Een hoofdbehandelaar moet in de eerste plaats een goede behandelaar zijn

Een hoofdbehandelaar moet in de eerste plaats een goede behandelaar zijn

Het ministerie van VWS heeft het Trimbos-instituut gevraagd om, in samenwerking met het Landelijk Platform GGZ, onderzoek te doen naar cliëntenperspectieven op het hoofdbehandelaarschap in de GGZ. In het rapport ‘Hoofdbehandelaarschap en kwaliteit van zorg. Perspectieven van GGZ-cliënten’ wordt verslag gedaan van het onderzoek.

De kwaliteit van zorg is een blijvend aandachtspunt in de beleids- en praktijkontwikkelingen in en rond de GGZ. Belangrijk thema op dit moment is het voornemen van het ministerie van VWS en veldpartijen om te komen tot een veldnorm voor het ‘hoofdbehandelaarschap.’ Daarbij is vastgelegd welke beroepen in aanmerking komen om het behandelplan op te stellen en als eindverantwoordelijke in een behandeltraject op te treden. Doel is het verbeteren van de inzichtelijkheid, controleerbaarheid en kwaliteit van behandeltrajecten.

In de huidige situatie zijn het onder andere de psychiater, de klinisch psycholoog en de psychotherapeut die hoofdbehandelaar mogen zijn; de sociaalpsychiatrisch verpleegkundige valt buiten de lijst. Vanuit het perspectief van GGZ-cliënten en hun naasten wordt echter een bredere en meer inhoudelijke insteek bepleit waarbij niet alleen beroepen maar ook andere aspecten van kwaliteit van zorg in overweging worden genomen, zo blijkt uit het onderzoek.

Cliëntenperspectieven op goede zorg
De onderzoekers brachten ten eerste in kaart wat cliënten belangrijk vinden in behandeltrajecten. In het oog springen contactuele aspecten. Behandelaren die helder communiceren, goed luisteren, samen met de cliënt keuzes maken, cliënten met respect benaderen, oprecht betrokken zijn en de cliënt als  mens zien, niet als ziekte, worden door cliënten en naasten het meest gewaardeerd.

Ten tweede zijn zorginhoudelijke aspecten van belang. Cliënten waarderen trajecten waarin herstelgerichte ‘zorg op maat’ wordt geboden door ervaren, (zelf)kritische professionals. Tot slot is de manier waarop zorg wordt georganiseerd bepalend voor de ervaren kwaliteit. Multidisciplinaire samenwerking, een breed aanbod aan behandelmogelijkheden waaruit kan worden gekozen en de inzet van ervaringsdeskundigen zijn volgens de geïnterviewden essentieel. Cliënten en naasten geven aan dat op de meeste van de hier beschreven punten nog (veel) ruimte is voor verbeteringen in de praktijk.

Hoofdbehandelaarschap
Met betrekking tot de discussie over hoofdbehandelaarschap laat het onderzoek zien dat een hoofdbehandelaar in de eerste plaats een goede behandelaar moet zijn. Men pleit voor een hoofdbehandelaar die contactuele, zorginhoudelijke en organisatorische competenties heeft en verschillende rollen vervult. Hij is niet alleen degene die de behandelroute bepaalt en eindverantwoordelijk is maar nadrukkelijk ook hoofdcontact (degene die de cliënt het best kent) én regisseur (degene die intensief contact onderhoudt met het behandelteam en gezamenlijk met hen de zorg rond de cliënt kan organiseren en afstemmen).

Risico’s huidige plannen
Volgens het onderzoek bestaat het risico dat cliënten in de huidige voorstellen te maken krijgen met een hoofdbehandelaar waarmee zij weinig contact hebben. Wanneer een hoofdbehandelaar wel de bevoegdheden heeft om in te grijpen maar relatief weinig contact heeft met de cliënt of diens vertrouwen niet heeft, brengt dat het risico met zich met dat de kwaliteit van zorg juist verslechtert in plaats van verbetert. Ook zouden de voorstellen de ontwikkeling naar een meer herstelondersteunende organisatie van de zorg in de weg kunnen staan. Conclusie van het onderzoek is dat ervaringen van cliënten en naasten een nadrukkelijke plaats zouden moeten krijgen in de discussies over invulling van het hoofdbehandelaarschap.

In de webwinkel vindt u het rapport: Hoofdbehandelaarschap en kwaliteit van zorg. Perspectieven van GGZ-cliënten.

Meer informatie
Jenny Boumans  jboumans@trimbos.nl
Steven Makkink s.makkink@platformggz.nl 
 

Contact

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters:
Marjan Heuving,
tel +31 (0)30 – 2971(138)

Laila Zaghdoudi,
tel +31 (0)30 – 2959(382)