Steeds meer zicht op succesfactoren goede dementiezorg

Steeds meer zicht op succesfactoren goede dementiezorg

Zelfsturing en meer autonomie voor zorgverleners is niet dé oplossing voor betere verpleeghuiszorg, benadrukt Bernadette Willemse aan de vooravond van haar promotie over betere zorg voor mensen met dementie. “Het gaat er vooral om hoe je als organisatie de zorg regelt en welke kaders je daarvoor schept. Goede steun van leidinggevenden is daarin net zo’n belangrijke factor als de ruimte voor medewerkers om af te kunnen stemmen op de behoeften van bewoners.”

Willemse laat zich niet verleiden tot boude uitspraken over wat er schort aan de verpleeghuiszorg. Of tot snelle conclusies die maar de helft van de werkelijkheid laten zien. “Natuurlijk is het zo dat als je als organisatie bewoners meer ruimte wilt geven voor hun eigenheid, zorgverleners niet vast moeten zitten in allerlei strakke structuren en regels. Je moet dan bijvoorbeeld kijken naar hoeveel deadlines de organisatie met zich meebrengt op een dag, en ook of je medewerkers stuurt op het tijdig afronden van taken of juist coacht en ruimte biedt voor het afstemmen op de behoeften van bewoners. En natuurlijk of de zorgmedewerkers over de juiste kennis en vaardigheden beschikken. Zowel als het gaat om technisch handelen, maar net zo belangrijk, kennis van dementie en het op een persoonsgerichte manier contact maken.”

Gemakkelijke oplossingen

Dat klinkt simpel, maar Willemse weet zowel uit eigen ervaring als uit de verschillende onderzoeken van het Programma Ouderen bij het Trimbos-instituut dat de praktijk weerbarstiger is. En dat gemakkelijke oplossingen niet bestaan. “Wat ik te vaak zie gebeuren is dat organisaties overgaan op kleinschalige zorg of zelfsturing en tegen medewerkers zeggen: kijk, hier heb je meer verantwoordelijkheden en autonomie; succes ermee! Tegelijkertijd houden ze echter vast aan bestaande structuren en regels. Dat werkt niet. Ook het weghalen van leidinggevenden is te kort door de bocht. Zelfsturing moet niet vooral een bezuinigingsoperatie zijn. Het is belangrijk om te investeren in een goede overgang naar een andere manier van werken. We weten namelijk uit ander onderzoek dat medewerkers die meer autonomie krijgen nog steeds behoefte hebben aan iemand die hen steunt waar nodig. Zij hebben dan vooral behoefte aan een leidinggevende die hen adviseert en coacht en een rolmodel is. Binnen de Monitor bleek eerder ook al dat een steunende en sturende leidinggevenden namelijk een belangrijke succesfactor is voor goede dementiezorg.”

Het ontrafelen van wat wel en niet werkt in de zorg noemt Willemse interessant in zowel haar promotieonderzoek als haar dagelijkse werk als programmahoofd en onderzoeker bij het Trimbos-instituut. “Het leuke is dat je steeds beter zicht krijgt op wat er werkt in goede zorg voor mensen met dementie. Dat je dat doet met mensen uit de praktijk. En dat je ziet dat als organisaties daar stappen in zetten, het echt wat oplevert. Het gaat er steeds om hoe je concepten benut zoals kleinschalig wonen, maar ook ideeën als gepersonaliseerde voordeuren, waar we eerder onderzoek naar deden. Dat is een heel mooi concept en in het onderzoek zagen we dat bewoners baat bij dit soort deuren kunnen hebben. Maar met alleen zo’n deur of een kleine woonvorm ben je er niet. Belangrijk is: hoe sluit je echt aan? Hoe ga je het gesprek aan? Over vroeger, wat is geweest, wat belangrijk was en is. De impact van hoe je met iemand contact maakt is heel groot.”

Monitor Woonvormen Dementie

Haar promotieonderzoek is voor een groot deel gebaseerd op de uitkomsten van de Monitor Woonvormen Dementie. “De eerste meting was in 2008. We zijn nu druk met de vierde meetronde bij 50 locaties. Dat we dit voor de vierde keer onderzoeken biedt ons een goed inzicht in de trends en langere termijn ontwikkelingen binnen de sector. De deelnemende locaties geven bovendien zelf aan wat er speelt of waar ze tegenaan lopen en waar ze dus meer zicht op willen krijgen. Deze keer is dat bijvoorbeeld omgaan met onbegrepen gedrag, leiderschap en aansturing en de betrokkenheid en tevredenheid van vrijwilligers. Vrijwilligers vragen we dit keer dus ook: wat ervaren zij, wat dragen ze bij, hoe kan dat beter? Ook onderzoeken we wat bijdraagt aan het behoud van vrijwilligers. De bevindingen van de monitor worden gebruikt door de deelnemende organisaties om tot verbeteringen te komen op hun eigen locaties en door het Ministerie bij het maken van nieuw beleid. We begeleiden organisaties ook bij het doorvoeren van verbeteringen. Die koppeling van onderzoek aan de praktijk is heel mooi. ”

Toekomstwensen en ambities

Naast betere zorg voor mensen met dementie in verpleeghuizen, wil het Programma Ouderen bijdragen aan de zorg en ondersteuning van de grote groep mensen met dementie die gewoon thuis wonen. “Hoe kunnen dementienetwerken mensen met dementie zelf en hun naasten het beste ondersteunen na de diagnose? Hoe voorkomen we dat mantelzorgers overbelast raken? Welke aanpakken kunnen daarbij helpen? We hebben de Dementiebril, een virtual reality film en bijbehorende e-learning ontwikkeld. En volgend jaar komt er een videoreeks voor naasten op het online platform van Alzheimer Nederland, dementie.nl, waarin we hen op weg helpen bij het omgaan met het veranderende gedrag van hun naaste met dementie. Dit is een belangrijke stap omdat we weten dat dit een van de grootste knelpunten is waar mantelzorgers tegenaan lopen. Maar kunnen we nog meer doen? Dat zijn we aan het verkennen.”

Een ander lopend onderzoek richt zich op de ernst, omvang en oorzaken van alcoholproblematiek bij ouderen. “De resultaten van dit onderzoek zijn begin 2017 bekend. Het is heel mooi dat dit nu in kaart wordt gebracht. Een al langer bestaande wens van ons is om een soortgelijk onderzoek te doen naar het voorkomen van psychische klachten bij ouderen. Daar zijn nu weinig gegevens over in Nederland. En in samenwerking met de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en de GGZ willen we de zorg voor alles wat te maken heeft met ouderen en psychische problemen meer integreren. Via het NKOP (Nationaal Kenniscentrum Ouderen Psychiatrie) zijn we steeds meer het Kenniscentrum waar iedereen terecht kan, onafhankelijk van de sector waar iemand werkt. Huisartsen en wijkteams zijn hierbij bijvoorbeeld ook belangrijk.”

De ambities van Willemse zijn duidelijk nog niet allemaal vervuld met haar promotie. Er liggen nog voldoende nieuwe uitdagingen te wachten.

Bernadette Willemse promoveert op 11 november 2016 aan de Vrije Universiteit.

Meer over dit thema