Nieuws |

Oratie Bas van den Putte: Beïnvloed de beïnvloeders

Oratie Bas van den Putte: Beïnvloed de beïnvloeders

Richt gezondheidsvoorlichting over alcohol, drugs en tabak niet rechtstreeks op adolescenten, maar op degenen die hen beïnvloeden. Dat is de centrale boodschap van Bas van den Putte bij zijn oratie als Hoogleraar Gezondheidscommunicatie aan de Universiteit van Amsterdam.

Adolescenten zien bij voortduring gebruik van genotsmiddelen als alcohol, tabak en drugs om zich heen. Hierdoor is er veel beïnvloeding in ongezonde richting. Internationaal onderzoek heeft aangetoond dat adolescenten die meer reclame voor alcohol of tabak zien, en meer films zien waarin deze middelen worden gebruikt, zelf ook op jongere leeftijd beginnen en ook meer gaan gebruiken. Adolescenten zien ook veel middelengebruik in hun sociale omgeving. Met name ouders en vrienden spelen een belangrijke rol in (beginnend) middelengebruik. Ouders zouden zich meer bewust moeten zijn van hun voorbeeldrol, stelt Van den Putte.

Adolescenten beginnen eerder met alcohol drinken of roken als hun ouders dat ook doen. Ouders die hun kinderen verantwoord leren drinken, leren hun kinderen vooral dat alcohol en gezelligheid onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Hierdoor gaan hun kinderen juist meer drinken indien de ouders er niet bij zijn. Van den Putte is van mening dat hier centraal – zowel vanuit de overheid als vanuit scholen – de gezonde boodschap tegenover moet worden gesteld. Niet door de communicatie rechtstreeks op de jongere – ‘de man’ – te richten, maar ‘over de band’ te spelen: via de mensen door wie jongeren het meest beïnvloed worden.

Gezondere communicatie
Jongeren worden vooral ook door elkaar beïnvloed. Dit komt niet alleen omdat ze zien dat anderen gebruiken. Jongeren praten ook positief met elkaar over genotsmiddelen wat het gebruik stimuleert. Het is daarom belangrijk om gezondere gesprekken te stimuleren, waardoor jongeren elkaar juist in positieve richting beïnvloeden. Experimenteel onderzoek heeft aangetoond dat voorlichting hierbij helpt, legt Van den Putte uit. “Gesprekken worden negatiever over alcohol indien men eerst een voorlichtingsboodschap over alcohol te zien krijgt, vooral als deze angstgevoelens opwekt. Sterker nog: hierdoor worden jongeren ook negatiever over alcohol  en een maand later hebben ze aantoonbaar minder gedronken.”

Integraal lespakket gezond gedrag
Van den Putte denkt dat scholen bij gerichte gezondheidscommunicatie een belangrijke rol kunnen spelen. Hij is voorstander van integrale lespakketten voor gezondheidsgedragingen in het algemeen, die landelijk verspreid en geïmplementeerd worden. “Ook weten we dat op scholen waar meer gepest wordt, het middelengebruik ook hoger is. Dit zou kunnen omdat jongeren die buiten de groep vallen vaak als eerste beginnen met het gebruiken van alcohol, tabak of drugs. Dit is een van de routes waardoor deze middelen als eerste binnenkomen in de klas, wat de hele groep kan beïnvloeden. Het zou me daarom niets verbazen als een goed anti-pest beleid van directe invloed is op minder middelengebruik. Het is interessant om dat verder te onderzoeken.”
De vraag of jongeren wel zitten te wachten op gezondheidsvoorlichting en negatieve berichten over alcohol en drugs, pareert Van den Putte direct. “Het interesseert ze denk ik weinig en ze vinden dat ze belangrijkere dingen hebben in hun leven. Maar dat geldt ook voor Engels, natuurkunde en de andere vakken. Maar als je het geeft, pikken ze er zeker iets van op.”

Kracht van de herhaling
Voorlichting moet niet beperkt worden tot een paar lessen per jaar. De Hoogleraar Gezondheidscommunicatie vindt dat meer gebruik gemaakt moet worden van de kracht van de herhaling. “Je ziet dat ook in reclames van grote merken, die vaak dezelfde personen in de commercials terug laten komen met steeds net een andere variatie of invalshoek. Dat zouden we ook meer en systematischer met gezondheidsvoorlichting moeten doen. De pro roken en pro alcoholsignalen die dagelijks van alle kanten op jongeren afkomen, moeten stelselmatig weerlegd worden. Dat gebeurt nu veel te weinig en ad hoc. Daarmee bedoel ik niet alleen dat jongeren meer les moeten krijgen. Ze moeten op alle plekken waar ze komen anti roken en anti alcoholsignalen tegenkomen, waarbij alle on- en offline media een rol kunnen spelen.”

Van den Putte is op dit moment betrokken bij verschillende onderzoeken. Vooral hoe jongeren elkaar beïnvloeden – zowel in positieve als in negatieve zin – heeft zijn interesse. Hij onderzoekt of de onderlinge communicatie beïnvloed kan worden door meer interactieve lesmodules en wat daarbij de invloed is van de groepssamenstelling. Bijvoorbeeld hoeveel leerlingen roken of drinken en wat de rol is van leerlingen die populair zijn of juist niet. 

Maar ook de ouders kunnen blijven rekenen op zijn aandacht. “Er is veel goede informatie op internet, maar het bereik daarvan is bedroevend laag. Ik zou graag onderzoeken hoe we het bereik van online interventies kunnen vergroten juist bij die groep ouders die hier niet vanuit zichzelf al in geïnteresseerd zijn, maar het wel het hardste nodig hebben. Ouders motiveren om het met elkaar te hebben over het middelengebruik door hun kinderen, en stimuleren om als groep ouders duidelijke regels te stellen, is een andere uitdaging. Daar liggen nog een hoop kansen.”

Dhr. prof. dr. S.J.H.M van den Putte (1960) is in 2013 benoemd tot hoogleraar Gezondheidscommunicatie aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam (UvA). De leerstoel is een samenwerking tussen de UvA en het Trimbos-instituut.

Op woensdag 29 oktober sprak Bas van den Putte zijn oratie uit.

Voor vragen: 
bputte@trimbos.nl

Contact

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters:
Marjan Heuving,
tel +31 (0)30 – 2971(138)

Laila Zaghdoudi,
tel +31 (0)30 – 2959(382)