Paradox: corona heeft ook positieve kanten voor daklozen

Nederland telt rond de 39.000 dak- en thuisloze mensen, aldus de meest recente schatting van het CBS. Het Trimbos-instituut onderzocht de sociale gevolgen van de coronamaatregelen op kwetsbare groepen, waaronder dakloze mensen.1

We spraken in zes gemeenten met 12 dakloze cliënten van verschillende voorzieningensoorten: nachtopvang, doorstroomvoorziening en 24-uursopvang. Daarnaast zijn in deze steden diverse zorgprofessionals en belangenbehartigers geraadpleegd. Samen met de persoonlijke ervaringen van cliënten wordt een eerste beeld geschetst van de gevolgen van de coronacrisis voor daklozen. Deze eerste resultaten leveren een paradoxaal beeld op. De coronacrisis heeft namelijk zowel negatieve als positieve gevolgen voor mensen die gebruik maken van de maatschappelijke opvang. Onderzoekers Michel Planije en Christien Muusse lichten toe wat zij tegenkwamen tijdens hun onderzoek.

Extra slaapplekken gecreëerd

Tijdens de coronacrisis lijkt het alsof er meer mogelijk is, want door deze crisis zijn veel – maar niet alle – dakloze mensen nu wél tijdelijk voorzien van onderdak. Dit is mede mogelijk geworden door het sneller creëren van extra slaapplekken binnen en buiten de opvanglocaties. Daarnaast zijn noodopvangvoorzieningen ingericht voor mensen die voorheen niet in aanmerking kwamen voor opvang. Voor daklozen is dit een aanzienlijke verbetering van hun situatie, omdat ze een slaapplek hebben en in de opvang kunnen blijven. Een professional in de maatschappelijke opvang vertelt dat ze deze groep mensen enorm zien opknappen: “Bijzonder wat een bed, een maaltijd en wat aandacht kunnen doen. Opeens denken we: deze meneer kan misschien wel een baantje vinden of we kunnen een goed gesprek voeren over eventuele terugkeer naar land van herkomst.”

Meer privacy, rust en solidariteit

Niet bij alle opvanglocaties zijn de ruimtes groot genoeg om anderhalve meter afstand te kunnen houden en daarmee de kans op besmettingsrisico’s te verkleinen. Veel opvanglocaties hebben daarom de afgelopen tijd cliënten herplaatst of tijdelijk elders ondergebracht. Een deel van de cliënten hoeft niet langer een kamer te delen met andere dak- en thuislozen. Waar voorheen in de nachtopvang de regel was dat na het ontbijt de cliënten weer de straat op moesten, kunnen zij nu door de crisis 24 uur terecht in de opvang. Cliënten ervaren dit als zeer positief. Het geeft ze meer rust en een sterke mate van privacy. Ook voorziet het in de belangrijke menselijke behoefte aan een eigen en veilige plek. Uit eerdere studies komt naar voren dat het hebben van een (eigen) vaste woonplek een belangrijke basis vormt voor herstel en verbetering van gezondheid, welzijn en sociale inclusie. Professionals signaleren in de coronacrisis ook een toegenomen onderlinge solidariteit waarbij een deel van de cliënten aangeeft wat minder het gevoel te hebben er alleen voor te staan.

“Door corona zie je gewoon dat het wél kan. Ik ben acht maanden afgewezen bij de aanvraag van een briefadres. Hierdoor kon ik geen uitkering aanvragen om vervolgens een woonruimte te huren. Dus dan blijf je op straat, bij mensen, kennissen etc. Ik ben gewoon heel dankbaar dat zodra ik nu mijn kamerdeur dichtdoe, ik in mijn eigen wereld ben”, aldus een cliënt.

Wegvallen van dagbesteding, structuur en zingeving

Naast deze voorzichtig positieve ontwikkelingen die cliënten in de maatschappelijke opvang ervaren, heeft de coronacrisis ook negatieve consequenties. In de eerste twee maanden van de crisis zijn de meeste ondersteunde voorzieningen gestaakt, zoals activeringscentra, dagbesteding en sportactiviteiten. Diverse inloopfaciliteiten zijn beperkt geopend en openbare voorzieningen zoals bibliotheken en buurthuizen zijn gesloten. Een deel van de cliënten van de opvang ervaart dit als lastig, omdat hiermee de dagelijkse structuur en regelmaat wegvalt en er minder sociale contacten zijn. Dit leidt tot verveling en een gebrek aan perspectief. In combinatie met noodgedwongen minder face-to-face contacten met begeleiders, vrienden, kennis of familie is voor een deel van de cliënten het al kleine wereldje nog kleiner geworden. Het maakt pijnlijk duidelijk hoe klein of afwezig het sociale netwerk van een deel van de dakloze mensen is. Voor hen is de eenzaamheid en kwetsbaarheid tijdens de coronacrisis in grote mate toegenomen.

“Het is fijn om nu een kamer te hebben, maar als je niets hebt om te doen, moet je elke dag weer bedenken hoe de dag goed te starten. Dus ik probeer een boek te lezen en daarna is het vooral afwachtend zitten en veel nadenken”, volgens een cliënt.

Onveiligheid

Een deel van de cliënten binnen de opvang ervaart gevoelens van onveiligheid. De meeste faciliteiten die die opvang biedt, zijn voor gemeenschappelijke gebruik, zoals douches, toilet, en huiskamer. De verscheidenheid aan cliënten vergroot, zeker in coronatijd, gevoelens van onveiligheid.

