Alcohol en drugstesten op het werk en de wet

Testen op alcohol of drugs is alleen toegestaan bij medewerkers die een specifiek en risicovol beroep uitoefenen. Bijvoorbeeld treinmachinisten, piloten en scheepsloodsen. Wat kan een werkgever wel doen?

In de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) staat dat het testen van medewerkers op het gebruik van alcohol en drugs niet is toegestaan. Deze wet is in 2018 ingegaan met de bedoeling de privacy beter te beschermen. Een uitzondering op deze regel is in de wet - Wet Luchtvaart, de Wet Scheepsvaart en de Wet Wegverkeer - vastgelegd voor medewerkers die een specifiek en risicovol beroep uitoefenen. Denk hierbij aan treinmachinisten, piloten en scheepsloodsen. Meer informatie hierover is te vinden op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens.

Ontwikkelingen wetgeving

Een aantal werkgevers vinden dat zij ook mogen testen, omdat zij vinden dat het risico op ongelukken te groot is. Dit heeft te maken met het soort bedrijf en/of de werkzaamheden. De ingeschatte risico’s zijn dusdanig dat het onder invloed zijn van alcohol en drugs ten alle tijden voorkomen moet worden. Denk bijvoorbeeld aan bedrijven die werken met grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Deze bedrijven vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen (Bzro).

Op dit moment wordt onderzocht of en hoe wetgeving aangepast moet worden. Meer informatie hierover is te vinden in de kamerbrief van mei 2022.

Wat werkgevers wel mogen doen

Voor alcohol, drugs en medicijnen op de werkvloer geldt dat voorkomen beter is dan genezen. Door in te zetten op preventie kunnen bedrijven ongelukken voorkomen.

Door bedrijfsbreed regels af te spreken en vast te leggen in een Alcohol-, Drugs- en Medicijnbeleid, kunnen werkgevers middelengebruik uit de taboesfeer halen. Medewerkers worden zich daardoor bewuster van de effecten van middelengebruik. Dat is de eerste stap richting preventie.