Blog |

Is het gebruik van stoppen-met-rokenapps een goed idee?

is-het-gebruik-van-stoppen-met-rokenapps-een-goed-idee

In 2019 deed een derde van de volwassen rokers een serieuze stoppoging. Het gebruik van bewezen effectieve professionele ondersteuning bij stoppen met roken vergroot de kans op succes, maar de meeste rokers vinden dat een stap te ver. Een e-healthinterventie, bijvoorbeeld een stoppen-met-rokenapp, zou een mooie tussenweg kunnen zijn. Toch is de inzet van deze apps nog beperkt. Waarom eigenlijk? Sigrid Troelstra geeft een overzicht van de belangrijkste dilemma's.

Wel of geen hulpmiddel?

Van de rokers die in 2016 en 2018 een serieuze stoppoging deden, gebruikte slechts een derde een hulpmiddel. De stap om professionele begeleiding in te schakelen is groot. Stoppen-met-rokenapps zijn een laagdrempelig alternatief en kunnen een extra steuntje in de rug bieden voor rokers die het liefst zelfstandig willen stoppen. Daarnaast kan een app de stopper ook informeren over intensievere vormen van ondersteuning. Ook kan een app door het geven van een persoonlijk advies het gevoel van sociale steun bij het stoppen vergroten. Zo vertelden gebruikers van de Stopcoach app dat ze de virtuele (computergestuurde) coach een meerwaarde vonden hebben. De coach stuurde berichten op basis van ingevulde vragen en gaf gebruikers het gevoel dat iemand ze persoonlijk aansprak.

Theoretisch onderbouwd of bewezen effectief?

Het aanbod van stoppen-met-rokenapps is enorm groot. Mensen die willen stoppen met roken, zien door de bomen het bos niet meer. Maar hoe weet je welke app je kunt gebruiken? En wanneer is een app goed genoeg? Onder zorgprofessionals en wetenschappers zijn de meningen verdeeld. Een deel van hen vindt het voldoende als er sprake is van een goede onderbouwing: De werking van de app is onderbouwd met modellen, theorie of literatuur. Anderen vinden dat stoppen-met-rokenapps aan dezelfde wetenschappelijke eisen moeten voldoen als andere hulpmiddelen, zeker wanneer zij het gebruik moeten adviseren aan stoppers.

De interventiedatabase van het Loket Gezond Leven van het RIVM gebruikt getrapte niveaus van bewijs om over leefstijlinterventies te communiceren naar GGD’en, GGZ-organisaties en gemeenten. Er zijn op het moment van schrijven echter geen e-healthinterventies beschikbaar die voldoen aan het hoogste niveau van bewijs van de interventiedatabase van het RIVM: ‘sterke aanwijzingen voor effectiviteit.’ Dit komt mede doordat het aantonen van de effectiviteit bij dit soort interventies erg lastig is. Een goed onderzoek duurt lang, veel deelnemers stoppen voortijdig, een app veroudert snel en er is veel geld nodig om hem in de lucht te houden.

Hoe kun je als zorgverlener e-health gebruiken?

Het gebruik van digitale toepassingen in de zorg is tijdens de coronapandemie in een stroomversnelling gekomen. Veel zorgprofessionals willen ook na de coronacrisis gebruik blijven maken van zorg op afstand. Daarnaast heeft de coronacrisis het belang van preventie en een gezonde leefstijl nog eens extra onderstreept. Welk advies kun je als zorgverlener geven aan een patiënt die wil stoppen met roken? Richtlijnen geven zorgverleners handvatten om effectieve stoppen-met-rokenzorg te bieden. Nederlandse behandelrichtlijnen zijn positief over het gebruik van e-healthinterventies bij stoppen met roken, zolang de interventies op maat en interactief zijn, en gebruik maken van tekstberichten. Daarnaast wordt de combinatie tussen gebruik van e-healthinterventies en begeleiding (blended care) geadviseerd: “E-health wordt bij voorkeur gecombineerd met begeleiding door een behandelaar (blended care), omdat dit naar verwachting effectiever is en vaak beter aansluit bij de wensen en behoeften van de patiënt en zorgverleners.” Zorgstandaard Tabaksverslaving.

Het gebruik van blended care heeft verschillende voordelen. Zorgprofessionals kunnen advies geven over welke e-healthinterventies geschikt zijn, een juist gebruik van de interventie bevorderen en kunnen tijd besparen door een deel van hun behandeling te vervangen door e-health. Naast een professionele behandeling, die kan dienen als stok achter de deur en die persoonlijk contact biedt, zou e-health een ondersteunende werking kunnen hebben tussen de sessies door. De implementatie van blended care is echter niet eenvoudig. De digitale vaardigheden, kennis over e-health en ervaring met de inzet van e-healthinterventies bij stoppen met roken van zorgprofessionals kunnen een belemmering vormen. Ook is de meerwaarde van e-health voor veel zorgprofessionals onduidelijk. Er is nog weinig bekend over de relatieve effectiviteit van e-healthinterventies mét versus zonder begeleiding en aan welke voorwaarden moet worden voldaan om blended care effectief in te zetten.

Wel of niet inzetten?

E-healthinterventies hebben vanwege hun toegankelijkheid een belangrijke rol binnen het stoppen-met-rokenaanbod, maar er is nog veel onduidelijk over de effectiviteit en inzet in combinatie met andere ondersteuning. Zonder de beperkingen uit het oog te verliezen, denk ik dat het potentieel van e-healthinterventies bij stoppen met roken nog veel beter benut kan worden. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat professionals goed geïnformeerd zijn over de mogelijkheden van het gebruik van e-health bij stoppen met roken. Daarom hebben wij een factsheet geschreven: “E-healthinterventies bij stoppen met roken”. Deze factsheet is in het bijzonder gericht aan zorgprofessionals en beleidsmakers. We laten op basis van wetenschappelijke literatuur zien in hoeverre e-healthinterventies effectief zijn en hoe ze het beste ingezet kunnen worden. Daarnaast geven we een overzicht van het huidige Nederlandse aanbod aan e-healthinterventies.

De komende tijd zullen we via verschillende activiteiten de rol van e-health bij stoppen met roken versterken. Zo inventariseren we welke ervaringen zorgprofessionals hebben met het inzetten van e-health in combinatie met reguliere stoppen-met-rokenondersteuning en doen we onderzoek naar de verwachtingen en ervaringen van gebruikers van stoppen-met-rokenapps. Lees er meer over in de “Kennisagenda e-health bij stoppen met roken”.

Sigrid Troelstra
Wetenschappelijk medewerker Tabak