelijk een incident pas toe te schrijven aan een specifieke drug wanneer deze is vastgesteld in bloed of urine, hetgeen bij de incidenten in Dordrecht niet is gebeurd. Het beschreven gedrag lijkt te wijzen op een opwindingsdelier, een toestand die kan optreden na gebruik van stimulerende middelen. Dit is dus niet exclusief toe te wijzen aan gebruik van flakka, ofwel alfa-PVP.

Het Trimbos-instituut ziet pas reden om aan te nemen dat flakka in Nederland als drug wordt gebruikt wanneer aanwezigheid ervan daadwerkelijk is geconstateerd na een incident. Uit de verschillende monitoractiviteiten blijkt niet dat de stof in Nederland in brede kring gebruikt wordt of dat er als flakka aangekochte samples bij het DIMS of NFI worden gezien. Daarnaast zijn er vanuit instellingen voor verslavingszorg geen signalen over gebruik van deze drug. Ondanks de vermeende geringe aanwezigheid van flakka op de Nederlandse drugsmarkt, is wel al besloten om de werkzame stof alfa-PVP later dit jaar op Lijst 1 van de Opiumwet te plaatsen.

Niet meteen landelijk waarschuwen
Waarschuwen bij drugsincidenten is belangrijk om preventief meer incidenten tegen te gaan en de gebruiker op de hoogte te brengen van gevaarlijke drugs op de markt. Het Trimbos-instituut heeft dit in het verleden ook in het geval van bijvoorbeeld vervuilde ecstasy en gevaarlijk hoog gedoseerde XTC-pillen, zowel landelijk, als zeer gericht naar de gebruikers gedaan. Bij een landelijke waarschuwing is het belangrijk om eerst de feiten op een rij te hebben. En dan pas te waarschuwen als helder is uit chemisch analytisch of toxicologisch onderzoek, de cijfers en trends om welke stof het precies gaat en of het gebruik dusdanig is dat meerdere incidenten op termijn te verwachten zijn.

Omgaan met opwindingsdelier
Belangrijk is dat professionals zoals politie, ziekenhuizen en ambulancepersoneel bij incidenten die veroorzaakt worden door drugsgebruik of andere verdovende middelen, rekening houden met opwindingsdelier bij de gebruiker. Dit om gedrag na gebruik snel te herkennen en vanuit het behandelprotocol handvatten te hebben hoe hiermee adequaat om te gaan.

Richtlijn Excited Delirium Syndroom (Protocol opgesteld door de GGD Amsterdam in overleg met betrokken partijen.)

Het Trimbos-instituut nodigt professionals uit om contact op te nemen met het DIMS (06- 5167 7346 of 06-5139 5407) om nader te overleggen alvorens waarschuwingen uit te brengen.

Lees meer over het monitoring van middelengebruik door het Trimbos-instituut.

Zie ook: Niesink, R.J.M. & Rigter, S. Verslaving (2017) doi:10.1007/s12501-017-0102-5 rniesink@trimbos.nl

Meer over dit thema

Contact

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters:

Laila Zaghdoudi,
tel +31 (0)30 – 2959(382)