Aan de slag met Opgroeien in een Kansrijke Omgeving

Gemeenten die met 'Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO)' aan de slag willen, kunnen deelnemen aan het 4-jarige implementatietraject. In dit implementatietraject ondersteunt het Trimbos-instituut gemeenten met het werken volgens OKO, gebaseerd op de uitgangspunten van het IJslandse preventiemodel. Schrijf je in voor de nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van het volgende startmoment.

Vragen?

Heb je vragen over Opgroeien in een Kansrijke Omgeving? Stel ze aan het Trimbos-instituut. Ook kun je je inschrijven voor de nieuwsbrief.

featured_image
Jeroen de Greeff
Coördinator Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO)

Blijf op de hoogte

Schrijf je in voor de nieuwsbrief, en blijf op de hoogte van Opgroeien in een Kansrijke Omgeving.

Deelnemende OKO gemeenten

Deelnemende gemeenten okofeb2024-Blauw

Negen Nederlandse gemeenten hebben in een pilottraject van 2018 tot 2021 het IJslandse preventiemodel geïmplementeerd. Dit traject werd ondersteund door het Trimbos-instituut en het Nederlands Jeugdinstituut. Tijdens de pilot hebben we nauw samengewerkt met Planet Youth, de grondleggers van het IJslandse preventiemodel. Dankzij deze samenwerking hebben we veel geleerd over de IJslandse werkwijze en hoe deze een bijdrage kan leveren aan preventie in Nederland. Met Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO) bouwen we voort op de lessen die we geleerd hebben tijdens deze pilot. Meer over deze pilot lees je in het evaluatierapport.

Waarom is deelname aan het implementatietraject waardevol voor jouw gemeente?

Met het werken volgens Opgroeien in een Kansrijke Omgeving, werk je aan het terugdringen van het gebruik van alcohol, drugs en roken onder jongeren en aan het verbeteren van hun welbevinden.  OKO is een onderbouwde, data gestuurde aanpak waarin lokale partners en gemeente samenwerken. De community-filosofie van de aanpak houdt in dat alle partijen die betrokken zijn bij het opvoeden en opgroeien van de jeugd kunnen, en idealiter zouden moeten, meedoen. Partners die betrokken kunnen worden bij de implementatie zijn bijvoorbeeld de GGD, verslavingszorg, welzijns- of jongerenwerk en onderwijs. Maar ook ouders, aanbieders van vrijetijdsvoorzieningen (sport en cultuur) en jongeren spelen een rol.

Wat is de rol van de gemeente?

De gemeente is de regisseur van de aanpak. Zij zorgt voor het tijdig, cyclisch doorlopen van de vier fasen uit de OKO-werkwijze, zorgt voor het faciliteren en ondersteunen van betrokken partijen en voor het opbouwen van het draagvlak en samenwerking onder de betrokken partijen. Dat betekent dat projectleiding, communicatie en de samenwerking stimuleren belangrijke taken zijn. Ook bewaakt de gemeente de afstemming met andere lokale preventie-initiatieven.

Hoe ziet de ondersteuning eruit?

Het Trimbos-instituut biedt Nederlandse gemeenten een implementatietraject aan. In dit traject verzorgt het Trimbos-instituut trainingen, tools, procesbegeleiding, uitwisseling met andere gemeenten en afstemming op landelijk niveau. Het Nederlands Jeugdinstituut werkt samen met het Trimbos-instituut en zal haar expertise over opvoeden en opgroeien, versterken van pedagogische basis en samenhangend jeugdbeleid inzetten voor de overkoepelende projectactiviteiten.

De ondersteuning vindt plaats bij elke stap in het traject, van dataverzameling tot beleidsontwikkeling en bij de uitvoering van interventies. Daarnaast wordt de GGD ondersteund bij het uitvoeren van de monitor. Met deze ondersteuning heeft u als gemeente beschikking over alle benodigde kennis, ondersteuning en uitwisseling om op een succesvolle manier te werken volgens OKO.

Wat vraagt de aanpak van de gemeente?

Langdurige inzet

Je gemeente verbindt zich ten minste voor 4 jaar aan het OKO-implementatietraject. Omdat de aanpak gericht is op het veranderen de omgeving van de jeugd, zijn de effecten van interventies vaak pas op langere termijn zichtbaar. De aanpak vraagt dan ook een langdurige inzet, die meerdere collegeperiodes zal bestrijken. Ook daarom is een breed (politiek) draagvlak binnen de gemeenteraad nodig.

Financiering en capaciteit

Aan de ondersteuning door het Trimbos-instituut bij de implementatie van OKO zijn kosten verbonden (ca. 15.000 euro per jaar). Daarnaast zal er binnen de gemeente een team met voldoende capaciteit moeten worden vrijgemaakt voor projectleiding, aanjagen van samenwerking, communicatie, en organisatie en facilitering van bijeenkomsten.