“Veel van de mensen die hier zitten houden geen rekening met corona, die denken niet aan het nieuws. Sommigen worden wakker en gaan dan meteen bier halen. Ze letten er niet op of ze verkouden zijn, dat ze handschoenen moeten dragen en niet alles moeten aanraken of in hun arm moeten niezen. Er verblijven hier mensen die niet meer gefocust zijn op het leven gemengd met mensen die dat wel zijn”, zegt een cliënt.

Gebrek aan perspectief en toename onzekerheid

Omdat veel onbekend is over de duur en invulling van de coronamaatregelen, neemt de onzekerheid bij de mensen in de opvang toe. Niemand weet hoe lang de (nood)opvang duurt en wat er daarna gaat gebeuren. Dit veroorzaakt stress en kost energie. Het leven zonder eigen huisvesting wordt als moeilijk ervaren. Ondersteuningstrajecten bij onder andere schulden en bewindvoering stagneren. Er is vertraging van praktische hulp zoals het aanvragen van briefadres, uitkering, zorgverzekering en legitimatie. De uitzichtloosheid van de situatie maakt de cliënten soms moedeloos. De coronamaatregelen voelen daarbij als een extra beperking.

“Ik denk nu achteruit in plaats van vooruit, de dagen duren veel te lang. Wij zijn al op de bodem van ons leven. Het is alsof je vast zit en helemaal niets hebt en ook nog eens ziek bent”, aldus een cliënt.

Beeldbellen of andere digitale vormen van hulp en ondersteuning zijn bij deze groep vaak geen goed alternatief. Een professional zegt daarover: “Je kunt mensen niet in de ogen kijken. Dat is wel belangrijk voor de relatie en het vertrouwen. Gesprekken die normaal 30 minuten duren, houden nu maar 10 minuten stand. Dit is niet effectief. Juist het persoonlijke contact en het praatje zijn belangrijk om te begrijpen hoe het met iemand gaat.”

Coronacrisis als kans?

De geraadpleegde zorgprofessionals en belangenbehartigers in de maatschappelijke opvang zien bedreigingen maar ook kansen voor verbetering. Gevreesd wordt dat de coronacrisis een economische recessie als gevolg heeft en kan leiden tot een toename van het aantal dak- en thuislozen. Tegelijkertijd wijst men op de geleerde lessen van de coronacrisis. Het is mogelijk gebleken om een aantal ontwikkelingen in de maatschappelijke opvang versneld door te voeren.2 Door creatieve oplossingen werd het mogelijk om meer mensen op te vangen. Ook werd vaker dan voorheen de opvang 24 uur opengesteld, met meer individuele vormen van opvang. Aan de andere kant maakt de coronacrisis de schrijnende situatie van dak- en thuislozen nog zichtbaarder. Of en in hoeverre het voor hen op de lange termijn zal leiden tot een toename van gezondheids-en sociale problemen is onbekend. Onduidelijk is wat een versoepeling van de coronamaatregelen gaat betekenen voor mensen die verblijven in de maatschappelijke opvang.

Geleerde lessen

Onze rondgang laat zien dat de coronacrisis voor dakloze mensen niet alleen negatieve gevolgen heeft. Maar het beeld is wisselend: gemeenten geven op verschillende wijze invulling aan de opvang van dakloze mensen in coronatijd. Het bleek op sommige plekken mogelijk om voor de korte termijn cruciale oplossingen te vinden voor de opvang van mensen die zich in een kwetsbare situatie bevinden. Dit is wel het gevolg van de urgentie en landelijke maatregelen ter bescherming van de volksgezondheid. Daarbij moet aangetekend worden dat niet iedereen onder dak is gebracht en dat het – ondanks het coronavirus – nog steeds voorkomt dat mensen noodgedwongen een slaapruimte moeten delen. ‘De dakloze’ bestaat niet. Het zijn mensen met ieder een eigen verhaal, unieke competenties en kwetsbaarheden. De gemeenschappelijke wens van de dak- en thuisloze mensen die we hebben gesproken is de primaire behoefte aan een eigen woonplek. Door de coronacrisis wordt dit steviger onderstreept. Het is al vaker gezegd: herstellen begint bij een (t)huis.3

Onderdeel van een studie door een consortium van onderzoekers, geleid door de Universiteit van Amsterdam, naar de sociale gevolgen van de coronamaatregelen voor kwetsbare mensen. Zie www.coronatijden.nl.

Valente (2019). Rapportage ‘Staat van de nachtopvang’.

3 RVS (2020). Herstel begint met een huis.

Meer informatie

www.coronatijden.nl

Rapportage ‘Staat van de nachtopvang’

Herstel begint met een huis

Dossier Maatschappelijke opvang

Eindrapportage

Dit blog is tot stand gekomen op basis van gesprekken die wij voerden tussen 24 april en 15 mei. Wij blijven de ontwikkelingen in de komende weken volgen. Naar verwachting verschijnt eind juni 2020 een eindrapportage.

Meer corona-onderzoek
Vanuit het Trimbos-instituut willen wij zo goed mogelijk zicht krijgen op de impact van de coronacrisis op de mentale gezondheid en het gebruik van tabak, alcohol en drugs. Omdat iedere groep zijn eigen problematiek, kenmerken en benaderwijze heeft, is het niet mogelijk om dat met één onderzoek te meten. De komende periode zullen wij daarom verschillende onderzoeken starten. We hebben de onderzoeken zoveel mogelijk gekoppeld en onderling op elkaar afgestemd. Uiteindelijk doel is om via de gezamenlijke onderzoeken als Trimbos-instituut een zo volledig én doelgroepspecifiek mogelijk beeld te kunnen geven van de impact van de coronacrisis.

Onderzoek en kennis over corona

Michel Planije
Wetenschappelijk medewerker Zorg & Participatie
Christien Muusse
Projectmedewerker Zorg & Participatie