Cijfers stoornis in het alcoholgebruik

In dit dossier vindt u alle actuele cijfers over het aantal volwassenen in Nederland met een stoornis in het gebruik van alcohol.

Een stoornis in het gebruik van alcohol (hierna: alcoholstoornis) wordt volgens de DSM-5 gekenmerkt door een patroon van problematisch alcoholgebruik dat leidt tot beperkingen, zoals controleverlies, onthoudingsverschijnselen of sociale activiteiten opgeven. In het item ‘Stoornissen in het gebruik van alcohol volgens de DSM-5’ staan de diagnostische criteria van de stoornis beschreven.

Hieronder worden de cijfers uit 2019-2022 gepresenteerd die laten zien hoe vaak een DSM-5 alcoholstoornis voorkomt onder volwassenen (18-75 jaar) in Nederland. Deze cijfers zijn afkomstig uit de NEMESIS-3 studie en worden gepresenteerd naar geslacht, leeftijd en opleiding [1]. Daarnaast wordt gekeken of het vóórkomen van een alcoholstoornis gelijk is gebleven tijdens het uitbreken van de coronapandemie. Tenslotte wordt gekeken of het vóórkomen van de DSM-V alcoholstoornis veranderd is tussen 2007-2009 en 2019-2022. Hierbij beperken we ons tot volwassenen van 18-64 jaar.

Hoeveel volwassenen in Nederland hebben een alcoholstoornis?

In 2019-2022 heeft 13% van de volwassenen (18-75 jaar) ooit in het leven een DSM-5 alcoholstoornis gehad. In de afgelopen 12 maanden is dit nog ruim 5%. Dit komt overeen met 684.000 volwassenen in Nederland die in de afgelopen 12 maanden een alcoholstoornis hebben gehad.

Mannen hebben ruim twee keer zo vaak ooit in het leven een alcoholstoornis gehad dan vrouwen (18% versus 8%). Ook in de afgelopen 12 maanden hebben mannen vaker een alcoholstoornis dan vrouwen (8% versus 3,3%).

Met het stijgen van de leeftijd neemt de kans op een alcoholstoornis ooit in het leven en in de afgelopen 12 maanden af.

Een alcoholstoornis ooit in het leven komt in bij alle opleidingsniveaus ongeveer even vaak voor. In de afgelopen 12 maanden hebben hoogopgeleiden vaker een alcoholstoornis dan middelbaar- of laagopgeleiden.

IAlcoholstoornis vóór en tijdens coronapandemie

Tijdens de dataverzameling van de NEMESIS-3 studie brak de coronapandemie uit (zie effect coronapandemie in NEMESIS-3). Daardoor kunnen deelnemers die vóór en tijdens de pandemie hebben deelgenomen met elkaar vergeleken worden. Wanneer rekening gehouden wordt met demografische verschillen tussen deze twee groepen, is te zien dat het vóórkomen van een alcoholstoornis in de afgelopen 6 maanden tijdens de coronapandemie lager was dan vóór de pandemie (3,7% versus 4,8%). De meeste volwassen Nederlanders met een alcoholstoornis hebben een milde alcoholstoornis. Het is aannemelijk dat het minder vóórkomen van een alcoholstoornis bij volwassenen tijdens de pandemie het gevolg is van de toen geldende coronamaatregelen, zoals de sluiting van de horeca, uitgaansgelegenheden en niet-essentiële winkels, de invoering van de avondklok en social distancing (afstand houden). Dit heeft de mogelijkheid om samen met anderen alcohol te drinken buitenshuis en binnenshuis verminderd en daarmee mogelijk ook het voorkomen van een alcoholstoornis.

Veranderingen in een alcoholstoornis over tijd

In het afgelopen decennium is het vóórkomen van een DSM-IV alcoholstoornis onder volwassenen (18-64 jaar) licht toegenomen van 4,4% in 2007-2009 naar 5,5% in 2019-2022. Dit verschil is niet significant.

Echter, het vóórkomen van een alcoholstoornis was tijdens de coronapandemie lager dan in de periode vóór de pandemie (zie hierboven). Als we ons bij het berekenen van deze trends beperken tot de periode vóór de coronapandemie, dan blijkt er wel een significante toename in het vóórkomen van een alcoholstoornis. Namelijk van 4,4% in 2007-2009 naar 6,3% in de periode november 2019 tot medio maart 2020.

Referenties

  1. Ten Have, M., Tuithof, M., van Dorsselaer, S., Schouten, F., de Graaf, R. (2022). NEMESIS. De psychische gezondheid van de Nederlandse bevolking. Geraadpleegd op 30 november 2022, van https://cijfers.trimbos.nl/nemesis/. Trimbos-instituut, Utrecht.