Wij raden aan om 1,5-2,5 FTE beschikbaar te stellen voor een kernteam, afhankelijk van de grootte van de gemeente. Hiervan is 0,6 FTE bedoeld voor een projectleider. Ook de verantwoordelijk wethouder zal de nodige inzet gaan plegen om partijen te mobiliseren en te blijven activeren. Daarnaast is het noodzakelijk om jaarlijks budget te reserveren voor het opzetten en uitvoeren van preventieactiviteiten in het kader van deze aanpak. De grootte van dit budget is afhankelijk van de grootte van de gemeente en de budgetten die al beschikbaar zijn.

Vanuit de Brede SPUK-regeling zijn voor gemeenten middelen beschikbaar voor de implementatie van OKO.

Samenwerking met de GGD

Samenwerking met de GGD is belangrijk voor de monitor en ook voor afstemming met andere lokale initiatieven op gezondheidsgebied. De gemeente speelt een belangrijke rol in het betrekken van de GGD in dit proces van monitoring. Het werken volgens OKO vraagt een intensieve en specifieke monitoring bij jongeren. Op landelijk niveau wordt er een speciale, aanvullende module voor de vragenlijst ontwikkeld en wordt een methodiek voor de lokale GGD ingericht om vaker en sneller te kunnen meten op scholen. Normaliter neemt de GGD eens per 4 jaar een monitor af. Bij deelname aan het implementatietraject is het de bedoeling dat de GGD een extra monitor afneemt, zodat er iedere 2 jaar gemonitord wordt. Hier kunnen extra kosten aan verbonden zijn. Neem hierover contact op met jouw GGD.

Over welke ‘community’ hebben we het?

OKO is een community aanpak waar lokale partners bij betrokken worden, die een bijdrage leveren aan opvoeden en opgroeien van jongeren. Vóór de start met OKO in een gemeente is het belangrijk om af te bakenen op welke community de aanpak zich gaat focussen. Grotere gemeenten kiezen er soms voor om OKO eerst in een specifieke wijk, dorp of deelgemeente te implementeren. Vervolgens kunnen met de ervaringen hiervan op steeds meer plekken community's gevormd worden. Kleinere gemeenten kiezen er soms juist voor om voor de implementatie van OKO samen te werken met buurgemeenten. Het is van belang om hier aan het begin van het ondersteuningstraject goed over na te denken. Wat is een goed afgebakend gebied waarin de jongeren bijvoorbeeld naar school gaan, sporten en activiteiten bijwonen? En wat is een logische community waaromheen lokale partners betrokken kunnen worden?

Kan OKO verbonden worden aan andere aanpakken of programma’s?

Het is zeker mogelijk om het werken volgens Opgroeien in een Kansrijke Omgeving te verbinden aan bestaande aanpakken of programma’s. Deze werkwijze is bij uitstek een aanpak die samenwerking tussen lokale partijen kan verbeteren en de samenhang tussen verschillende programma’s kan versterken. Zo is het mogelijk om deze werkwijze te implementeren als onderdeel van een lokaal preventieakkoord. Ook is het mogelijk om de werkwijze te koppelen aan programma’s als de Gezonde School of JOGG. De zes pilotgemeenten hebben hier ook al positieve ervaringen mee opgedaan.

Wanneer kunt u beginnen met OKO?

In januari 2025 start een nieuwe ronde van het 4-jarige implementatietraject. In deze vier jaar doorloopt de gemeente met partners de OKO-cyclus twee keer. In het eerste jaar start u met het benaderen van lokale partners, vormt u een lokale coalitie, en bereidt u samen met de GGD de dataverzameling voor die najaar 2025 zal plaatsvinden. Gedurende het hele traject vindt er dialoog, beleidsvorming en uitvoering van interventies plaats. In het najaar van 2027 is de tweede meting.

Wat zijn de randvoorwaarden op een rij

  • Politiek en bestuurlijk draagvlak: vanuit het college en de raad vragen wij een commitment voor minimaal vier jaar, inclusief financiën en capaciteit.
  • Financiën: budget voor ondersteuning van het Trimbos-instituut (ca. 15.000 euro per jaar), plus budget voor tweejaarlijkse gezondheidsmonitor door de GGD (mogelijk extra kosten, vraag dit na bij de GGD) en jaarlijkse preventieve activiteiten (afhankelijk van de grootte van de gemeente en van bestaande budgetten).
  • Capaciteit: 1,5 tot 2,5 FTE waarvan een gemeentelijke projectleider met minimaal 0,6 FTE en waarvan twee andere leden van het kernteam (gemeente en bijvoorbeeld de GGD).
  • Lokale partners informeren en betrekken bij de voorbereidingen op OKO:
    • GGD betrekken voor het meedenken en uitvoeren van de monitor.
    • Andere lokale partners die een belangrijke rol (kunnen) spelen bij de implementatie. Denk hierbij aan de school, als vindplek van jongeren en voor de afname van de monitor, en de instelling voor verslavingszorg (IVZ) als belangrijke partner op het gebied van (middelen)preventie.

Hoe meld ik me aan?

Heeft uw gemeente interesse om deel te nemen aan het OKO-implementatietraject? Vul dan de interessepeiling in.

> Interessepeiling